top of page

Hoe heeft ’t ooit zover kunnen komen _ Hoofdstuk 18 _ Begin nieuwe fase en District Arnhem - vervolg

Bijgewerkt op: 8 nov. 2021

Amersfoort, Maandag 3 mei 2021


Over TIJD gesproken. Op de Nederlandse stations kom je nu diverse borden tegen met opschriften van ’s lands spoorwegen wat zij allemaal voor de reizigers doen om hen het reizen met de trein zo aangenaam mogelijk te maken. Onder andere een beeltenis van een klok met onderstaande tekst:


Als je dan hebt vastgesteld hoe laat het is, is dat alweer verleden tijd. Dus zoiets zegt weinig over het begrip tijd.

Een van de beroemdste schrijfsters uit het begin van de 20e eeuw, Virginia Woolf, neemt haar lezer in het boek “Mevrouw Dalloway” mee in de stroom van het begrip tijd. Zoals in de zin:


‘De Big Ben daar! Hoor hem eens galmen. Eerst een waarschuwing, melodieus; dan het uur onherroepelijk. De loden kringen losten op in de lucht.


Een prachtige zin waarin je ervaart dat de tijd stroomt.


Tussendoor: met lezen vergeet ik vaak de tijd. Dan stolt als het ware de tijd...

Lezen is een verrijkende ervaring.

En lekker lezen doe je in de trein, schrijft de NS op deze wagon...


Terugdenkend aan die periode na de inzetting als Apostel in november 1987 is er een hele nieuwe fase aangebroken. Zoals ik ook in mijn kennismakingsbrief uit die tijd ook heb geschreven ben ik na al mijn ervaringen binnen de kerk sterk geïnspireerd door de woorden van Jesaja 61:1 (NBV):

“De Geest des Heren is op mij, omdat de Heer mij gezalfd heeft; Hij heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen, om te verbinden gebrokenen van hart, om voor gevangenen vrijlating uit te roepen en voor gebondenen opening der gevangenis”.


De formulering in de Naardense Bijbel vind ik helderder en scherper:


“De geest van mijn Heer, de Ene, is over mij, want de Heer heeft mij gezalfd om goede boodschap te brengen aan verdrukten, hij heeft mij gezonden om te verbinden verbrokenen van hart, om uit te roepen tot gekerkerden: vrijlating!, tot opgeslotenen: ontgrendeling!”


In die tijd voelde ik dat ook zo. Deze uitspraak van Jesaja is mijn leidraad geworden. Eerstens als jonger van Jezus Messias. Het was het resultaat van mijn leerschool in ontmoetingen met vele mensen.


De tijd gaat erg snel. En al snel ben ik weer ondergedompeld in allerlei activiteiten, projecten en wat dies meer zij.


Kolonie Jan van Genten – moeders met kwetsbare kinderen - in Napiers, NZ


De organisatie van landelijke jeugddagen wordt in die jaren per toerbeurt verdeeld onder de districten. Voor 1988 is district Rotterdam aan de beurt. Zij komen met een grote uitdaging om een baanbrekend concert te organiseren. Voor en door de jeugd uitgevoerd. Het district heeft in die tijd een goede naam op het gebied van organiseren van evenementen. Ik heb daar heel erg veel oren naar. De Districtsapostel is uiterst terughoudend maar wil er na meerdere gesprekken wel in meegaan. Wij maken al in september 1986 een grove schets van onze plannen en gaan aan de slag met de eerste voorbereidingen. Het wordt een zeer pretentieus project. Voor deze jeugddag wordt de Doelen in Rotterdam afgehuurd. Wij bezoeken de EO Jongerendag[i] en een concert in de Doelen met een groep gospelzangers uit California, “The Continental Singers”[ii] ( Dit koor bestaat nog steeds!). En we houden na een eerste inhoudelijke goedkeuring een uitvoering in een middagdienst op zondag 17 januari 1988 te Dordrecht. Het is een daverend succes! Dit eerste concert wordt door velen met groot enthousiasme ontvangen. Bij mijn weten is nog nooit zo toegeleefd naar een landelijke jeugddag als in 1988. Met grote ijver en enthousiasme wordt door alle betrokkenen gewerkt, geschaafd en gerepeteerd. Voor deze jeugddag mag ieder jeugdlid een gast meenemen. Zoals al enkele jaren de gewoonte is wordt voor deze dag ook een gast apostel uitgenodigd. Dit jaar zal Siegfried Karnick uit Maagdenburg bij ons komen. “Die Wende”[iii] heeft dan nog niet plaatsgevonden. Deze jeugddag op 4 september 1988 wordt ook een eclatant succes. Wij mogen die dag dan ongeveer 500 gasten begroeten. Een ongekend aantal. Ik durf de stelling aan dat deze gebeurtenis een keerpunt voor NA Nederland heeft betekend. Het is helaas bij een eenmalige gebeurtenis gebleven. De Districtsapostel heeft de maandag er na mij al duidelijk gemaakt dat wij niet op deze weg voort moeten gaan. Want dat zou onze samenwerking in gevaar brengen. In dit gesprek heb ik te kennen gegeven dat ik liever tevoren dergelijke kritiek gehoord had en niet achteraf. Vanuit de Stamapostel Richard Fehr heb ik grote bijval gekregen met de vraag hoe wij in staat geweest waren zoveel jonge mensen te bereiken met onze muzikale boodschap.


