top of page

Het heeft dus zover kunnen komen… HOOFDSTUK 22

Bijgewerkt op: 28 okt. 2023


VAN KROONPRINS - VIA GEKNAKTE STATUUR - NAAR PHOENIX ACHTIGE WEDEROPSTANDING



TIJDSPANNE : Paramaribo, 16 juli 1998 – Amersfoort, 16 juli 2023


Nederlandse Ambassade in Suriname


Vertaling tekst in Duits en Engels:

WEBLOG GJS 2023 Es ist also so weit gekommen... Kapittel 22 juli 2023
.pdf
Download PDF • 1.98MB

WEBLOG GJS 2023 So it has come to this... Chapter 22 juli 2023
.pdf
Download PDF • 1.97MB






BOODSCHAP IN DRIE BEDRIJVEN


1. Het ontstaan van de machtscultuur – instituut of kerk in de context van dialoog of monoloog – kenmerken van een sekte [i]

2. GODSBEELD generiek, NAK specifiek

3. In Paramaribo is het zo ver gekomen

Wie mag bepalen waar iemands plaats is? (Olga Tokarczuk, “de tedere verteller”)

HET EERSTE BEDRIJF

In mijn actieve periode als NAK lid heb ik niet alleen het geloof als leidraad uitgedragen maar ook een ‘ideaal’ beeld van deze kerk getracht gestalte te geven. Geloof is niet tastbaar een instituut wel.

Wat is het imago van deze kerk? Uiteindelijk bepalen woord en daad de reputatie.

Ik laat de kwalificatie verder aan de lezer. Maar in mijn streven, dicht bij de grondslag van een Christelijke geloofsrichting te blijven, hanteerde ik een voor mij glasheldere gedragslijn.

Mijn eigen valkuil, mijzelf aan te rekenen, was dat ik er af en toe te fanatiek in ging.

Welke maat zou er op een dergelijk instituut dienen te staan?


Mijn opvatting in het volgende statement:

STATEMENT: In een religieus instituut mag men verwachten dat 1. Moreel ethische geletterdheid als kader aanwezig is 2. Reflectief vermogen in ruime mate voor handen is 3. Hoge christelijke normen en waarden, symboliek en communicatie, de beeldvorming voor de buitenwereld in woord en daad zichtbaar worden 4. Menselijke waardigheid als onschendbaar wordt beschouwd 5. Het recht op een vrije persoonlijke ontwikkeling is geborgd 6. Vrijheid van meningsuiting, gewetensvrijheid een hoog goed is 7. Er alle ruimte wordt geboden voor een echte dialoog 8. Zelfreflectie en feedback tot de mogelijkheden behoort 9. Waar alle democratische verworvenheden zijn geborgd 10. Een commissie is aangesteld van in- en externe vertrouwenspersonen 11. Raad van toezicht of de missie matcht met de visie

Een dergelijke Code of Conduct[ii] (= Gedragscode) bestuurt de organisatie (dus ook een kerk) op kwaliteit en competenties. Deze gedragslijn geldt eenduidig voor alle geledingen in het instituut.

Bijvoorbeeld binnen het Leger des Heils wordt in alle lagen van de organisatie hier nauw op gelet. Datzelfde geldt voor onze eigenste Dominicusgemeente Amsterdam. M.a.w. een heel herkenbaar beeld in praktijk opgevat en gezien door de buitenwereld.

In feite hebben we hier met een algemene bestuurlijke verantwoordelijkheid te maken om de transparantie van de organisatie en de veiligheid van de leden te borgen. Of we spreken over de Code of conduct voor een kerk of van het COC[iii] of van Amnesty International is in feite om ’t even.


Is aan de hand van het statement de NAK al uitgegroeid naar een volwassen instituut?

U mag het zeggen.


Hiermee bereik je als kerkelijke organisatie dat je goed willende leden en actieve verantwoordelijken van hoog tot laag in de hiërarchie beschermen tegen willekeur. Maar ook kan zij helpen nepotisme, vriendjespolitiek, corruptie, fraude e.d. bespreekbaar te maken en aan te pakken. En zo een bijdrage leveren aan een psychisch gezond leefmilieu binnen de organisatie, verbonden met de algemene samenleving. Het is juist deze problematiek waar ik binnen de NAK tegen aangelopen ben. Zowel in de bestuurlijke macht als in het verkondigen van het woord. Ik zal dit met praktische voorbeelden in deze post trachten uit te leggen.


