top of page
Foto van schrijverGerrit Sepers

Hoe heeft ’t ooit zover kunnen komen _ Hoofdstuk 19 _ Turbulente tijden

Bijgewerkt op: 28 jul. 2022

Update Donderdag 28 juli 2022

Zondag 21 november 2021


Inleiding om de tussentijdse stilte te verklaren.

Bij het terugkijken naar je eigen geschiedenis is er een belangrijke valkuil die je

Zoveel mogelijk dient te vermijden. Namelijk kijken naar het verleden met de bril van

de huidige tijd.


Het punt dat ik wil maken is dat je niet zomaar de handelwijzen van dienende

broeders en leidinggevenden uit de verleden tijd kunt afkeuren of veroordelen.


In Coronatijd is er veel gebeurd en heeft mij veel stof tot nadenken gegeven. Voortschrijdend inzicht heeft mij het volgende geleerd. Schrijven doet heel veel met een mens. Als je namelijk een paar zinnen opschrijft gebeurt er al snel iets bijzonders met je zelf. Plots schrijf je een zin op en dan ontdek je dat er zo maar iets uit je pen vloeit waar je niet bewust over hebt nagedacht. Het overkomt je. Dat is een merkwaardige ervaring. Hannah Arendt schrijft daar al over in haar boek “Menselijke Conditie” [i].



Kogelvis, Maastricht, augustus 2020


Er zijn in de tweede helft van de jaren ’90 van de vorige eeuw binnen de NAK gebeurtenissen geweest die hele diepe groeven bij mij hebben achtergelaten. Om juist over deze ervaringen te schrijven kost mij erg veel energie. Er lijkt een soort blokkade in mijzelf te zitten. Tevoren heb ik daar nooit zo bij stilgestaan.

Maar het zijn juist deze ervaringen die ik in de volgende blogposts wil bespreken. Naar mijn mening moet ik daarover schrijven.


Het gaat namelijk over belangrijke leer- en bewustwordingsprocessen voor deze kerk, waar ik zelf uit stam. Ja waar ik in feite letterlijk en figuurlijk in geboren en getogen ben. Waar ik een groot deel van mijn leven al mijn energie heb gegeven aan dienen, leidinggeven, pastorale zorg zonder enige officiële universitair theologische opleiding. Zonder enige bestuurskundige opleiding. Gewoon gewerkt met mijn boerenverstand. Waar mijn echtgenote mij door dik en dun heeft gesteund en onmetelijke offers heeft gebracht. Ik besef heel goed dat er vele anderen zijn die hetzelfde hebben gedaan.


En uit ervaring weet ik dat verschillenden onder hen eenzelfde lot hebben ondergaan als ik. Dus onze inzet is niet echts iets bijzonders geweest. Ook ben ik me terdege bewust dat ik fouten heb gemaakt. Daar kom ik in het volgende blog nog verder over te spreken Maar bovenstaande heeft je ziel wel gevormd, ja geformatteerd. De NAK zit in feite tot in de diepste vezels van je ziel.


In welke omgeving heb ik moeten functioneren? En wat zijn toegestane kaders geweest?

Dat zijn een hele interessante vragen. Laat ik allereerst met de praktische werkomgeving beginnen. Nadat ik als Opziener op de Centrale Administratie kwam werken heb ik ook letterlijk moeten wennen aan mijn werkomgeving. Allereerst was er geen vastomlijnde taakomschrijving. Voor niemand trouwens. In het begin was er geen fatsoenlijke werkplek voor mij te creëren. Ik heb eerst in een kamertje gewerkt waar ook de server van de computer stond. In den beginne van de computertijd veroorzaakte dat veel lawaai. In die tijd werd de computer driemaal per week gebruikt en dan vluchtte ik naar de kelder.


Thuiswerken bestond toen nog niet. Bezoek ontvangen voor besprekingen was eigenlijk nauwelijks mogelijk. Achteraf was ik natuurlijk veel te meegaand en offerde me op voor de goede zaak… Toen ik na een paar jaar Apostel werd verbeterde situatie aanmerkelijk.


Ook in overdrachtelijke zin waren de toegestane kaders uiterst klein en smal. Eigen inbreng of voorstellen die de grenzen van de leer bereikten moesten eerst uitermate goed voorbereid worden en gefaseerd besproken worden. De meeste kans van slagen op eventuele vernieuwingen maakte ik als de ideeën tot die van mijn leidinggevende waren geworden.


RICHTINGENSTRIJD

Uit bovenstaande moge duidelijk zijn dat een richtingenstrijd in feite op den duur onontkoombaar was. Ik heb tot het allerlaatste – waarschijnlijk tegen beter weten in – gehoopt op een zinnige dialoog. Zoals zal blijken een ijdele hoop.


De catastrofe in 1998 bij de opvolging van de toenmalige Districtsapostel in Nederland heeft alles hiermee te maken.


Alles moest bij het oude blijven. Er was geen ruimte voor nieuwe inzichten die de kerk ten goede zouden kunnen komen. In een ander blog kom ik daar uitvoerig op terug; met alle daaropvolgende gebeurtenissen.


Dienende broeders[ii]

De allereerste vraag die hier gesteld dient te worden is de volgende:

“Wat brengt iemand ertoe om dienende broeder te worden?”. Streven naar een ambt werd nooit gewaardeerd. Je wordt gevraagd en dan zeg je geen nee. Want God verkiest je, werd gezegd. In de tijd waarin ik opgegroeid ben zag men dat toch als een eer. Zelf heb ik dat niet als een dwang ervaren. In mijn directe omgeving was ’t ook geen echte familietraditie. Voor mijn aanzien had ik geen dienaarschap nodig. Ook was er geen sprake van een geldingsdrang of een groot ego. Er was wel iets van een drang in mij om mij op sociaal gebied binnen de kerk te manifesteren. Dat zag ik bij mijn vader ook. In diens voetsporen wilde ik als dienende broeder wel treden.


