top of page

Hoe heeft ’t ooit zover kunnen komen? – Hoofdstuk 11 – Mijn Arnhemse tijd (2)

Bijgewerkt op: 9 nov. 2021

WLGS 20-24 5 september 2020

Update: 09-11-2021


In mijn vorig blog heb ik beloofd dieper in te gaan op de oorzaken van de complete scheiding der geesten en het ontstane wantrouwen bij een niet onaanzienlijk deel van de broeders en zusters in het district Arnhem. Het is een samenstel van factoren uit de geschiedenis van dit district. En bedenk wel dat onderstaande punten mij niet allemaal in één dag duidelijk zijn geworden. Maar binnen 1-2 jaar was het plaatje voor mij wel compleet. Een aantal punten zullen in latere blogs nog verder worden uitgewerkt.

En om alle misverstanden te voorkomen, wil ik hier alvast melden dat DAp. Pos altijd overtuigd is geweest van het Goddelijke karakter van de Boodschap van Stap. JG Bischoff. Ook toen Stap. R. Fehr deze kwestie in het begin van de negentiger jaren wilde openbreken. De enige ruimte die DAp. Pos bood was dat een ieder zelf mocht bepalen of er wel of niet sprake was van een Goddelijk karakter. Stap. Fehr is er toen nooit in geslaagd binnen de kring der DApostelen tot ontmythologisering van de boodschap te komen. De tijd was er nog niet rijp voor.

Wat ik u nu ga schrijven is nog nooit op deze wijze uit mijn pen gevloeid. Houdt u vast en vlieg niet uit de bocht!


Zie ook het interview met Arnon Grunberg in TROUW van 7 september 2020 blij het blog "Prikkelende teksten en beelden onder punt 17:


“Mensen hebben vijanden. Dat is onvermijdelijk. Gevaarlijk wordt het pas als je diegene niet om wat hij denkt tot vijand bestempelt, maar om wat hij is. Daar waar vijandschap en identiteit een verbond aangaan wordt het gevaarlijk.

Overigens denk ik dat je juist ook met vijanden moet praten. Het gaat om de erkenning dat de vijand dezelfde basisrechten heeft als jij en je vrienden. Daarom zal ik altijd het demonstratierecht van bijvoorbeeld neonazi’s verdedigen. Het is niet aan de overheid te bepalen wat we wel en niet mogen denken. Waar racisme en antisemitisme strafbaar worden, is een heikele vraag. Ik denk dat de juridische weg altijd een paardemiddel is dat je zoveel mogelijk moet vermijden.”


Inleiding:

Ik moest vandaag denken aan dit gedicht van Huub Oosterhuis:



Soms breekt uw licht in mensen door onstuitbaar.

Zoals een kind geboren wordt.

Gedenk de mens die wordt genoemd uw kind,

Uw koninkrijk, uw licht.

Geen duisternis heeft ooit hem overmeesterd,

Geen duisternis heeft ooit hem overmeesterd.

Gedenk ons die als hij geboren zijn, eens en voorgoed,

Die uit zijn mond uw naam hebben gehoord,

Die moeten leven in de schaduw van de dood

Die moeten leven in de schaduw van de dood.

Hem achterna, hem achterna, hem achterna, hem achterna,

Hem achterna, hem achterna, hem achterna, hem achterna.

Ik heb letterlijk ervaren welk proces hier aan vooraf gaat…

De dichter geeft hierbij aan dat je als mens plotsklaps een ingeving kunt krijgen, een idee ontwikkelt of een samenhang van dingen in een moeilijke kwestie ontwaart. Die persoonlijke ervaring kan je bijzonder helpen je weg te vinden of belangrijke keuzes te maken waar je niet meer van af te brengen bent. Je slaat een nieuwe richting in.


Ter verduidelijking:

Waarom onderstaande foto’s? De bovenste foto geeft een mooi beeld van bekende namen in die en in latere tijden. Zoals de Oudste Smit uit Apeldoorn. In de vijftiger jaren van de vorige eeuw was hij daar Oudste in district Arnhem. De Oudste Aart van Asperen uit Utrecht. Niet te verwarren met zijn broer, de latere Opziener Wim van Asperen uit hetzelfde district. En ook de latere Apostel Paasman die mij heeft verzegeld en jong gestorven is.