Dialoog met God:

Abraham had de moed God tegen te spreken en Hem te wijzen op Zijn verantwoordelijkheid als opperrechter van deze wereld. Ik doel hierbij op het gesprek van Abraham met God over de problematiek rond Sodom en Gomorra zoals beschreven in Genesis 18: 22 – 33. Dat betekent dat God zeker bereid is tot dialoog.

Zoals later ook in de tijd van Mozes zal blijken dat de Eeuwige de Tien Geboden aan het volk van de Hebreeërs, het latere volk van Israël, heeft aangereikt als een opdracht, als een leefwijze om een samenleving leefbaar te laten zijn.


Waar vrijheid, gelijkwaardigheid, gerechtigheid en vrede echte ontplooiingskansen krijgen. En niet als een opgelegd systeem van ge- en verboden.

Daarom spreken theologen tegenwoordig liever over de Tien Woorden in plaats van Tien Geboden. Zij waren niet het uitverkoren volk maar een volk gekozen door God met een opdracht. God had ook een ander volk kunnen nemen.

Maar je moet ergens beginnen. Met de hoop dus dat meerdere volkeren hier mee aan de slag zouden gaan.

In een dergelijke samenleving past geen overheersing van de ene over de ander. Maar vrijheid van meningsuiting en respect voor de mening van de ander. En geen slavernij. Waar er aandacht is voor de vreemdeling (vluchteling) en gastvrijheid een hoog moreel goed is. Waar in de meest ruime zin aandacht geschonken wordt aan vragen stellen, maar waar antwoorden niet het laatste woord hebben. Waar ieder lid van die samenleving gelijke rechten heeft, waar mensen afkomstig uit gevangenschap leren om in vrijheid te kunnen leven. Het volk van de Hebreeërs heeft daar 40 jaar voor nodig gehad.


We kennen de geschiedenis van het Joodse volk in Palestina ten tijde van Jezus van Nazareth vooral uit het werk van Romeins Joodse historicus en schrijver Flavius Josephus (37 – 100 na Chr) die van nabij heeft gezien wat er in Palestina is gebeurd met de stad Jeruzalem. Aan deze vorenstaande droom is in 70 na Christus met de verwoesting van de Tempel in Jeruzalem en haar stad een zeer wreed einde gekomen. De macht van het imperialistische Rome rekende af met het kleine Palestina waar bovengenoemde leefstijl met de Thora als kompas, als gids werd gezien.

Maar wij dienen te beseffen dat de Thora nog steeds als het universele moreel ethische richtsnoer geldt.


DE NAK VISIE IN HAAR EIGEN CONTEXT: DIALOOG VERSUS MONOLOOG


Op zondag 2 april 2023 dient Stamapostel Jean Luc Schneider[iv] in Athene met Lukas 19:41- 45 als basis. Hij heeft boute interpretaties verkondigd over uitspraken die Jezus gedaan zou hebben – en wel in de context van die tijd -:


1. Dat hij de Messias zou zijn, is een Christelijke opvatting. Jezus heeft deze kwalificatie altijd gemeden.

2. Dat de heerlijkheid des Heren buiten de tempel mogelijk zou zijn was voor het Joodse volk ondenkbaar.

3. Vrede door iets anders dan trouw te zijn aan de Tien Woorden kan vertaald worden als een afschaffing van deze universele moreel ethische richtsnoer

4. Dat hij de uiteindelijke verwoesting van de Tempel in de verzen 43 tm 45 heeft aangekondigd[v] is zeer waarschijnlijk later er aan toegevoegd.

5. En dat Jezus dat bevestigd zou hebben met onderstaande uitspraak van Stamapostel JL Schneider is een interpretatie van nu vanuit een vernauwd blikveld om deze passend te maken aan de huidige leer van de NAK.