Zoals ik al in het begin schreef kun je niet zomaar handelwijzen van dienende broeders en leidinggevenden uit de verleden tijd afkeuren of veroordelen.

De NAK is en blijft grotendeels een lekenorganisatie waarvan de meeste dienende broeders onbezoldigde vrijwilligers zijn. Enerzijds is dat een sterk punt.


Maar tegelijkertijd is dat ook haar zwakte. Er zijn Dienende broeders die, door de gevolgen van een bijna militaristische ambtsstructuur, zo verstikkend gevangen zijn geraakt dat zij vaak erg eenzaam zijn.


Je mag en je kan maar heel weinig je eigen diepere gevoelens tonen. Dat wordt niet zo gewaardeerd. De kans op een dubbelleven, de ontwikkeling van een gespleten persoonlijkheid is dan een groot gevaar.

Voor het algemeen belang offer je veel van je eigen ideeën, gedachten en gevoelens op. Je past je te veel aan. Je loopt het risico te veel gehoor te geven aan een rigide leidinggevende of dito systeem.


Het grote gevaar schuilt erin dat je bij echte grote beslissingen in grote gewetensnood gebracht wordt. Dat kan in bijzondere gevallen leiden tot onethische en immorele besluitvorming en handelen leiden.


Ik ben daar zelf een paar keer mee geconfronteerd.

Als voorbeeld: in kleine gemeente zouden een aantal zielen verzegeld worden. Een van hen moest en zou ingezet worden als Diaken. Zelf was ik mordicus tegen omdat er al genoeg familieproblemen waren ontstaan wegens zijn toetreden tot de NAK. Als ik niet akkoord kon gaan kon deze broeder niet verzegeld worden volgens de DAp en een DEv. Dit alles speelde zich af één uur voor de dienst. Ik vond dit je reinste chantage. En ik vond bij beiden geen gehoor voor mijn argumentatie. De broeder is wel als Diaken ingezet. Ik had me zelf gezworen deze familie bijzonder te blijven begeleiden.


Deze vorm van misbruik van macht kan veel ernstigere vormen aannemen. Een vroegere (atheïstische) collega zei ooit tegen mij in 1979 over de NAK: “als jullie kerk zo groot wordt als de kerk van Rome, dan doen jullie precies hetzelfde als zij”.


Toen zag ik dat anders. Met de kennis van nu, denk ik dat hij best gelijk zou kunnen hebben. We weten allemaal dat de kerk van Rome bloed aan haar handen heeft.

Ik hoef alleen maar te memoreren aan Canada waar inheemse kinderen systematisch zijn vernederd, seksueel misbruikt, ja zelfs omgebracht zijn.

Ik vind het fantastisch dat Paus Franciscus op zijn 85e naar deze Indianenstammen is gegaan om hen zijn excuses aan te bieden.


En de allerergste vorm van misbruik van macht blijft voor mij de Holocaust. Waar voor mij de rol van de NAK in die tijd nog steeds erg duister blijft. Ik hoop dat er binnen deze kerk ooit een even grote man als Franciscus zal opstaan om hierover het licht te laten schijnen.


Paus Franciscus draagt in Canada een traditionele verentooi, na een toespraak in Maskwacis, een inheemse gemeenschap in de provincie Alberta.

Eigen meningen en dialoog

Eigen meningen worden meestal niet op prijs gesteld. Een oude bekende slogan komt nu bij mij naar boven stammend uit de tweede helft van de vorige eeuw: “Navolging tot het laatst, al het andere is zonder waarde”. Een totaal uit zijn verband gerukte uitspraak van Jezus Messias. In een artikel op de site van de Karl Barth Stichting wordt uitvoerig ingegaan op de betekenis van Jezus’ woorden inzake navolging: “Bonhoeffer’s theologische weg als uitdaging voor Karl Barth”.


Er is binnen de kerk namelijk geen echte gelijkwaardige dialoog mogelijk, omdat er geen gelijkwaardige verhoudingen bestaan tussen dienende broeders in de verschillende hiërarchische posities en onderling en de gelovigen.

Helaas erkent de NAK ook (nog) geen dienende zusters in een ambt.


Om te overleven zwijgen zij dus veel te vaak zoals u uit bovenstaande kunt lezen. Hierdoor ontstaat een stinkende beerput, een voedingsbodem voor conflicten. Door gebrek aan professionele conflictbemiddeling ettert alles maar door. Veelal worden conflicten onvoldoende opgelost.


Dezelfde patronen

Mensen van goede wil komen zo tussen de raderen terecht en worden als zij hun meningen geven of over hun dieperliggende gevoelens, vragen of zorgen willen spreken, vaak af geserveerd. Inmiddels lijkt de NAK zich daarvan toch bewust te zijn geworden gezien de publicatie van DE VERKLARING op website van NAK Nederland op 20 augustus 2021.

In reflectie op mijzelf heb ik veel energie nodig gehad voor deze verklaring - waarover later meer.


Uit de gesprekken met broeders en ook zusters die in knel zijn geraakt is mij dat meermaals gebleken. Het zijn altijd dezelfde patronen. Of zijn leidinggevende dienende broeder heeft in het maatschappelijke leven een hogere en/of onaanzienlijke functie.