Tijdens een Rijnreis t.g.v. verjaardag Opz. Jochems:

v.l.n.r. Zr Jochems, Oudste Smit, Oudste Hartman, Opz. Jochems, Br v. Oosbree, Oudste A v. Asperen, Oudste Paasman, Oudste Wildschut, Oudste Elberts, Zr. Van Oosbree, Apostel van Oosbree. Juli 1937 (SIC!)[i] - Links onder

Boven: Opz. Wim van Asperen

Links v.l.n.r. Oudste Bijl,

Opz. Lakerveld, Opz. Versteegh en DAp Schumacher


Mijn ervaringen en overwegingen:

1. “NAKHolland” is een initiatief geweest van het trio “van Asperen-Bijl-Groen” respectievelijk uit de gemeente Utrecht - Zuilen, Ede en Den Haag. Dit ontevreden deel heeft zich van de HAZEA afgescheiden. Zij werden voorlopig vanuit Duitsland geleid als de Neu Apostolische Gemeinde, waar de boodschap streng gehandhaafd werd. De pastorale zorg viel onder DAp W. Schmidt, zoals in een eerder blog reeds is gemeld. Hiermee was “NAKHolland” een feit.

Het uiterst merkwaardige is ook dat deze beide groepen elkaar wel troffen in de jaarlijkse Stamaposteldienst in de Jaarbeurshallen van Utrecht. How zat?


2. In 1954 werd de Priester(?) Wim van Asperen[ii] uit Utrecht Opziener bij “NAK Holland” en Priester R. Bijl uit Bennekom (Gemeente Ede) Oudste.

Al vrij snel ontstond animositeit en wedijver tussen sympathisanten van Bijl versus

sympathisanten van Van Asperen (NB voor alle duidelijkheid dit vond plaats in de gemeenten van ”NAK Holland”). Pogingen om meer vrede te bewerken zijn eigenlijk mislukt.

3. De Priester Pos, de latere Districtsapostel, die zelf ook tot deze afgescheiden groep heeft behoord, is met zijn gezin vanwege deze problematiek weer teruggekeerd naar de HAZEA van DAp. Tjark Bischoff. Wel in een laat stadium overigens. Namelijk kort voor het overlijden van JGB. Deze stap is hem in de hele “NAKHolland” niet in dank afgenomen. En zeker in het Arnhemse is hem dit in bepaalde kringen lang nagedragen. Kwade tongen beweren zelfs dat deze stap louter als een strategische zet gezien moest worden. Namelijk dat hij sneller “carrière” kon maken binnen de HAZEA. Nu ben ik niet van de complot theorieën. Het geeft in ieder geval aan hoe in bepaalde kringen over het verkrijgen van een ambt werd gedacht. En voor mij is dit toch wel een belangrijke vraag: “Wat maakt een ambt zo begerenswaard? Wat steekt daar dan achter?”

Hoe het zij geweest, het was in ieder geval een moedige stap. Dat kreeg ik dus allemaal te horen uit verschillende onafhankelijke monden.


4. Deze kritiek werd mede ingegeven door het feit dat in het prille begin van de prediking van de Boodschap in de gemeente Utrecht-Zuilen, begin vijftiger jaren, en vóórdat de afgescheiden groep van “NAKHolland was opgericht, er op een zondagmiddag vóór aanvang van de dienst de toenmalige Oudste Blaauw van de HAZEA op een brute wijze in de hal van de kerk de toegang tot de kerk was ontzegd. De Voorganger stond met de schare dienaren in de hal. Hieronder bevond zich ook de Diaken Pos. En zij hebben hem met elkaar te verstaan gegeven dat de Oudste te weinig de Boodschap zou prediken. De Oudste was een wijs mens en is vertrokken. Later heb ik vaker deze zaak met DAp Pos besproken, maar hij hield er aan vast dat deze stap in die tijd de enige juiste was… Naar mijn mening was dit optreden van de dienaren in die gemeente pure muiterij. En nu zeg ik dat zijn bijdrage aan die muiterij in het begin van de vijftiger jaren als een jeugdzonde beschouwd moet worden. Ook hij was een volger.


