top of page

Het Grote Verhaal 24-01

Bijgewerkt op: 6 mrt.

Iets kan zijn verzonnen en daardoor juist bestaan.

Dat soms iets niet verzonnen is neemt men zo maar aan.

(Een quote van Herman Finkers)

 

                                                           Amersfoort, 2 maart 2024

 

Zijn wij een ZIEL of hebben wij een ZIEL?



De witte kruisiging (1938), Marc Chagall, Art Institute of Chicago, USA

De hele uitleg van dit schilderij spreekt boekdelen…[i]

 

Zowel in het heden als in het verleden zijn er zulke moedige mensen te vinden:

 

1.    Narges Mohammadi, mensenrechten activiste uit Iran die de Nobelprijs van de vrede 2023 heeft ontvangen[ii].  

 Haar lijfspreuk is: ‘Tot ik mijn laatste adem uitblaas, zal ik niet ophouden te spreken over gerechtigheid, zal ik mijn stem verheffen tegen onderdrukking, zal ik degenen verdedigen die gerechtigheid en vrijheid willen en zal ik om duurzame vrede blijven vragen.’


2.    Aleksej Navalny’s laatste woorden:  ‘Ik voel voldoening omdat ik in een moeilijke tijd deed wat goed was’[iii] In 2020 keerde hij na herstel van een ernstige vergiftiging weer terug naar zijn moederland Rusland. Wat een moed!


3.    Dietrich Bonhoeffer trad ook in de voetsporen van Jezus van Nazareth en dacht in zijn tijd ook na over de verhouding tussen kerk en staat. Zijn conclusie luidde:

 

-       De kerk ( GJS: ik maak ervan elke kerk) heeft de plicht de staat te vragen of het staatsoptreden te verantwoorden is als legitiem staatsoptreden.

-       De kerk heeft de plicht om onvoorwaardelijk toegewijd te zijn aan slachtoffers van elke sociale orde, zelfs als de slachtoffers niet tot de christelijke gemeenschap behoren.

-       Als de kerk ziet dat de staat te veel of te weinig orde en recht uitoefent, bevindt ze zich in de positie om niet alleen de slachtoffers onder het stuur te binden, maar ook in de spaken van het wiel zelf te vallen.


Ook Bonhoeffer keerde weer terug naar zijn geboorteland in 1935 vanuit Engeland Alleen een moedig mens kan dat. Vandaar zijn prachtige uitspraak:

"Alleen de lijdende God kan helpen"

Bovengenoemde mensen vragen om een bijzonder eerbetoon. Zij maken of hebben waargemaakt dat wij zielenmensen kunnen zijn als onze ziel ons lichaam bestuurt en het goede in de mens laat prevaleren.



Terug naar ons onderwerp:


Zijn wij een ZIEL of hebben wij een ZIEL?


Laten we direct maar een belangrijk onderwerp bij de kop pakken. Het is steeds weer een terugkerend onderwerp waar nog nooit een eindconclusie aan is verbonden. Namelijk over lichaam en ziel. Is hiermee de definitie van ‘de mens’ rond? Zijn wij lichaam en ziel? Heeft de mens een ziel?  Of zijn we ‘alleen’ ons brein, zoals bepaalde neurowetenschappers als stelling poneren?  Wat en wie zijn wij mensen eigenlijk?

 

In het boek van de filosoof Ger Groot[iv] “De geest uit de fles” staat het volgende:   

“Wat voor wezen is het zoogdier dat op twee achterpoten loopt, zich ervan bewust is dat hij denkt, materiële hulmiddelen gebruikt en zijn omgeving naar zijn hand zet volgens denkbeelden die hij eerder ontwikkeld heeft? Wat moeten wij denken van het wezen dat biologisch omschreven wordt als homo sapiens[v]? Dat is misschien de belangrijkste, of in ieder geval de eerste vraag die de filosofie zich stellen moet. Ten slotte begint elk denken bij zichzelf, of beter gezegd: bij het wezen dát denkt. Dat lijkt vanzelfsprekend - maar is het dat ook?