Binnen de NAK is hij omhoog gekatapulteerd. Dat leidt vaak tot onverkwikkelijke conflicten op die vaak nauwelijks oplosbaar zijn. Of dienende broeders staan zo strikt in de leer dat er geen enkele nuance mogelijk is. Vaak zijn zij ook gespeend van enig inlevingsvermogen. Zij kunnen a.h.w. een broederkring terroriseren.


In mijn tijd was er een broeder op de Centrale Administratie in Amersfoort werkzaam die dit probleem kernachtig heeft samengevat: “Rang is pas rang als er rang op staat”.


Het lijkt erop dat ook dienende broeders van hoog tot laag veel te gemakkelijk in een dwangbuis terecht komen; een gevangene van een systeem zijn omdat zij volgens de maatstaven van dat systeem moeten denken en handelen.


Je wordt dus nolens volens[iii] in die rol gedrukt. En zo word je dus een onderdeel van het in-zichzelf-in-stand-houdend systeem.


Oleander, augustus 2020


Nieuwe Ambtsstructuur

Bovenstaande uiteenzetting betekent niet dat een nieuwe ambsstructuur hiervoor de oplossing is. En dat probleem geldt ook niet voor iedereen. Er zijn er die daardoor floreren. In de maatschappij NIETS, binnen de kerk IETS.


De NAK kent geen scheiding der machten, heeft geen onafhankelijk controlerend of adviserend orgaan met bevoegdheden dat de macht van het Apostolaat en lagere gremia kan controleren en/of adviseren. Dat is ook niet nodig , want God inspireert hen. Statutair was daar in ieder geval in mijn tijd niets over te vinden. De leden in het algemeen hadden geen enkele inspraak. Of dat verbeterd is mag ik hopen. Maar ik betwijfel dat ten zeerste.


In het algemeen worden de hoogste ambten in de NAK bekleed door broeders uit het hogere segment van de middenklasse in onze maatschappij. Naar Nederlandse maatstaven merendeels met een HBO opleiding. In de lagere regionen – om dat nare woord te gebruiken – ligt dat verschillend zoals hierboven al gememoreerd.

In mijn tijd bestond er geen echte strakke richtlijn als een screeningstool met betrekking tot de beoordeling van een ambtsvoordracht. De competenties van een kandidaat zijn natuurlijk ambtsniveau bepalend.


De Goddelijke en de Menselijke natuur lopen dwars door elkaar heen. In de verklaring van het nieuwe ambtsbegrip wordt dit probleem wel omfloerst aangestipt maar er worden geen oplossingen aangedragen.


Uit deze samenvatting[iv] - gepubliceerd in NAC Today - vallen namelijk wel drie belangrijke punten direct op:


1. Het ambt en de goddelijke natuur van Christus.

2. De persoon van de dienaar en zijn menselijke natuur.

3. Ambt en persoon zijn met elkaar verweven.


Deze punten komen natuurlijk op elk niveau in de ambtsstructuur in meerdere of mindere mate weer terug. De persoonlijkheidsstructuur van een dienende broeder, zoals empathisch- en reflectief vermogen, feedback vragen, competenties, opleidingsniveau, bepalen uiteindelijk of dit systeem werkt of faalt.


Daar ligt wel de sleutel tot een oplossing, maar wordt verder helaas niet verder uitgewerkt. Die sleutel ligt namelijk in een controlerend en adviserend orgaan – dus met bevoegdheden - voor het Apostolaat en voor lagere gremia. Want de uiteindelijke macht in de NAK is nog steeds ongecontroleerd geconcentreerd in het Apostolaat zelf.


Volgens mij zijn er wel kleine hoopvolle signalen die op veranderend inzicht wijzen. Namelijk de oprichting van een orgaan dat de uitvoerende financiële macht van de Stamapostel adviseert[v]. Maar dit nieuwe gremium is niet onafhankelijk. De leden komen uit de kring van de DApostelen zelf.

Oftewel de slager die zijn eigen vlees keurt…


Eigen verantwoordelijkheid

Bij het terugkijken naar je eigen geschiedenis is er een belangrijke valkuil die je zoveel mogelijk dient te vermijden. Namelijk kijken naar het verleden met de bril van de huidige tijd.


Hierbij kan ik het voorbeeld noemen van het begrip “eigen verantwoordelijkheid” dat Stamapostel Hans Urwyler in de tachtiger jaren heeft geïntroduceerd. De implementatie van dit begrip in gemeenten en districten had ervoor moeten zorgen dat er meer ruimte kon komen voor eigen meningsvorming, voor openheid en gelijkwaardigheid, voor een eigen persoonlijk geloven.


- Maar is de echte betekenis van het begrip eigen verantwoordelijkheid ooit wel

voldoende doorgedrongen in de gemeente?

- En was (en is) er wel voldoende ruimte binnen de NAK om zo’n project te laten slagen?

- En werd zijn wens tot meer eigen verantwoordelijkheid onvoldoende gedragen door de toenmalige Districtsapostelen?


Mede door de sterke hiërarchische verhoudingen binnen de kerk is dit proces veel langzamer tot stand gekomen dan Hans Urwyler had gehoopt (als het al volledig tot zijn recht is gekomen).