5. Voor de later ontstane “NAKHolland” was dit een heldendaad. Maar met zijn latere terugkeer naar de HAZEA heeft Priester Pos zijn bijdrage aan deze heldendaad door zijn terugkeer naar de HAZEA, volgens deze boze tongen, zelf teniet gedaan.

6. Dan volgt de grote klap dat op 6 juli 1960 Stap. JG Bischoff overlijdt. Voor de meeste gelovigen rond de Oudste stort de wereld in district Arnhem bijna letterlijk in. Verschillende dienaren uit die groep hebben mij verteld dat hun vertrouwen in God en de kerk hierdoor onherstelbaar beschadigd is geworden. En toch zijn ze gebleven. Je ziet dan ook een tegenbeweging op gang komen, als een soort sublimering. Een overdreven verheerlijking van de nieuwe Stamapostel Walter Schmidt. En de inhoud van de diensten blijft in de sfeer van het boek Openbaringen. Met erg veel nadruk op de Dag der Eerste Opstanding, de 144.000, het knaapje. Geen of nauwelijks aandacht voor de Evangeliën en de uitwerking daarvan.


7. In de periode van DAp. Tjark Bischoff na 1960 kreeg Gijsbert Pos verschillende verantwoordelijkheden en in 1967 het ambt van Oudste in het nieuwe NAK Nederland. Na de komst van DAp. Schumacher werd na een paar jaar al duidelijk wie zijn opvolger zou worden. Want in 1973 heeft Stap. W. Schmidt hem ingezet als Opziener en in 1976 heeft Stap. Streckeisen hem als Apostel afgezonderd. Herman Schumacher is dus niet over één nacht ijs gegaan toen hij op 15 maart 1981 het stokje aan Gijsbert Pos heeft overgedragen.


8. Het was na het overlijden van JGB geen geheim dat Oudste Bijl vond dat hij de enige “coming man” was in Nederland. In 1973 is voor hem volstrekt duidelijk geworden dat zijn vermeende hoop op de steun van Stap. Walter Schmidt uit Dortmund volledig de grond werd ingeboord. Ondanks alle “hongertochten”[iii] naar Dortmund, die achteraf meer geduid kunnen worden als strooplikkerij van deze Oudste om in het aandachtsveld van Walter Schmid te kunnen komen en waarvoor hij eigenlijk onschuldige mensen heeft misbruikt, hebben hem niet gebaat. Want niet hij maar Gijsbert Pos werd Opziener. Sowieso onderhield deze Oudste ook na de hereniging in 1960 van de HAZEA met NAKHolland altijd contacten met brs en zrs in andere districten. Zij waren ook gevoelig voor zijn visie op de Apostolische leer. Er was sprake van toenemende subversieve activiteiten. In die periode tot aan zijn emeritaat in 1980, heeft hij bijna openlijke signalen afgegeven zich met een groep getrouwen te willen afscheiden van de NAK Nederland en mee te gaan met DAp. G. Rockenfelder die dezelfde plannen zou hebben in Wiesbaden. Dat alles bij elkaar genomen geeft toch reuring in een district. Er zijn broeders dienaren benaderd om met hem mee te gaan. En als ze dat zouden doen zou hij ze belonen met een hoger ambt. Omkoping. Handel in ambten.

Er is mij één verhaal van een Voorganger bekend dat ik zeer opmerkelijk vond. Hij had zo’n “aanbod” van de Oudste gekregen. Deze Voorganger ging hiermee naar Amersfoort, naar de verantwoordelijke Apostel Pos in Nederland, om te vertellen wat er in het district speelde. Deze bood geen steun of hulp, maar stuurde een brief naar deze Oudste met het advies dit probleem op te lossen. Dat was op zijn minst verraad en dat heeft veel kwaad bloed gezet bij deze broeder. Deze Voorganger werd natuurlijk zwaar onder handen genomen door zijn “Zegenaar”. Ook gaf hij aan broeders en zusters geld als ze hem zouden steunen en met hem mee zouden gaan. Mijns inziens ordinaire omkoping.