Kort daarna is de internationale projectgroep (PG) “Kinder und Jugend” opgericht om nieuw lesmateriaal voor te bereiden voor de kinderen en jeugdigen. Door Richard Fehr ben ik toen uitgenodigd zitting te nemen in deze projectgroep. Deze PG heeft bijna 10 jaar bestaan. In deze werkgroep staat onder leiding van DAp. Ernst Graf uit Kaapstad. De leden zijn hebben Ap. Armin Brinkmann, Ap. John Fendt, Opz. Armin Studer, Hr. Egbert Marx (orthopedagoog) en mijn persoon. Ernst Graf heeft al snel zijn opdracht teruggegeven aan de Stamapostel. En Armin Studer is toen onze inspirerende en bekwame voorzitter geworden. Het is een novum in de kerk van die tijd dat niet de hoogste in ambt voorzitter wordt. Voor ons allen geen enkele belemmering. Vooral met Armin Studer en Egbert Marx groeit een hechte vriendschap. Met Armin Brinkman hebben anderen en ook ik vaak heftige discussies gevoerd. Zijn conservatieve ideeën hebben vaak erg gebotst met de standpunten van andere leden. Maar de discussies zijn altijd fair en in goede harmonie verlopen. Vaak zijn we er ook niet uitgekomen. De voorzitter Armin Studer heeft dan John Fendt gevraagd zijn eind oordeel uit te spreken. Zijn mening hebben wij dan unaniem aanvaard. Bij de verdeling van de onderwerpen hebben wij in Nederland ons gebogen over een nieuw lesmateriaal voor de jeugd te schrijven. In overleg met de Districtsapostel zijn hiervoor een aantal broeders bereid gevonden zitting te nemen in een landelijke werkgroep. Notabene! Geen enkele zuster is hiervoor benaderd.... Achteraf een beschamende tekortkoming, die ik me zelf ook toereken.

Onze landelijke werkgroep is met argusogen gevolgd. Richard Fehr heeft in het protocol vastgelegd dat de PG zonder inspraak en ruggespraak van wie dan ook - ook niet van de Districtsapostel - zich inhoudelijk mag bemoeien met de werkzaamheden van de internationale en lokale werkgroepen. Dat is voor onze Districtsapostel een bijna onverteerbare zaak geweest.


Na een noeste arbeid van vele jaren hebben we een interessant concept ontwikkeld om vooral in dialoog te gaan met jonge mensen en niet top-down de NAK leer aan jonge mensen op te dringen. Hier aan gekoppeld zijn alle leden van de landelijke werkgroep voorstander van een verschuiving van de confirmatie leeftijd van 14 jaar naar 18 jaar of later. Hier mee willen wij bereiken dat jonge mensen op een rijpere leeftijd hun confirmatie gelofte mogen afleggen. Na meerdere besprekingen in onze internationale PG sneuvelt ons voorstel toch. De heersende opvatting houdt stand uit angst groot dat vele jongeren dan zich niet laten confirmeren.


Lammeren in Appel – Kunnen net op eigen benen staan ... mei 2021


Ons concept voor nieuw lesmateriaal heb ik ook in aanwezigheid van de Stamapostel Richard Fehr verdedigd. Later zijn in het gremium van drie Districts-Apostelen die als ‘curiekardinalen’ aangemerkt kunnen worden, onze voorstellen helaas afgewezen. Een immense arbeid voor niets geweest? Neen, voor de meesten en voor mij zeker een enorm grote leerschool voor het Leven geweest.


Wij hebben moeten vaststellen dat voor velen wij te vooruitstrevend zijn geweest. Hoewel inhoudelijk niet aan de leer wordt getornd, werd de dialoog als leervorm ongewenst geacht . Het gaat om de vorm, om de benadering. Hoe krijgen jonge mensen de gelegenheid over hun geloof, hun twijfels te spreken. Mag je je geloof, je kerk en alles wat daar bij hoort, ter discussie stellen? Alleen al over je twijfels spreken, was not done. Er zijn ook verhalen uit de bijbel en aanverwante geschriften in het materiaal opgenomen om het bekende verhaal in een ander licht te plaatsen. Bijvoorbeeld het verhaal van Pesach - hetgeen ook wel eens onterecht het Joodse Pasen wordt genoemd - is om verschillende redenen belangrijk zeer belangrijk voor de Joden. Maar eigenlijk voor iedereen. Het herdenkt een verleden dat zich in allerlei vormen in de tussentijd herhaald heeft en dat we moeten blijven gedenken om te weten wie we zijn en waar we vandaan komen. Het is eigenlijk een universeel verhaal. Het is op de toekomst gericht. Kinderen en jonge mensen horen, leren en begrijpen het verhaal om het later op hun beurt door te vertellen en te herdenken. Om het een deel van hun eigen leven te laten zijn. Het leert je omgaan met vragen en is gericht op je eigen ontwikkeling. Op het vrij geraken van je eigen slavernij. We hebben allemaal gewoontes waar we ons van kunnen bevrijden. Moeilijk, maar dat was het weggaan uit Egypte ( het land van angst) ook. Want ja, die slavernij was verschrikkelijk, maar er uit weggaan, betekent dat je kiest voor een onbekende toekomst, die nog veel vreselijker zou kunnen zijn. Ook weggaan uit een hele moeilijke situatie vergt moed. Door je te bevrijden uit je slavernij, komt er de ruimte om je talenten nog beter te ontplooien, om te worden wie we eigenlijk zijn. Maar de hoop staat hier centraal, het vraagt om keuzevrijheid. En dat zijn nu juist punten waar de kerk het heft in eigen hand wenst te houden. Toen en naar ik vrees nog steeds.