 

 

Ik denk toch dat het wel wat gecompliceerder ligt. Hoe heeft de mens in de loop van haar geschiedenis zichzelf gezien. Ik denk dat zulks voor Adam en Eva anders was dan voor de Middeleeuwse mens. En laat staan voor de huidige mens. Want Ger Groot zegt verder in dit boek dat we dragers zijn van onvervreemdbare rechten[vi] en wij willen ons eigen levenslot bestemmen. Wij zijn rationele wezens, maar vinden onze authenticiteit[vii] nog wel meer in onze emoties en ambities.

 

Deze laatste zin geeft alweer meer duidelijkheid. Want de geschiedenis van de mensheid leert ons -  met al haar oorlogen in de loop van de vele eeuwen nadat de eerste mens haar intrede deed op deze wereld - hoe moeilijk het is in vrede met elkaar te leven. Het ging al fout bij de broedertwist tussen Abel en Kaïn. Een het blijft maar fout gaan. Wij zijn al opvallend blij als tachtig jaar geen oorlog wordt gevoerd in het oude Europa. Kennelijk zijn we niet leerbaar op dit terrein.

 

Daarnaast is de mens bestemd de grond van de aarde te dienen en te behoeden.  In Genesis 1:28 in de vertaling van Oosterhuis staat: “Weest machtig over haar”. In de gangbare vertalingen staat geschreven “onderwerpt haar”. Hieruit zou je kunnen concluderen dat de mensheid het recht heeft met de aarde te doen wat zij wil. Maar de strekking is: breng de aarde in cultuur, behoed en dien de aarde (vgl. Gen. 2:15); maar ook: laat je niet door de natuur overweldigen als was zij een goddelijke macht; weersta de verleiding van natuuraanbidding. Als een soort verafgoding van de natuur.

 

Volgens het verhaal uit Genesis zijn wij geschapen uit de grond van de aarde. Als het ware geboetseerd. Maar het bijzondere is dat hij pas mens wordt als de Eeuwige zijn levensadem in zijn neus inblaast. Dan is de mens een levende ziel. Zolang hij adem heeft? Ja, ik denk van wel. Ik kom daar nog op terug.

 

Voor zover wij kunnen nagaan is ‘ziel’ hier geen orgaan zoals het hart en de nieren. Nog nooit heeft een anatoom een dergelijk orgaan in het menselijk lichaam kunnen ontdekken. Zolang we dus leven zijn we een levende ziel. Als we onze laatste adem uitblazen blijft er alleen een stoffelijk overschot over. Zonder die levensadem zijn we alleen stof. Deze levensadem bepaalt voor het overgrote deel ons leven. Het is onze drive, onze spirit, het bepaalt mede onze creativiteit en onze authenticiteit.

Het geeft een inblik in ons karakter, laat zien hoe wij in de wereld staan.

 

Zoals de tekst bij deze foto van Anne Frank laat zien afgebeeld aan de drukke A28.

 





Ik weet wat ik wil

Ik heb een doel

Ik heb een mening

Ik heb een geloof en liefde

Laat me mezelf zijn

Dan ben ik tevreden!

Als God me laat leven

Zal ik meer bereiken dan

Moeder ooit deed. ik zal

Niet onbetekenend blijven.

 

 

 

 

 

 

 

Ontroerend mooi. Een krachtig statement van zo’n jonge vrouw wie de mond op zo’n jonge leeftijd zeer gewelddadig werd gesnoerd. Haar woorden leven verder zolang er mensen zullen zijn.

 

Intussen, hoe zit het met de dieren? Ook die worden geboetseerd uit de grond van de aarde, net als de mens; en ook die zijn ‘levende wezens’ of ‘levende zielen’, net als de mens (Gen. 2:19 – “God boetseerde uit de akker alle dieren levend in het wild en alle vogels van de hemel en hij deed hen komen naar de mens om te zien hoe die hen roepen zou – en zoals de mens elk levend wezen roept, zo is zijn naam”). Een interessante vraag die tegenwoordig steeds meer in de belangstelling staat. Ook zij hebben toch onvervreemdbare rechten en hun waardigheid?