Het was ook bekend dat de Oudste een eigen ledenadministratie er op na hield. Hij bezocht ook weinig tot geen uitgeschreven Districtsdienaren-vergaderingen met de beide Apostelen. Als zij hem vroegen waarom hij er niet was geweest, ontkende hij glashard dat hij afwezig was geweest. Er werd namelijk geen presentielijst bijgehouden…

Maar als ik zelf in het district kom, worden successievelijk dergelijke zaken allemaal op mijn bordje gelegd. “Die heile Welt” in de kerk ligt voor mij aan scherven. Ook dient gezegd te worden dat de sfeer met de broeders dienaren uit de inner circle van de Oudste vanaf dag één altijd is ijzig geweest. En voor een aantal is dat ook zo gebleven. Nooit is er sprake geweest van enig openhartig optreden, of hartelijkheid, altijd distantie. Men was op zijn hoede.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de “tegenpartij” ook niet vrij was van bepaalde sentimenten. En daar kwam ik dus redelijk onbevangen in terecht.

Hier passen ook de verhalen van enkele Voorgangers, onafhankelijk van elkaar aan mij verteld, die in opperste nood in de actieve periode van deze Oudste naar hun Apostel zijn gevlucht. Zij waren tenslotte ook volgers, eigenlijk marionetten… Zij zochten hulp. Het antwoord was ontnuchterend en in mijn ogen bizar toen zij mij dit later vertelden:

“Eerst was je een aanhanger en nu kom je bij mij klagen. Je krijgt nu een koekje van eigen deeg”. In beide gevallen kon ik mijn oren niet geloven. Ik heb deze zaken ook met hem bespreekbaar gemaakt. Maar helaas er was geen begrip. Hij kon zich niet in hun situatie verplaatsen. Het betekende voor mij zoiets als geen begrip hebben voor het feit dat er mensen zijn die willen volgen. En als ze dan tot de ontdekking komen dat ze ‘fout’ zitten, hulp nodig hebben. Voor mij betekende een dergelijke opstelling veel meer dat mijn leidinggevende niet bij machte was deze aangereikte problematiek voor de hulpzoekende op een goede manier op te lossen. De diepere oorzaak ligt in het feit dat je als hulpverlener de vraag dient te stellen: “Wat brengt iemand met deze vraag nu bij mij? En wat is eigenlijk zijn eigen diepere problematiek, wat is de vraag achter de vraag?”

Het is voor mij een begin geworden om “volgen” in een ander kader te plaatsen.


9. Dan zie ik ook dat de andere gevolgen van het échec van de Boodschap zichtbaar zijn geworden. In het Brabantse land waar ik uit stam was de RK Kerk tijdens de verzuiling oppermachtig. Maar de gewone mensen oordeelden heel scherp over de rekkelijken[iv] en preciezen. Van de laatste groep zeiden zij: “Ze zijn zo vroom als gemalen poppenstront” of “ze piesen wijwater”. Dat werd meestal gezegd in de sfeer van: “Zie niet naar hun daden”.

Zij die vroeger zo alleen maar met de spoedige wederkomst bezig zijn geweest, zijn innerlijk ernstig beschadigd geraakt. Zij durven niet de keuze te maken om de kerk te verlaten, uit angst voor verlies aan sociale contacten. Maar zijn in feite innerlijk totaal verscheurd.

Hierbij twee voorbeelden:

a. In een gemeente organiseert een priester een avond voor de komende ontslapenendienst. Alle genodigden blijken een andere afspraak te hebben. Bij één zuster komt het hoge woord er uit. Zij hebben een “Tupperware” avond georganiseerd. Niks bijzonder zult u zeggen. Maar voor hen was dat in die tijd totaal ondenkbaar. Zoiets werelds doe je toch niet? Je moet ‘reisefertig’ zijn. Want de Heer komt!. De Priester handelde wijs: “dan kiezen we toch een andere avond”. Iedereen was aanwezig.

b. Nog een voorbeeld: de diensten waren in de tijd van JGB en W Schmidt letterlijk heilig. In mijn tijd in het Arnhemse gebeurde het dat een Voorganger met de gemeente op zondag een dagje uitging. Niks op tegen. Zij gingen met elkaar naar de Efteling. Ook daar is niks op tegen. Maar dienstbezoek stond voor hen helemaal niet meer centraal. Mijns inziens een geweldige intrapsychische tragiek.