„Ik ben nu de wet, ik breng vrede, ik breng glorie; de tijd van de Tempel is voorbij".


Hier legt deze kerkleider Jezus woorden in de mond die hij nooit gezegd kan hebben. Jezus gaat niet op de stoel van God zitten. Jezus heeft zich nooit zo geprofileerd als JLS in deze uitspraak zo neerzet. Jezus is geboren als Jood en gestorven als Jood. Je kunt er zeker van uitgaan dat Jezus zijn boosheid heeft geuit over hoe er met de Tempel werd omgegaan. Het geeft juist zijn betrokkenheid weer bij de Tempel als een waar Heiligdom, en hij etaleert zijn liefde voor de Tempel en de stad Jeruzalem, zoals beschreven in de verzen 41 en 42 van Lukas 19.

Als dan in die zin tot slot wordt gezegd dat het tijdperk van de Tempel voorbij is, was dat voor het Joodse volk van toen een complete catastrofe. Ik durf de stelling aan dat Jezus nooit heeft gezegd dat de tijd van de Tempel voorbij zou zijn. Want een dergelijke opvatting hoort bij een dwanggeloof. Zoals deze hele zin dwang uitstraalt. Je hebt me naar mijn opvatting te voegen. Jezus verdoemde mensen niet als zij hem niet wilden navolgen.

Voor huidige joodse gelovigen is de verwoesting van de toenmalige Tempel nog steeds een open wond. Daarom vind ik de uitspraak dat de tijd van de Tempel voorbij is voor het Joodse volk van nu nog steeds beledigend, ja zelfs anti-Judaïsch.

In mijn optiek schop je Joodse gelovigen anno 2023 daarmee onnodig tegen de schenen. Moet dat? Na zoveel leed in Auschwitz? Moet een volk dat zo verbonden was en is met hun vroegere Tempel, met de Tien Woorden van Mozes op een dergelijke manier worden weggezet? Oftewel met de verwoesting van de Tempel is een einde gekomen aan het tijdperk van het Jodendom? Dat is toch een gotspe.

Het boek Marcus geldt als het oudste Evangelie en Marcus rept met geen woord over de verwoesting van de Tempel. Lukas heeft veel van Markus overgenomen. Theologen gaan er tegenwoordig van uit dat deze tekst later is toegevoegd.


En is deze uitspraak ook als Godslasterlijk te beschouwen en theologisch niet te verantwoorden?


Is dit wel geïnspireerd door de HG en niet een dood ordinaire menselijke gedachte? Zo ja, dan is het verkeerde interpretatie. Het kan dus geen inspiratie van de Heilige Geest zijn maar een doodordinaire menselijke gedachte waarmee een leider van een kerk zich wil profileren en zich permitteert op de stoel van Jezus en God te gaan zitten.

De verkeerde interpretatie zit in het feit dat hier geen dialoog wordt nagestreefd. Maar er wordt een monoloog aan de toehoorder opgedrongen met de hulp van verdraaide Bijbelteksten. Zie ook bij de twee-goden-leer verder op.

En aan het einde van de overweging van Schneider volgt een voor mij enerzijds een verwarrende uitspraak maar past anderzijds toch bij het bovenstaande: “Jezus wil vrede brengen. Maar deze vrede bestaat erin dat wij zijn gebod uitvoeren: Heb God en uw naaste lief”, benadrukt Stamapostel Schneider.


"Dit is hoe we tot vrede komen: geloof in Jezus Christus, bekeer je en wees nederig, en dan zullen we genade en vrede hebben." Punt.


Het blijft een dictaat waarin ik de Liefde van de Eeuwige mis.


Overigens is de Joodse interpretatie van de Hebreeuwse Bijbel, ons Oude Testament, zoals ik verder op bij de twee-goden-leer van Pinchas Lapide, veel liefdevoller dan ik als Christen ooit had kunnen bedenken. Voor mij een ware openbaring. Maar dit even terzijde.


Want wat betekenen dan binnen deze context de woorden van Jezus uit Mattheus 11:28-30 die wel passen bij de Liefde van de Eeuwige?