Zijn opvolger Richard Fehr heeft in dat proces hiervoor geen draagvlak kunnen of willen creëren. Dat blijkt onder andere uit zijn befaamde slogan: “Het woord kritiek komt niet in de bijbel voor”. Letterlijk genomen mag dat zo zijn. Maar in vele geschiedenissen komt dat juist wel degelijk aan de orde. Het meest mooie voorbeeld is wel hoe Abraham als rechtvaardige tot het uiterste pleit bij God om Sodom en Gomorra te sparen. Waarbij Abraham dus echt weerwoord durft te geven geeft aan God. Hij levert dus kritiek:


“Wilt u dan behalve schuldigen ook de onschuldigen het leven benemen? Misschien dat er in die stad nog vijftig onschuldigen zijn. Zou u die dan ook uit het leven wegrukken en niet de hele stad vergeving schenken omwille van die vijftig onschuldige inwoners? Zoiets kunt u toch niet doen, hen samen met de schuldigen laten omkomen! Dan zouden de schuldigen en onschuldigen over één kam worden geschoren. Dat kunt u toch niet doen! Hij die rechter is over de hele aarde moet toch rechtvaardig handelen?” De Heer antwoordde: Als ik in Sodom vijftig onschuldigen aantref, zal ik omwille van hen de hele stad vergeving schenken.” Genesis 18: 9-28 NBV


Dat is toch een indrukwekkende tekst! Ja, we weten nu hoe Abraham verder heeft gepleit tot zelfs tien onschuldigen aan toe…


In dit verhaal is er nog een ander boeiend aspect aanwezig. God stelde Abraham niet alleen op de proef maar schonk hem ook vertrouwen, Hij luisterde naar Abraham, ging mee in zijn pleidooi. Uit de opmerking van Richard Fehr leid ik af dat hij als leider van de NAK weinig ruimte geeft aan de gelovigen en zijn grondpersoneel.


Dus weinig vertrouwen in hen lijkt te stellen. Als verzachtende omstandigheid moet ik hierbij wel aanvoeren dat zijn speelruimte binnen de kring van de aartsconservatieve DApostelen gering was. Deze stammen nu juist uit de meest financieel draagkrachtige Aposteldistricten zoals USA*&Canada en Baden Würtemberg.


Piet Mondriaan, Molen in maanlicht, 1907 (150 jaar geleden werd Mondriaan geboren in Amersfoort; website: Mondriaan 150 — Mondriaanhuis)


Vertrouwen versus wantrouwen

Vertrouwen is een woord met een goede uitstraling.

Maar met een tweeledige betekenis.:


a. Vertrouwen schenken, vertrouwen hebben in de ander.

b. Maar ook vertrouwen hebben in jezelf

Ad a. Het hangt van de context af of het inderdaad een goede zaak is. Liefde voor foute figuren is slecht, vertrouwen in een malafide persoon of instantie net zozeer.


Wat ik binnen de NAK heb meegemaakt is dat er te snel van uitgegaan wordt dat vertrouwen altijd nastrevenswaardig is. Iemand kan ook te veel vertrouwen hebben oftewel te goedgelovig zijn. In de structuur van de kerk werd er in mijn tijd zeker ervan uitgegaan dat je de dienende broeders, je zegenaars, blindelings kon vertrouwen. Deze verwachting werd er ook als het ware ingelegd. Hiervoor werd het woord ‘Navolging’ gehanteerd.

Vertrouwen mag je niet vragen laat staan eisen. Vertrouwen moet je verdienen. Ben je als leidinggevende te vertrouwen. Vertrouwenswaardigheid wordt bepaald door integriteit, onpartijdigheid (geen eigen belangen laten voorgaan boven algemeen belang) en competentie..


Dus een gezonde kritische houding aannemen kan in ieders voordeel werken. Je mag dat best wel als een deugd zien. Zoals Aristoteles[vi] al zei: elke deugd is een midden tussen twee ondeugden. Voor vertrouwen is de ene pool cynisme en de andere is goedgelovigheid, naïviteit. Een kritische houding is niet per se een overdreven wantrouwen naar leidinggevenden.


Complotdenkers zijn van alle tijden. In onze gepolariseerde wereld zien we dit fenomeen steeds zich profileren. Zij staan bijvoorbeeld niet zelden cynisch tegenover de gevestigde macht maar zijn juist goedgelovig jegens hun zelfgekozen autoriteiten. Een tekort en een overschot aan vertrouwen gaan hier samen.


Concluderend: Vertrouwen hangt samen met prestaties . Hierdoor krijgt de gelovige vertrouwen in zijn Diaken of Priester, Opziener of Apostel. Vertrouwen kan daardoor ook weer toenemen.


Ad b. Het zelfvertrouwen wordt in de opvoeding binnen de NAK niet echt aangewakkerd. Grootbrengen in de leer kwam meestal door kleinhouden. Navolgen van de dienaren. Hiermee was er op de meeste niveaus nauwelijks ruimte voor dialoog. Als kerk draag je dan bij aan opvoeding van onzekere en angstige mensen.


Dat komt ook mede door de inhoud van de leer zelf die voor wat de eeuwige toekomst betreft voornamelijk gebaseerd is op teksten uit het boek Openbaring met zijn vreselijke angstaanjagende beeldspraak die voor realistisch wordt gehouden. Zeker vanaf de jaren dertig tot het einde van de twintigste eeuw hebben deze teksten diepe sporen getrokken door de NAK. Maar in ons huidig tijdsgewricht is de grondslag van de leer in de NAK is niet of nauwelijks veranderd, alleen de toon lijkt gematigder. Zie Catechismus Hoofdstuk 10, de leer van de toekomstige dingen.


Nieuwe ambtsstructuur nieuw elan?

Zoals gezegd is sinds 2019 in de NAK een nieuwe ambtsstructuur ingevoerd[vii].

Ook hier geldt dezelfde vraag: de nieuwe ambtsstructuur kan zijn ingevoerd maar is hiermee het hiërarchisch denken in de hoofden van de dienende broeders verminderd of zelfs verdwenen?


Bij de gedachten over de eigen verantwoordelijkheid ten tijde van Hans Urwyler heeft er een implementatie in de gemeenten plaatsgevonden. Maar voor de laatste betekenisvolle veranderingen in de ambtenstructuren heeft er zover ik ben geïnformeerd op gemeentelijk niveau in Nederland althans nooit enige implementatie plaatsgevonden. Laten we hopen dat ik het mis heb! Dat is natuurlijk best jammer en beschouw ik als een gemiste kans.