Zelf heb ik uit mijn kindertijd aan een dergelijk beeld een levendige herinnering als mijn moeder de was liet drogen in onze tuin achter het Kamp Vught.


Bovenstaande wil ik anno 2021 toch nog even uitdiepen: Exodus vertelt eigenlijk twee verhalen. God bevrijdt de Israëlieten door een reeks wonderen. Maar als deze wonderen een blijvend effect wil hebben op het volk, dan moeten zij hun eigen bijdrage leveren aan het proces van bevrijding.

We vinden hier een eeuwige boodschap. Een volk kan de vrijheid ontvangen door externe oorzaken, in dit geval door goddelijke interventie. God is dus faliekant tegen om een dergelijk onrechtvaardig systeem in stand te houden. Maar een volk kan de vrijheid alleen bewaren door eigen inspanningen. Niet wat God voor ons doet, verandert ons maar wat wij voor God doen ( Hier hoor ik mijn vader: “Geen Stamapostel kan jou aan het doel van je geloof brengen!”). Als we deze vergelijking doortrekken naar het Christendom is voor mij de opstanding van Jezus Messias in mijn persoonlijke leven de ultieme mogelijkheid tot bevrijding en geeft mij een enorme boost van HOOP!


Een dergelijke uitleg was toen en is mijns inziens nog steeds strijdig met de huidige benadering in de NAK – los van de verdere inhoudelijke geloofsleer – waar nog steeds een kinderlijk geloven en niet de ontwikkeling naar een geëmancipeerde NAK gelovige centraal staat. Nu anno 2021 zeg ik: aan wie ben ik trouw? Aan mezelf? Of aan een onrechtvaardig systeem als van de Farao? Ben ik onderdeel van zijn macht? Nee, dat heb ik toen niet gewild en dat wil ik nog niet.

Andere belangrijke discussiepunten zoals eurocentrisch denken en zwart kleding kwamen toen wonderwel nauwelijks aan de orde. Ook niet in de “PG Gegenwartsfragen” ( GJS: Werkgroep actuele vraagstukken) waar ik begin negentiger jaren voor ben uitgenodigd zitting te nemen. De normerende invloed van de kerk was in die tijd te sterk. Of dat nu anders is geworden kan ik niet goed beoordelen. Persoonlijk denk ik dat er weinig is veranderd.

Je kunt stellen dat het christendom in de vele eeuwen de Jezus uit Nazareth als een westers uitziende en denkende persoon heeft geïncorporeerd. Niet alleen zijn blanke uiterlijk is een achterhaald gegeven. Ook zijn denken is Joods en oosters met mogelijk Ethiopische wortels. Dat laatste is alweer een discutabele aanname. Wat wel zeker is dat hij als jood is gestorven. De Christelijke kerk is ontstaan uit de werken van Apostel Paulus. Wat het eurocentrische denken betreft is dit onderwerp in kringen van theologen en historici momenteel heel erg actueel. En staat zeer ter discussie. Het zou goed zijn als de NAK zich hiermee ook zou bezighouden.

In de zomer van 1998 komen deze bovenstaande onderwerpen in een ander verband nog eens in grote volheid keihard terug…

Camassia Leichtlinii


Tot slot: De oplettende lezer zal waarschijnlijk in mijn laatste blog zijn opgevallen dat ik niets over het district Arnhem heb geschreven. Dat is met opzet gebeurd. Ik zat namelijk in de fase hoe kan ik na het wegvallen van de districtsjeugdleider - door zijn voortijdig en tragisch overlijden - een nieuwe opvolger vinden. Ik kwam daar niet uit. Dan moest er weer iemand van buiten het district komen. Dat vond ik lastig. Maar geschikte mensen lagen ook niet voor het oprapen. Zomaar iemand laten verkassen leek mij ook niet zo eenvoudig. De Districtsapostel kwam met een voorstel maar daar kleefden ook de nodige bezwaren aan. Gezien de toenemende volle agenda moest er een oplossing komen. Aan de andere kant vond ik ’t ook erg lastig om afstand te doen van dit district. Ondanks het feit dat eerste jaren behoorlijk belastend zijn geweest, kon ik zeggen dat ik van de mensen aldaar ben gaan houden. Zij hebben mij veel geleerd. Dus schoof ik dat voor me uit.


664 weergaven4 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
Post: Blog2_Post
bottom of page