‘Komt allen tot mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken. Neemt mijn juk op uw schouders en leert van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.‘


Of passen de bovenstaande vetgedrukte uitspraken van Schneider in dit keurslijf en voedt hij een dogmatische angstcultuur? Bewerkt hij zelfs hiermee niet een angstterreur in het licht van de Wederkomst Christi? En wordt in het verlengde daarvan de menselijke dominante bestuurscultuur als Goddelijk uitgelegd?


Het schuurt dus vooral als wij met de blik en interpretatie van nu kijken naar het Joodse volk van toen. Dat wij de figuur van Jezus alleen maar vanuit een Christelijke leer kunnen zien, terwijl hij Joods dacht. Vervolgens hebben wij als Christenen de Hebreeuwse Bijbel ingelijfd en vertalen de teksten naar onze Christelijke maatstaven zonder rekening te houden met de oorspronkelijke Joodse cultuur en haar context.

De dominante bestuurscultuur wordt als Goddelijk uitgelegd terwijl de Eeuwige in de Thora de democratische waarden aan het Joodse volk benadrukt.


Als namelijk in elke prediking de Dag des Heren, de wederkomst Christi dus, zo centraal staat, komt er een moment dat steeds sterkere argumenten gebruikt moeten worden om de belangrijkheid er van te benadrukken. Gevolg extremere standpunten. Gevaar dat, zoals bij de Boodschap van JG Bischoff, er een sfeer van urgentie ontstaat en de realiteitszin uit het oog wordt verloren. De gemeenschappen zich weer gaan isoleren. En ergens komt er weer een punt dat de virtuele ballon knapt.


De Stamapostel begint deze dienst met: “Blijf niet stilstaan bij het Oude Testament, maar neem de boodschap van Jezus Christus werkelijk waar. Ik zeg het nu bijna elke zondag omdat ik er last van heb," gaf de kerkleider toe. "Er zijn nog zoveel christenen die zijn gestopt met het Oude Testament. Ze verwachten nog steeds dat God en Zijn boodschappers orde brengen, de zondaar uitdrijven.” Maar: “Jezus is niet gekomen om zondaars te straffen, maar om ze te redden. Jezus kwam ook niet om de maatschappij te veranderen.' Integendeel: 'Zijn doel is om de heerschappij van God te brengen, en dat begint in ons hart, niet in ons land.'


De Poolse schrijfster en Nobelprijs winnares Olga Tokarczuk heeft een prachtig boek geschreven over een ware geschiedenis van de charismatische Jacob Frank in de 18e eeuw.

Leider van een Joods Poolse beweging.

De titel luidt: “De Jacobs Boeken”.[vi]

Zijn aanhangers beschouwen hem als de Messias. Gedurende vele decaden blijven ‘rechtgelovigen’ hem navolgen, geven ze have en goed, lichaam en geest, voor Jacob Frank. Hoge regeringsfunctionarissen in midden Europa en zelfs de Rooms Katholieke kerk in Polen hebben zich met hem en zijn beweging ingelaten. De RK kerk anno nu zwijgt daar nog graag over. Deze Jacob Frank ontwikkelt steeds meer despotische trekken.

Een van de markerende gebeurtenissen is de doop die de “frankisten” ondergaan, waarmee ze ingelijfd worden bij de katholieke kerk, een onherstelbare breuk met de Joodse traditie. Uiteindelijk wordt Frank als een bedrieger ontmaskerd.


Een opmerkelijk verhaal, waarvan de essentie voor de meeste lezers zeker bekend voorkomt omdat er ettelijke Messianistische voorstellingen geuit zijn, die uiteindelijk geen stand hielden. In ruim tweeduizend Christendom zijn ook veel vaker eindtijd voorspellingen geweest die nooit zijn uitgekomen. Het zijn de mechanismen van godsdienstwaanzin in hiërarchisch geleide gemeenschappen. En zijn uiteraard al vaker gedocumenteerd. In 2021 is namelijk nog een interessant boek verschenen van Eric Ottenheym en Theo de Wit “Messianisme als gevaarlijke herinnering”, uitgegeven bij DAMON.