10. God en de Mammon:



In het district liep dat dwars door elkaar heen. De Oudste had een bedrijf samengesteld uit diverse kleinere eenheden, waarin ook zijn beide zoons participeerden. Op zich geen enkel probleem. Er waren ook verschillende andere familieleden en Apostolische broeders en zusters in dat bedrijf werkzaam. Waaronder ook dienaren. De Oudste was in ieder geval in één ander bedrijf van een Apostolische familie ook commissaris. Ook in die familie vervulden een aantal een ambt in een gemeente. Mondjesmaat kwamen er berichten naar buiten - en later ook naar mij toe - dat de sfeer in zijn bedrijf niet kosher was. Zakelijke problemen werden in de consistorie van een kerk besproken en kerkelijke op het bedrijf. En als de betrokkene niet deed wat de Oudste wenste, gebeurde het regelmatig, dat, als hij ook nog priester was, hij voor kortere of langere tijd niet werd ingedeeld om in een gemeente dienst te houden. Ook familieleden werden niet ontzien. Zo heeft een familielid en priester een voor die tijd een aanzienlijk bedrag – een 1 met vele nullen aan guldens - gestoken in aandelen van dat bedrijf. Korte tijd later ging de zaak failliet. En hij was zijn geld kwijt. Familie banden waren voorgoed kapotgemaakt. En dat allemaal in een kerkelijke gemeente! Persoonlijk ben ik van mening dat je met je eigen familie niet op deze wijze zaken moet doen, en zeker niet in een kerkelijke setting. Maar goed, dat is ieders persoonlijke afweging. Maar hij was wel zijn geld kwijt. Kerk en werk waren in die tijd daar zo met elkaar verweven. Daarnaast was in het district bekend dat de Oudste regelmatig allerlei rechtszaken voerde. Ik heb daar een staartje van mee gekregen. Want in mijn tijd kwam ook een gedupeerde buitenstaander naar mij toe met de vraag waarom wij dergelijke lieden in het ambt konden handhaven. Pogingen van mijn kant om een en ander te bewegen bij een van de zoons heeft niets opgeleverd. Ondanks schriftelijke gegevens van de klager werd alles glashard ontkend. Ik kreeg ook geen rugdekking. Het heeft wel tot een eeuwigdurende verwijdering geleid met betreffende zoon.

Voor mijn tijd kwamen dergelijke berichten ook al binnen via de beide Apostelen Schumacher en Pos. Of er wat mee gedaan werd, is mij nooit goed duidelijk geworden.

Toen voor mij al deze schokkende zaken meer en meer duidelijk zijn geworden vroeg ik me in alle gemoede af waarom deze beide verantwoordelijken in Nederland deze Oudste niet ter verantwoording hebben geroepen. Waarom hebben zij hem niet afgezet? In welke slangenkuil was ik terechtgekomen?

Ik heb deze vraag bij mijn leidinggevende neergelegd. Het antwoord was voor mij toen even schokkend. Zij hebben zijn dossier voorgelegd aan Stap. Walter Schmidt ( deze was niet verrast....) en kort daarna ook aan zijn opvolger Ernst Streckeisen. Beiden hebben met nadruk geadviseerd om niets te ondernemen. De zorg voor een afsplitsing woog zwaarder, zeker in relatie met DAp. G. Rockenfelder. Was dat de helikopterview? Of was het angst voor een grotere scheuring? Vanaf die tijd hanteerde de landelijke leiding alleen het principe: “damage control”. Dat betekende in feite dat brs en zrs aan hun lot werden overgelaten. Daar was ik ‘t totaal mee oneens! Ik vond dat toen ook een laffe houding. En dat vind ik nog steeds nog. Want een eenvoudige kansberekening leerde mij dat ‘t hoogstens om een paar honderd leden zou gaan die mogelijkerwijs met de Oudste c.s. zouden meegaan. Je kunt je daar wel druk om maken, maar in feite was je deze zielen al kwijt. Sorry. En wat doe dan je met de overige welwillende groep, de zwijgende meerderheid? Ondanks mijn gesprekken met DAp Pos brak het Licht niet door... Ik heb dat als zeer teleurstellend ervaren. Maar inmiddels had ik ook al een aantal beperkingen van betrokkene ervaren. Vanuit zijn denken kon hij dat ook niet. Zo heeft ieder mens zijn beperkingen. Ik zelf ook. Angst heeft hier waarschijnlijk een doorslaggevende rol gespeeld. Ook de volgende ervaring heeft mij diep geschokt. Op een gegeven moment had men in de familie aldaar toch kennelijk wat wroeging gekregen over het een en ander, zo vertelt tenminste de DAp Pos. Want de beide zoons hadden een afspraak met hem gemaakt voor een verzoening. Zij zouden ook een grote som geld meenemen als offer aan de kerk. Zij wilden alleen met de DAp spreken. Dat kwam mij goed uit want ik wilde niet daarbij aanwezig zijn. Ik heb dit als een bloedoffer ervaren. Later vertelde hij dat zij een goed gesprek hadden gehad en zij met elkaar HA hadden gevierd.