 

Wij zijn levende wezens, levende zielen. Alles wat adem heeft zolang het adem heeft. Wij allen zijn sterfelijk. Het onvermijdelijke komt voor ieder levend wezen. Hij blaast zijn laatste adem uit. Met die wetenschap moeten we leven.

 

En wat dan?

 

Zijn we onsterfelijk? Het lijkt erop dat we dat objectief gezien niet kunnen weten. Het Eerste Testament lijkt niets met dit idee van onsterfelijkheid te hebben. Een boute uitspraak dus, maar de moeite waard om over na te denken.

 

Chassidische[viii] Joden hebben in het verleden hun grafsteen naar de Olijfberg gebracht om daar begraven te worden. Onder hen waren er ook die geloofden in een opstanding uit de doden als zij op de Olijfberg begraven werden. Overeenkomstig een Midrash[ix] uit de 11e eeuw. Want dan ben je begraven tegenover de berg Moria waar ooit de Tempel heeft gestaan.

 

Waar komt die voorstelling van leven na de dood in het Christendom dan vandaan?

Hiervoor moeten we terug naar Socrates en Plato. In een van Plato’s dialogen, “Phaedo”[x] geheten, brengt Socrates de dood ter sprake - niet verwonderlijk omdat hij zelf tot de gifbeker is veroordeeld. Socrates werd namelijk om zijn ideeën als staatsgevaarlijk beschouwd.

 

Plato is van mening dat de aandacht voor de onsterfelijke ziel boven die van het vergankelijke lichaam gesteld dient te worden. Een soort onthechtingsproces moet er plaatsvinden..

 

Plato probeert zijn stelling te onderbouwen dat er een vergankelijke tijdelijke behuizing is van de mens in een lichaam. Na zijn dood verhuist de ziel naar de onderwereld. Wij spreken over het hiernamaals. Dit dualistisch denken hebben de Christenen overgenomen.

 

Vooral tijdens het vroege Christendom heeft het Neoplatonisme een grote invloed uitgeoefend op de geloofsleer. Een van de grote Neo-Platonisten was Aurelius Augustinus, die een enorme stempel heeft gedrukt op de Christelijke geloofsleer. Wij zijn dus kinderen van Plato - ook als we ons daar niet van bewust zijn. De meesten van ons zijn opgegroeid met de voorstelling van de onsterfelijke ziel en zo met het geloof in een leven na dit leven. Houden we vast aan die voorstelling of laten we die los?

 

Waar onze doden zijn? Ik weet het niet. Zijn ze wel ergens? Dat weet ik ook niet. Ik kan daar geen antwoord opgeven. Het is best goed uit te leggen dat dergelijke voorstellingen over het leven na de dood zijn ontstaan. Een mens wil nu eenmaal houvast hebben en creëert voor zichzelf of collectief bepaalde voorstellingen om zekerheid te hebben.

 

Wat is de rol van Apostel Paulus hierin geweest? Want hij wordt in het algemeen als de stichter van de Christelijke kerk beschouwd en niet Jezus van Nazareth. Hier even kort overzicht dat voor Christenen gesneden koek mag worden genoemd.

 

De geschriften Paulus legden de nadruk op de kruisiging, de opstanding van Jezus en de Parousia[xi] of tweede komst van Christus.[xii] Paulus zag Jezus als Heer, de ware messias en de Zoon van God, die van tevoren door God was beloofd, door zijn profeten in de Heilige Schrift. Hoewel hij een biologische afstammeling van David was ("naar het vlees")[xiii], werd hij door zijn opstanding uit de dood tot Zoon van God verklaard. Paulus predikte dus de dood, opstanding en heerschappij van Jezus Christus, en hij verkondigde dat geloof in Jezus een aandeel in zijn leven garandeert. In de ogen van Paulus was “Jezus' dood geen nederlaag, maar was deze ten bate van de gelovigen", een offer dat in de plaats kwam van het leven van anderen, en hen bevrijdde van de slavernij van de zonde. Gelovigen nemen deel aan de dood en opstanding van Christus door hun doopsel. De opstanding van Jezus was voor Paulus van het grootste belang, omdat het de belofte van verlossing aan gelovigen bracht. Paulus onderwees dat bij de wederkomst van Christus "zij die in Christus gestorven waren, zouden worden opgewekt", terwijl zij die nog in leven waren "samen met hen in de wolken zouden worden opgenomen om de Heer in de lucht te ontmoeten"[xiv]