Ooit hebben we in het kader van Dienen en Leidinggeven rond de eeuwwisseling in Amsterdam Osdorp een bijeenkomst voor voorgangers georganiseerd. Een groepje ‘acteurs’ heeft in een cabaret achtige vorm NAK symptomen en structuren uitgebeeld in pakkende scènes. Niet alle aanwezigen herkenden zich in bovenstaande afgeschilderde problematiek…


Het punt dat ik wil maken is dat je niet zomaar de handelwijzen van dienende broeders en leidinggevenden uit de verleden tijd kunt afkeuren of veroordelen.


Historici worden in hun academische opleiding hierop getraind. De NAK heeft te maken met goedwillende leken die zonder enige grondige vooropleiding belangrijke bestuurlijke verantwoordelijkheden op zich nemen.


Hoe hoger in de pikorde des te meer zijn deze leidinggevenden in mijn tijd merendeels afkomstig geweest uit de hoek van het management en vaak amper of niet geschoold in mens- en gedragswetenschappen of methoden om conflicten op te lossen die horen bij pastorale zorg. Laat staan theologie in de ware zin van het woord of filosofie.


Ik mag hopen dat deze vaststelling van weleer tot het verleden behoort.

Aan het Scheveningse strand, oktober 2021


Mijn actieve periode als Apostel

In deze fase na 1988 als heb ik als Apostel van de NAK in Nederland erg moeten wennen aan mijn nieuwe positie in de kerk. De inzetting Opziener Kamstra en mijn persoon is mede ingegeven door het feit dat DAp Pos een groter gebied onder zijn beheer heeft gekregen.


Hij verblijft het grootste deel van het jaar in Hamburg en Bremen. Hij maakt ook grote reizen naar Groenland en Scandinavië. En is dus maar voor korte perioden in Nederland.


Er komt veel op mijn bordje en er is dan ongewild niet zo veel tijd voor overleg. Ik merk dat ik in mijn zelfstandigheid groei. Grosso modo is de samenwerking met de DAP Pos in den beginne goed.


Van begin af aan vindt er ook veel onderlinge uitwisseling plaats tussen de drie districten Bremen, Hamburg en Nederland. In de vorm van bezoeken van Apostelen over en weer tijdens verschillende diensten en bijeenkomsten. Namelijk met de Apostelen Walter Drave, Eckehard Krause en Willy Leber. Gedurende deze jaren en ook later hebben onderlinge vriendschappelijke verhoudingen bestaan. Ook privé. Met één familie zijn we zelfs een aantal malen met vakantie geweest in Noorwegen. Ik merk wel dat zij allen in echt conservatief nest zijn opgegroeid. Zij stralen dat ook uit.


Dat is louter een vaststelling en zeker geen waardeoordeel. Maar toch kunnen we bepaalde gevoelige onderwerpen in wederzijds respect goed met elkaar bespreken met behoud van eigen standpunten. Maar daar blijft ’t dan ook bij. Zulke gesprekken hebben weinig of geen invloed op de algemene beleidslijnen binnen de kerk. Of er wezenlijke ruimte ‘naar boven’ was om anders te denken moet ik helaas met nee beantwoorden. Dat past dus bij het systeem van de kerk.


In beide districten Bremen en Hamburg wordt DAP Pos op handen gedragen. Hij is in deze positie toegankelijk en gemakkelijk in de omgang in vergelijking met zijn collegae in de Duitse kerkprovincies. Dat zijn de broeders en zusters aldaar in die tijd in het geheel niet gewend. De afstand tussen de leiding en de basis is daar enorm groot. De verhoudingen zijn daar zeer hiërarchisch in vergelijking met die in Nederland.


Opvallend is in die tijd ook dat zelfs bij ernstige ziekte van een DApostel niemand in zijn directe omgeving hiervan op de hoogte wordt gesteld. Van één persoon weet ik dat zelfs de Stamapostel van niets heeft geweten. Wordt ziekte dan als een nederlaag ervaren? Later heb ik van anderen gehoord dat zulks in die kringen meer is voorgekomen. In een dergelijke positie ben je dus wel erg eenzaam. Dat is m.i. niet incidenteel maar echt structureel


Toch moet ik helaas vaststellen dat zijn verblijf in Bremen en Hamburg ook minder positieve kanten voor ons Nederlanders en voor mij persoonlijk heeft gehad.


En steeds meer mensen in mijn directe omgeving in Nederland gingen dat ook merken. Allereerst de districtsdienaren die bij mij aanklopten en zeiden dat de DAp meer en meer bepaalde “Duits - Apostolische” denkwijzen overnam.


Ieder gebied heeft natuurlijk zijn eigen cultuur. Laat ik het zo uitdrukken. Nederlanders zijn nou eenmaal geen Duitsers. Bepaalde Duitse zienswijzen en kenmerken moet je nu eenmaal niet naar Nederland overbrengen.

En omgekeerd geldt dat ook. Het oude spreekwoord geldt nog steeds (zeker in Corona tijd nog maar eens bewezen): “Waar je mee omgaat word je mee besmet”. Mijns inziens heeft dat in bepaalde situaties tot onderhuidse spanningen geleid en soms zelfs tot openlijke ergernissen.


Daar heb ik toch wel een weg in moeten vinden. Of zoals de oude Grieken middels Homerus zeiden: tussen “Scylla en Charybdis”[viii] door varen. Zie onderstaand plaatje.