Nu kunt u tegen me zeggen: “En de tollenaar Zachëus dan?”[v]

Lees hiervoor in Lucas:

De tollenaar Zacheüs wil graag Jezus zien, die net in Jericho is aangekomen (Lucas 19:1-3). Maar er zijn veel mensen op de been, en Zacheüs is maar klein. Om Jezus toch te kunnen zien, besluit hij in een vijgenboom te klimmen. Wanneer Jezus langs loopt kijkt hij omhoog en ziet hij Zacheüs in de boom. Jezus vraagt of hij bij Zacheüs thuis mag komen. Omstanders vinden het maar niks dat Jezus een zondaar bezoekt. Maar Zacheüs is blij. Hij komt meteen de boom uit en doet alles wat Jezus zegt. Eenmaal in zijn huis besluit Zacheüs zijn leven te verbeteren. Hij belooft de helft van zijn bezit aan de armen te geven. En wat hij als tollenaar teveel heeft ingehouden, zal hij viervoudig vergoeden (zie Exodus 21:37; 2 Samuel 12:6). Zo laat Jezus zien dat hij zoekt wat verloren is en dat niemand wordt uitgesloten in het koninkrijk van God. Ook Zacheüs is een zoon van Abraham; een rechtvaardige in de ogen van God (Lukas 18:14).

En daar heb ik dus niets van gemerkt…


Maar alles overziende hebben deze ervaringen wel mijn ogen geopend voor iets anders. En deze kracht werd steeds sterker in mij. Geen navolging tot elke prijs. De gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan is vaak gebruikt in de diensten van de NAK. Maar gold veel te weinig voor degenen die zijn afgehaakt. Ik ging steeds meer onderzoek doen bij hen en confronteerde voorgangers en priesters met de vraag welke rol zij daar zelf in hadden gespeeld. Wat kunnen wij daar nog aan doen? In welke situatie moeten wij als kerk de hand in eigen boezem steken? Deze bovenstaande kennis heeft mij ook geïnspireerd om juist bepaalde situaties binnen het district aan te pakken.

Bij een latere echte poging tot afscheiding in de tachtiger jaren - toen de Oudste al in de rust was - bleek zelfs dat maar hooguit 20 leden, onder wie een van de zoons, uit heel Nederland met hem zijn meegegaan...


Mijn conclusie van punt 10 is:

De Oudste c.s. heeft de NAK als voertuig gebruikt voor zijn eigen doelen. Mensen werden gebruikt, gemanipuleerd, zonodig afgedankt, en bleven soms zwaar gewond achter. Hun geestelijk eigendom, hun kwaliteiten werden door hen gebruikt voor hun eigen doeleinden.

Het hoofd motto lijkt dus te zijn geweest: Business first. En massa = kassa.

Zielzorg en de echte verbondenheid met de STAM als fundament, was bijzaak.

Dus zoals gemeld in een van mijn eerdere blogs: de politiek en polemiek gloorde volop.

Dat is in feite wat mijn ervaringen en het zoeken naar de diepe waarheid heeft opgeleverd.

Daarom heeft het dus zover kunnen komen!