Sommige Schriftgeleerden zien Paulus als volledig in lijn met het 1e-eeuwse Jodendom (een Farizeeër en student van Gamaliël[xv] zoals voorgesteld in Handelingen), anderen zien hem als tegengesteld aan het 1e-eeuwse Jodendom (zie Marcionisme[xvi]), terwijl de meerderheid hem ergens tussen deze twee uitersten in ziet, tegen het vasthouden aan het houden van de "rituele wetten" (bijvoorbeeld de besnijdenis controverse in het vroege christendom) als noodzakelijk voor toegang tot Gods Nieuwe Verbond, maar volledig akkoord met de "Goddelijke Wet". Deze opvattingen van Paulus komen overeen met de opvattingen over de Bijbelse Wet in het Christendom.

Paulus herdefinieerde het volk Israël, degenen die hij het "ware Israël" en de "ware besnijdenis" noemt, als degenen die geloof hadden in de hemelse Christus, en sloot zo degenen die hij "Israël naar het vlees" noemde, uit van zijn nieuwe verbond. Hij was ook van mening dat de Torah die aan Mozes gegeven was, geldig was "totdat Christus kwam", zodat zelfs Joden niet langer "onder de Torah" zijn, noch verplicht om de geboden of mitzvot[xvii] te volgen zoals die aan Mozes gegeven waren[xviii].

Paulus staat zowel theologisch als empirisch kritisch tegenover claims van morele of lineaire superioriteit [xix] van Joden, terwijl hij omgekeerd sterk de notie van een speciale plaats voor de Kinderen[xx] van Israël ondersteunt.

Paulus' theologie van het evangelie versnelde de afscheiding van de messiaanse sekte van christenen van het Jodendom, een ontwikkeling die in strijd was met Paulus' eigen bedoeling. Hij schreef dat alleen het geloof in Christus beslissend was voor de verlossing van zowel Joden als niet-Joden, waardoor het schisma tussen de volgelingen van Christus en de reguliere Joden onvermijdelijk en permanent werd. Hij betoogde dat niet-Joodse bekeerlingen geen Joden hoefden te worden, zich niet hoefden te laten besnijden, geen Joodse dieetbeperkingen hoefden te volgen, of anderszins de Mozaïsche wetten niet hoefden na te leven om gered te worden.



Een luchtfoto van een herder die een kudde schapen leidt op de besneeuwde hellingen van een heuvel in een landelijk gebied in de oostelijke stad Van in Turkije op 3 februari 2024. The Atlantic.


In feite zijn de voorstellingen van Apostel Paulus zeker beïnvloed door platoonse filosofische ideeën. Aurelius Augustinus en andere Neo-Platonisten in de vroege Christelijke kerk hebben deze ideeën verder uitgewerkt[xxi]. Daar zullen we nog uitvoerig op terugkomen.

Maar die andere, toch zeker wel in de bijbel gewortelde voorstelling van de ‘opstanding der doden’, dat wil zeggen ‘de opstanding van het lichaam’ of, goed reformatorisch, ‘de wederopstanding des vlezes’ - hoe zit het daarmee? In de apocriefe boeken wordt een enkele maal gewag gemaakt van een opstanding uit de doden.

 

Binnen Christelijke denominaties zijn grote verschillen in opvattingen over het leven na de dood en de opstanding der doden. In sommige richtingen zelfs met uitvoerige beschrijvingen over mogelijke heilsdaden aangestuurd door geestelijken op aarde. In hoeverre deze rites stroken met algemeen Christelijk theologisch aanvaarde bijbeluitleg betwijfel ik. Ook maak ik mij zorgen over eventueel psychohygiënische schade die zulke voorstellingen kunnen veroorzaken. Naar mijn opvatting dienen deze als een sektarische uiting te worden opgevat.