En dat is bij tijd en wijle niet eenvoudig geweest omdat DAp. Pos hier moeilijk over kon praten. Achteraf bleek dat men in genoemde Duitse districten ook niet altijd gediend was van zijn Nederlandse ideeën.

Grote maatschappelijke verschillen in de districten

Ik stel ook vast dat er grote maatschappelijke verschillen bestaan tussen beide districten Bremen en Hamburg. In het algemeen zijn de broeders en zusters in district Hamburg hoger opgeleid en welgestelder. En als ik aan de leden aantallen denk, dan zinkt ons kleine vaderlandje in het niet bij deze districten.


In die periode heb ik ook kennisgemaakt met twee hele markante mensen. Allereerst Apostel Karl Weinmann[ix] een zeer erudiete en humoristische man. Ook op hoge leeftijd verdreef hij zijn tijd nog met studie in de geschiedenis van de NAK. En studeerde daarnaast ook Russisch.


In Hamburg heeft hij namelijk een prachtige bibliotheek opgericht met vele belangrijke werken uit de geschiedenis van de Apostolische beweging. Met name van de Katholiek Apostolische Gemeenschap. De historicus Walter Drave voert in mijn tijd daar de scepter.


Ik heb daar een keer een dag mogen rondstruinen.

En de tweede persoon is de schoonzoon van Apostel Karl Weinmann, Opziener Günther Wittke[x]. Hij is Generalstaatsanwalt[xi] geweest in Hamburg, een hoge justitiële functie. Vergelijkbaar met een procureur-generaal bij ons. Een uiterst bescheiden persoon. We hebben ooit het genoegen gehad bij hem thuis op bezoek te zijn geweest. Zijn functie is in die periode van de “Rote Armee Fraktion” (RAF)[xii] politiek zeer beladen geweest.


De RAF kan volgens huidige maatstaven als een terroristische organisatie aangemerkt worden. Aangezien deze Opziener Wittke in deze functie niet aan een politieke partij gelieerd is geweest, is hij door de stadstaat Hamburg[xiii] uitgekozen als Generalstaatsanwalt. Zijn collega Buback in Karlsruhe is door de RAF[xiv] bij de voordeur van zijn woning wreed vermoord. Het huis van de familie Wittke werd in die tijd zeer zwaarbewaakt. Het leek ons toen al vreselijk om in een dergelijke ‘bunker’ te moeten leven. Dat moet toch een bijzondere traumatische ervaring zijn geweest om in zo’n ‘gevangenis’ te moeten wonen.


Ook hier is mij opgevallen dat de kerk graag koketteert met maatschappelijk belangrijke figuren. Dat pronken heeft de functie om te laten zien dat de kerk geen sekte of splintergroepering. Maar zodra zij andere leeropvattingen tentoonspreiden worden zij af geserveerd. Er is dus in zekere mate sprake van naïviteit.


Turbulente Tijden

Eind 1988 ben ik ernstig ziek geworden. Het is dan sowieso een spannende tijd. Voor de tweede maal verhuizen wij op verzoek van de DApostel naar een andere plaats. En wel Amersfoort. Wij hebben inmiddels ons huis in Ede verkocht. Ter overbrugging wonen wij tijdelijk in een flat van een verpleegster die voor een jaar als backpacker is vertrokken naar verre oorden.


En voor de tweede maal hebben wij ons huisraad lange tijd opgeslagen. Zo kunnen wij rustig op zoek gaan naar een ander huis, hetgeen medio 1989 is gelukt. Inmiddels krijgen wij ook gezinsuitbreiding We worden een adoptiekind rijker.


Kort na zijn aankomst ben ik succesvol geopereerd. Gelukkig verloopt mijn lichamelijk herstel voorspoedig en is het kwaadaardig proces tot op de dag van vandaag nooit meer teruggekomen. Een paar maanden later heb ik wel een forse terugslag gekregen. Met professionele hulp ben ik er weer helemaal bovenop gekomen.


Persoonlijk ontwikkelingsproces – voortschrijdend inzicht

Graag refereer ik hier nog een keer aan de uitspraak van Dante Alighieri:


“Op het midden van ons levenspad gekomen, kwam ik bij zinnen in een donker woud. Want ik had niet de rechte weg genomen”.


Er is in mij een ontwikkelingsproces op gang gebracht. Dat ontwikkelingsproces is toen heel langzaam op gang gekomen en na mijn vertrek uit de kerk steeds meer onstuitbaar geworden. Hoewel ik tot het einde toe heel loyaal ben gebleven aan de kerk.


Kraamkamer, Gennep, maart 2017


Behalve thuis kon ik in die tijd deze bevrijdende ideeën slechts met enkele mensen in mijn directe omgeving delen. Stap voor stap is dit proces verder gegaan.


En binnen de kerk heb ik daarna altijd met de idee rondgelopen: hoe kan ik er in mijn positie eraan bijdragen dat deze inzichten uit de algemene christelijke theologie, filosofie en pedagogie - die reeds lang algemeen aanvaard zijn - ook in de NAK besproken kunnen worden.


Dat hiervoor meer aandacht gegenereerd kan worden. Dat er ruimte in denken mag ontstaan zonder vrees. In respect met elkaar mogen omgaan ook als de ander of ik andere ideeën hebben.


Want in een kerk die zichzelf als de ware kerk positioneert, moet toch ruimte zijn voor een dergelijke dialoog? Zou je zeggen.

Maar dat is niet zo vanzelfsprekend. Integendeel. Want een kerk die de alomvattende Goddelijke Waarheid claimt geeft weinig of geen ruimte aan andere ideeën. Dat hoeft ze ook niet. Want zij heeft de Waarheid. Dus is de dialoog in feite uitgesloten. Als ‘kerk’ kwalificeer je jezelf dan in feite als sekte! Het kritiekloos volgen van voorgangers.