Dat is ook de rode draad bij zoveel geslachtofferde dienaren.Ter verheldering: De Oudste c.s. hebben veel kunnen leren van het duo J.G. Bischoff en zijn zoon F. Bischoff. Ook voor hen gold eerst de eigen beurs en dan pas het geloof. Deze laatsten hebben ’t sowieso nog bonter gemaakt. Verlag Bischoff is tot 1975 een privé onderneming geweest waar miljoenen aan de gelovigen is verdiend.


Één voorbeeld: hoe haal je ’t in je hoofd om in de jaren dertig van de vorige eeuw als privé persoon, eigenaar van deze relatief kleine onderneming, een vliegtuig[vi] te bezitten terwijl de brs en zrs in de crisistijd in grote armoede en werkeloosheid leefden. Broeder Joop Waerts en o.g. hebben dit gegeven in de jaren negentig al boven tafel getild. Maar niemand wilde naar ons luisteren… te confronterend? Moet je de waarheid in jezelf onderdrukken?

Zou hun eigen ik niet tot rust gebracht kunnen worden? U mag het zeggen.

Anemone “Honorine Jobert”


Soms breekt uw licht in mensen door onstuitbaar. Zoals een kind geboren wordt. Gedenk de mens die wordt genoemd uw kind, Uw koninkrijk, uw licht. Geen duisternis heeft ooit hem overmeesterd, Geen duisternis heeft ooit hem overmeesterd…




Ter nagedachtenis aan deze bijzondere en dappere vrouw, Hannah Arendt,

die in 1951 haar bekend geworden boek heeft geschreven over totalitaire machten. Zij is hoogst actueel.

Haar onderstaande quote vertoont zeker overeenkomsten met hier besproken zaken:


"Before they seize power and establish a world according to their doctrines, totalitarian

movements conjure up a lying world of consistency which is more adequate to the needs of

the human mind than reality itself..."

uit: “The Origins of Totalitarianism” uit 1951. Het boek kent vele herdrukken.


[i] Foto uit het boek van Berry Brand “Nieuw Licht op oude wegen”, pagina 296. Een Rijnreis naar Duitsland in donkere tijden… Een zeer informatief boek overigens. De schrijver gaat ook in op diverse geloofsopvattingen van Apostel J.H. van Oosbree. Ook wordt op een heldere wijze een overzicht geschetst van de periode na de scheiding in 1945 en later. Voor geïnteresseerden een echte aanrader. Binnen de NAK Nederland bestaat er helaas niet zo’n veelomvattend werk over haar eigen geschiedenis. In mijn actieve periode waren Broeder Joop Waerts en ondergetekende hier wel mee bezig. Maar dit project is voortijdig afgebroken door mijn vertrek en is daarna door de leiding in Nederland stopgezet. Gelukkig beschik ik wel over vele gegevens die Joop heeft verzameld. Postuum wil ik Joop graag hiervoor eren en zal in latere blogs delen uit zijn werk publiceren.

[ii] Opdat er geen verwarring ontstaat, hierbij even de familieverhoudingen: De Oudste Aart van Asperen, Opziener Wim van Asperen en de Herder Bram van Asperen zijn allen broers van elkaar. De Herder Bram is de vader van de latere Oudste Wim van Asperen in het Rotterdamse district. Noch de Herder Bram noch de Oudste Wim van Asperen, hebben zich ooit ingelaten met de “NAKHolland”. Om het beeld helemaal compleet te maken: de bekende “tante Bren”, de vrouw van Opziener Lakerveld, was de zuster van bovengenoemde drie broers. Een nazaat heeft mij hierover duidelijkheid verschaft.

[iii] Bussen vol met broeders en zusters uit het District Arnhem gingen regelmatig op woensdagen naar Dortmund om diensten van Stap. Walter Schmidt bij te wonen.