 

Concluderend kunnen we zeggen dat niemand van ons kan weten of het wel niet of het zo is, of het misschien toch mogelijk is. Je kan denken van niet, maar diep in je hart hoop je het misschien toch wel. Misschien niet eens voor jezelf, maar wel voor die ene ander die je zo dierbaar is. Zoals bij Orpheus en Eurydice[xxii].

Dat verlangen kan je gelukkig maken en troost bieden.

Dat is voor ieder verschillend en daar mag verder niemand in treden.

Daar past eerbiedig zwijgen.

 

Tot slot de prangende vraag die natuurlijk ook hierbij hoort.

Komt het nog weer goed met deze wereld?

 

 

Een rechtvaardige wereld waar niet de dood heerst.

Het ligt in onze hand.

Vier grote mensen die ik noemde, bewijzen dat het kan

 

 

Hierbij nog een paar foto’s uit de recente actualiteit, die voor zichzelf spreken.

 



Aardbeving in Japan op Nieuwjaarsdag 2024:

Een vrouw fietst langs beschadigde huizen in de stad Noto op 1 januari 2024 –

Wat zou zij denken….? Met haar haar ziel onder de arm?

James Joice[xxiii] zei ooit: “Geschiedenis is een nachtmerrie waaruit ik probeer te ontwaken.”

 

 




Oorlog Ukraine – Russische bombardement  op centrum Kiev 020124 – Overlevende heeft een icoon meegenomen – Je wereld stort in - een laatste houvast… ( The Kyiv Independent Kostiantyn Liberov/Libkos/Getty Images). De beroemde Russische schrijver Konstantin Paustovski[xxiv] (1892-1968) schreef: “voor sommigen is de oorlog een moeder, en voor anderen is het de duivel zijn grootje…   

 

 


BBC[xxv]: Overlevenden en familieleden van degenen die werden gedood

of ontvoerd tijdens het Novafestival brachten emotionele bezoeken

aan het gedenkteken in Re'im, in het zuiden van Israël.



Everyone is hungry in Gaza, warn UN humanitarians - UNICEF/Abed Zagout

An eight-year-old child waits her turn to receive food in Rafah, in the southern Gaza Strip.

 


A bright rainbow lights up stormy skies in Robbins, California, on February 19, 2024 – The Atlantic –

HOOP ONDANKS ALLES….

 

 

UITSMIJTER:

Dicht bij bovengenoemde opvattingen over lichaam en ziel staan de ideeën van de grote filosoof Spinoza uit de 17e eeuw. Er zijn vele meningen in de loop der eeuwen gevormd over deze bijzondere man. Lees maar eens zijn biografie in Wikipedia.[xxvi] Persoonlijk spreken mij zijn pantheïstische ideeën erg aan. Pantheïsme werd populair in de moderne tijd vanwege zijn theologische en filosofisch werk. Spinoza had de opvatting dat geest en stof één zijn, en beide attributen[xxvii] zijn van een oorspronkelijke substantie die wij God noemen. 

 

Albert Einstein zei te geloven in Spinoza’s God die zich openbaart in een ordelijke harmonie van alles wat bestaat, en niet in een God die zich bemoeit met het lot en handelen van mensen.




 

 


 


[vi] Mensenrechten vormen de grondslag van de democratie. Het idee van zogenoemde ‘onvervreemdbare’ rechten  komt voort uit het natuurrecht, dat ervan uitgaat dat ieder mens vanaf de geboorte bepaalde rechten heeft, zoals de menselijke waardigheid en het bestaan als persoon.  Zie website Amnesty International: Mensenrechten - lijst van mensenrechten - Amnesty International

[xii]  Galaten 1:16

[xiii]  Romeinen 1:3

[xiv] 1 Thessalonicenzen 4:14-18

[xviii] Galaten 3 - 4

[xix]  Romans 2:16–26

[xx] Romeinen 9-11

[xxiv] Konstantin Paustovski - Wikipedia uit zijn boek “Verhaal van een leven” pag. 456

303 weergaven7 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
Post: Blog2_Post
bottom of page