Ik ben daarom erg blij geweest dat ik in die periode binnen de kerk terechtgekomen ben in een aantal internationale werkgroepen. Zoals de werkgroep voor de ontwikkeling van nieuw lesmateriaal voor de kinderen en jeugd (Projektgruppe Kinder und Jugend). En de werkgroep voor actuele maatschappelijke vraagstukken op medisch en ethisch terrein (Projektgruppe Gegenwartsfragen).


Hans Urwyler heeft de grote aanzet gegeven tot de oprichting van meerdere werkgroepen om de Stamapostel en de DApostelen te adviseren over uiteenlopende onderwerpen, die van belang waren voor de verdere ontwikkeling van de kerk. . Urwyler wilde de NAK meer professionaliseren. Ook hierin was hij een visionair.

Maar de kring van Districtsapostelen zat niet direct hierop te wachten. De samenstelling van elke werkgroep moest breed zijn. Deskundigen kwamen uit verschillende Aposteldistricten. Merendeels uit de blanke westelijke wereld.


Dat heeft mijn horizon sterk verbreed. Daar ben ik medebroeders en -zusters tegengekomen die met dezelfde problemen en vragen worstelen als ik zelf.

Zoals dezelfde ethische problemen. Als ook met de structuur en het systeem grote moeite hadden.


De groei van het aantal werkgroepen nam een grote vlucht zodat een commissie van DApostelen werd opgetuigd om alle pennenvruchten te beoordelen voordat deze bij de Stamapostel ( inmiddels Richard Fehr) kwamen. Vooral de artikelen uit onze werkgroep Gegenwartsfragen lagen onder het vergrootglas. Vele voorstellen verdwenen in diepe bureauladen om daar nooit meer uit te komen.


We hebben zeker in de negentiger jaren vaak het gevoel gehad dat het bestaan van onze werkgroep voor de NAK als een windowdressing fungeerde. We hebben verschillende malen overwogen om onze opdracht aan de Stamapostel terug te geven. Maar dan wisten wij zeker dat een nieuwe werkgroep zou worden opgericht met louter ja-knikkers.

Alle artikelen zijn na grondige studie van wetenschappelijke publicaties en boeken, consultaties van deskundigen, tot stand gekomen. Werden wij met een kluitje in het riet gestuurd? Ik weet het niet. Waren we een gevaar voor de NAK? Ik vrees van wel…


Met een aantal van hen heb ik een echte vertrouwensband kunnen opbouwen, omdat zij voor zichzelf in soortgelijke omstandigheden verkeren.


Graag wil ik hier tot uitdrukking brengen dat ik diepgevoelde – vaak onuitgesproken - steun heb ervaren van meerdere broeders en zusters die op hun plaats in de gemeente soortgelijke gedachten eropna hielden en houden en ook weinig of geen ruimte in hun omgeving hebben ervaren om daarover met een vertrouwd persoon van gedachten te kunnen wisselen.


Een vis op het droge, en het water zo dichtbij. Scheveningen, oktober 2021


Voortschrijdend inzicht

Hierbij herhaal ik nogmaals mijn opmerkingen aan het begin van dit blog, dat je voorzichtig moet zijn om met de bril van nu naar je eigen verleden terug te kijken.

Het zijn langzame en moeizame ontwikkelingen geweest die pas na mijn vertrek in 2004 tot grotere bloei zijn gekomen. En mijn leven lang zullen doorgaan. Voor die tijd zijn er alleen maar hele kleine oprispingen openbaar gekomen. Zoals zal blijken was de verbanning niet ver weg.



Ik sluit af met een gedicht van Huub Oosterhuis:


STEM ALS EEN ZEE VAN MENSEN


Stem als een zee van mensen

om mij door mij heen.

Stem van die drenkeling,

van dat stuk wrakhout,

dat een mens blijkt

als hij mij aankijkt.

Stem die mij roept: wie ben je,

mens waar is je broer?

Stem die mijn vliezen breekt

en mij bevrijdt, die

vuur uit steen slaat,

jij die mij ik maakt.

Stem die geen naam heeft, nog niet,

mensen zonder stem.

Stem als een specht die klopt

aan mijn gehoorbeen.

Woord aanhoudt.

God die mij vasthoudt.


_________________________________________________________________________

[i] Hannah Arendt, Menselijke Conditie, pag. 166-168 [ii] https://nac.today/de/158033/674150 [iii]Tegen wil en dank, of je nu wilt of niet of willens nillens [iv] https://nac.today/de/158033/674150 [v] https://nac.today/de/158036/1077951 - Verantwortung teilen [vi] https://www.sg.uu.nl/artikelen/2011/02/de-gulden-middenweg-aristoteles-en-de-deugdethiek [vii] https://nac.today/de/708140/674220 https://nac.today/de/a/651697 [viii] Scylla en Charybdis zijn 2 zeemonsters: Charybdis is een draaikolk en Scylla's romp en hoofd zijn vrouwelijk., uit haar groeien zes afzichtelijke hondenkoppen met drie rijen messscherpe tanden, ze heeft twaalf hondenpoten en haar lichaam eindigt in de staart van een vis. In de Odyssee moet Odysseus op zijn terugreis precies tussen deze twee monsters door laveren. Lukt niet helemaal, zes mannen raakt hij kwijt, zij worden gegrepen door Scylla. Spreekwoordelijk betekent deze uitdrukking: kiezen uit twee kwaden. [ix] https://www.apostolische-geschichte.de/wiki/index.php?title=Karl_Weinmann https://nac.today/de/a/564925 [x] http://www.richterverein.de/mhr/mhr951/m95103.htm#.htm [xi] https://de.wikipedia.org/wiki/Generalstaatsanwalt [xii] https://nl.wikipedia.org/wiki/Rote_Armee_Fraktion [xiii] https://duitslandinstituut.nl/artikel/3642/hamburg [xiv]https://de.wikipedia.org/wiki/Siegfried_Buback











1.610 weergaven12 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

12 Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating
Guest
Jul 10, 2023

Stamapostel Uhrwyler heeft ooit een gedicht geciteerd, dat me altijd is bijgebleven:

”Dies Hans sit mein und doch nicht mein

ein anderen kann es auch nicht sein

den Dritten tragt mann auch hinaus

nun sage mir: wem sit dies Haus.?”