[v] Uit “De Bijbel” van het Ned. Bijbelgenootschap: Zacheüs is een rijke hoofdtollenaar uit Jericho. Hij klimt in een boom om Jezus te kunnen zien. Jezus roept hem naar beneden en gaat met hem mee naar huis. Daar besluit Zacheüs dat hij op een andere manier wil gaan leven. De naam Zacheüs De naam Zacheüs betekent: rechtvaardig, of: onschuldig. Het is de Griekse vorm van de Hebreeuwse naam Zakkai. In de vroege kerk meenden sommigen dat Zacheüs dezelfde persoon is als Mattias, die genoemd wordt in Handelingen 1:26. Maar in de Bijbel zelf zijn hiervoor geen aanwijzingen te vinden. Tollenaars Een tollenaar was iemand die belasting ophaalde namens de Romeinse overheid. Degene die het meest bood, had waarschijnlijk het recht om de belasting te innen. Deze tollenaar kon weer andere tollenaars aanstellen die hem een bedrag betaalden om tol te mogen heffen. Hier komt waarschijnlijk het onderscheid vandaan tussen hoofdtollenaars, zoals Zacheüs, en gewone tollenaars. Tollenaars waren niet geliefd. Ze werkten voor de vijand, de Romeinse overheersers en lieten je vaak meer betalen dan nodig was. Er was een vast bedrag aan tol, maar vaak deed een tollenaar daar iets bovenop om winst te behalen. In de ogen van de farizeeërs waren tollenaars onrein. In de Bijbel worden tollenaars vaak zondaars genoemd (zie Lukas 18:13). Dat Jezus bij een tollenaar op bezoek gaat, was in die tijd zeer ongepast. Zien en gezien worden De tollenaar Zacheüs wil graag Jezus zien, die net in Jericho is aangekomen (Lucas 19:1-3). Maar er zijn veel mensen op de been, en Zacheüs is maar klein. Om Jezus toch te kunnen zien, besluit hij in een vijgenboom te klimmen. Wanneer Jezus langs loopt kijkt hij omhoog en ziet hij Zacheüs in de boom. Jezus vraagt of hij bij Zacheüs thuis mag komen. Omstanders vinden het maar niks dat Jezus een zondaar bezoekt. Maar Zacheüs is blij. Hij komt meteen de boom uit en doet alles wat Jezus zegt. Eenmaal in zijn huis besluit Zacheüs zijn leven te verbeteren. Hij belooft de helft van zijn bezit aan de armen te geven. En wat hij als tollenaar teveel heeft ingehouden, zal hij viervoudig vergoeden (zie Exodus 21:37; 2 Samuel 12:6). Zo laat Jezus zien dat hij zoekt wat verloren is en dat niemand wordt uitgesloten in het koninkrijk van God. Ook Zacheüs is een zoon van Abraham; een rechtvaardige in de ogen van God (Lukas 18:14).

[vi] Bericht van Michael Koch in Glaubenskultur, 30-12-2013 onder „Die Bischoffs ab 1926 - Teil 0 Die Geschichte der „Botschaft des Johann Gottfried Bischoffs“; Bischoff, J.G.: „Entgegnung auf den Schriftsatz des Herrn Wilhelm Neuer ...“, S. 12; in: Schreiben an das Preußische Kultusministerium … vom 2. August 1933 https://glaubenskultur.de/index.php?/1826-Die_Geschichte_der_%26bdquo%3BBotschaft_des_Johann_Gottfried_Bischoffs%26ldquo%3B.html

In het boek van KP Krauss “Inszenierte Loyalitäten? Die neuapostolische Kirche in der NS-Zeit” (https://www.amazon.nl/dp/363181755X/ref=pe_19967891_404437601_TE_item) staat een foto uit de Yorkshire Observer afgebeeld van Fritz Bischoff bij zijn vliegtuig met op de staart een hakenkruis. Hij staat hier samen met de burgemeester van Harrogate ( Mr. S. Cartwright) en zijn vriend Franz Series tijdens een internationale “aviation meeting” in Harrogate in de dertiger jaren. De foto komt uit het familie album van F. Bischoff. Wegens rechten kan ik deze foto niet laten zien. In Engeland leefden voor WO II meer pro Duitse sympathieën dan wij misschien ooit hebben geweten. Dat kwam mede door het koningshuis. Dus zo’n bezoek was niet ongewoon. Maar of dat gepast is voor een lid van de familie uit de top der NAK, durf ik te betwijfelen.

1.152 weergaven8 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
Post: Blog2_Post
bottom of page