De context kan ik me niet herinneren, en voor een dichter zal een ieder zijn eigen context daarop mogen projecteren, veronderstel ik.

voor mij weerspiegelt het gedicht vergankelijkheid, net als ons lichaam en huis is dat vergankelijkheid ondergaat. Dank zij vergankelijkheid kunnen we ons ook van onvergankelijkheid bewust worden, misschien wel ons ‘werkelijke huis/thuis. De kerk en haar geschiedenis als instituut en onze persoonlijke beleving en ervaringen gaan voorbij. Maar we herinneren ons toch veel? Dat zijn gedachten in het…


Like
Guest
Jul 10, 2023
Replying to

Sorry voor de typfout, waarschijnlijk autocorrectie van de iPad:Dies Haus ist mein …”

het is bij nader inzien wel een ‘wonderlijke typfout’…

Like

Ronald Boerkoel
Ronald Boerkoel
Aug 21, 2022

Hallo Gerrit,

Ik merk aan de diverse reacties dat velen zich herkennen in jouw beschrijvingen. Voor mij geldt dat ook. Maar waarschijnlijk heeft iedereen zo zijn eigen nuance. Ik ook. Graag hanteer ik jouw uitgebreide beschrijving om ook bij mijzelf te reflecteren op wat mij ooit is overkomen. Je blog is deze keer zeer omvangrijk. Ik ontkom dan ook niet aan een wat langduriger wikken en wegen, met een wat langere reflectie. Het is bijzonder fijn om aan de hand van jouw overwegingen mezelf om te spitten, op zoek naar leermomenten. Mijn dank hiervoor.


- In de jaren negentig heb ik het ambt onderdiaken mogen uitoefenen. De reden waarom ik dienende broeder geworden ben, is voor mij enigszins ander…


Like

touw.wouter
Aug 04, 2022

Heel herkenbaar Gerri:t. Enerzijds het idee van uniciteit en anderzijds een toch wel erg magere theologie, organisatiegraad. Ik ervoer het als een. verwarrende boodschap

Like
Gerrit Sepers
Gerrit Sepers
Aug 05, 2022
Replying to

Dag Wouter, Dank voor je reactie. Zeer gewaardeerd. Zoals ik al schreef is de sterkte van een religieuze groep mensen met hoofdzakelijk vrijwilligers enerzijds een krachtig punt, maar tegelijkertijd ook een zwakte als democratische verworvenheden uit onze samenleving onvoldoende of in het geheel niet in de organisatie structuur opgenomen worden . En bij een dergelijke kerkelijke organisatie heb je nu eenmaal professionele deskundigen nodig om deze goed te kunnen leiden. Je hebt ook onafhankelijke vertrouwenspersonen nodig die het bestuur kunnen adviseren of er op kunnen wijzen welke juridische, pastorale, en andere stappen ondernomen moeten worden. Daarbij denk ik onder andere aan sexueel misbruik door dienende broeders. Een transparant en adekwaat beleid is dan van zeer grote betekenis. Het bestuur mo…

Like

JUSTINUS
JUSTINUS
Jul 29, 2022

Beste Gerrit,


Wat een indrukwekkend vervolg. Ik heb het een paar keer gelezen om het goed op mij in te laten werken.

Laat ik je eerst complimenteren met de getoonde zelfreflectie en observerende instelling. De scheidslijn tussen observatie en frustratie is immers flinterdun. Met je observaties zit je helemaal aan de goede kant.

Respectvol en integer is je ‘nieuwe’ benadering. Inhoudelijk is het van hoog niveau.


Er zijn veel parallellen te trekken met mijn persoonlijke NAK historie.

Maar daar moet ik nogeens goed voor gaan zitten of ik het met dezelfde bril ook zo zie. Kom ik op terug.

Met hartelijke groet,

Justinus


Like
Gerrit Sepers
Gerrit Sepers
Jul 29, 2022
Replying to

Beste Justinus, Zeer bedank voor je reactie. Je weet hoe ik vroeger altijd reageerde op zulke loftuitingen: wijsvinger naar BOVEN.


Ik sta graag open voor reflectie. Hoe nieuw is de 'nieuwe' benadering?


En wat je laatste alinea betreft, ben ik benieuwd naar je reactie. Kunnen we ook op een andere plek bespreken als je daar behoefte aan hebt!


Hartelijke groet,

Gerrit


Like

trees.boerendonk
Jul 28, 2022

Een prachtige blog. Zonder oordeel! Zo ontzettend herkenbaar. Ik hoop dat jij, ik en veel anderen dit steeds meer achter ons kunnen laten, de NAK los kunnen laten en ons zelf steeds meer gaan ontdekken en waarderen. Hartelijk dank

Like
Gerrit Sepers
Gerrit Sepers
Jul 28, 2022
Replying to

Dag Trees. Zeer bedankt voor je reactie! Hartelijke groet, Gerrit

Like
Post: Blog2_Post
bottom of page