Vaak als ik in Guyana met de broeders naar Wakapoa ben gereisd moest ik denken aan de religieuze verdwazing van de sekte “Peoples Temple”. De leider riep de leden op tot een collectieve suicïde in het plaatsje Jonestown[vii] in het uiterste noord westen van het land op 18 november 1978. Ruim 900 leden stierven een gruwelijke dood.


Bij deze stijl van quasi theologisch interpreteren van bijbelteksten worden verschillende verzen uit diverse Bijbelboeken aan elkaar geregen voor een Nieuw – Apostolische waarheid, zoals op de site van NAC-Today regelmatig gebeurt.

Het naar de hand zetten en interpreteren van Bijbelboeken zit de NAK in het bloed.

Is de theologische kennis op alle niveaus is niet flinterdun?

Welke “waarheid” wordt er dan verkondigd? Het schuurt tegen fake news aan.


Is de oorspronkelijke bijbel al niet een en al interpretatie van een scribent?

Hier de meest recente uitleg rondom het Ontslapenenwezen van de NAK om een extra ondersteuning te geven aan mijn beweringen.

De titel van het artikel in NAC Today luidt: “Freude über Begegnung mit Gott”[viii]. Het hele artikel kunt u lezen bij de eindnoot. Een interpretatie die naar mijn mening uiterst discutabel is omdat zij op theologische fantasie berust. Kennelijk kan ik dus bij het lezen van deze teksten God ontmoeten. Bijbelteksten worden ook hier zonder enig verband aan elkaar worden geregen.

Met welk recht eigent de NAK zich dit exclusieve recht toe en beweert een rechtstreeks lijntje met God te hebben. Joodse gelovigen geloven niet in een (weder)opstanding. Gebruik van Joodse teksten uit het Oude Testament om de waarde van het Ontslapenwezen in de NAK te onderbouwen, ervaar ik als een minachting voor de Joodse gelovigen. Zeker in het licht van een eerdere uitspraak van JLS in deze post: “Blijf niet stilstaan bij het Oude Testament, maar neem de boodschap van Jezus Christus werkelijk waar…” Een contradictio in terminis


TWEE-GODEN-LEER:


Het is een vrome dwaling te geloven dat de God van de Bijbel zich in woorden laat vastleggen of in beelden laat vangen. Elk angstig vasthouden aan een enkel woord, formule of beeld is eigenlijk een overtreding van het Tweede Gebod/Woord: “Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde”.

Het verbod om iets absoluut te maken, om het vervolgens in plaats van God of als goddelijk te vereren.

Het heeft ook te maken met de zogenaamde twee-goden-leer van Pinchas Lapide[ix] waar God wordt geframed. Namelijk tot de God van de wraak en het gericht in het Oude Testament en tot de God van liefde en barmhartigheid, die zich slechts openbaart in het Nieuwe Testament. Deze twee-goden-leer spookt ook heden ten dage nog door vele hoofden, zoals blijkt uit boven staande diensten van Stamapostel JL Schneider.


In de eindnoot benoem ik een aantal bijbelteksten om dit te verduidelijken.[x] (vooral bedoeld voor de Bijbelvorsers onder u) Zoals eerder gezegd is deze kennis een vrucht van het “lernen”; tekstuitleg volgens de Joodse traditie.



Rooms Katholieken dragen een standbeeld van Jezus Christus in de processie Jesus Nazareno of the Ribbons; mensen binden linten aan het beeld om beloften die ze aan Jezus doen te symboliseren, in Cartago, Costa Rica 2023



DE NAK CULTUUR EN STRUCTUUR ONDER DE LOEP

Wat is eigenlijk de diepere oorzaak geweest van deze extreem orthodoxe Nieuw-Apostolische cultuur vanaf de ambtsperiode van JG Bischoff?


Daarvoor moeten we teruggaan naar Friedrich Krebs, de eerste Stamapostel na de afsplitsing van de Katholiek Apostolische Gemeente.


Hij heeft het begrip het “Nieuwe Licht” vanaf ca. 1895 geïntroduceerd.


Het zogenaamde "Nieuwe Licht"[xi] was aanvankelijk een bijnaam die werd gebruikt in de Nederlandse gemeenschappen van tegenstanders van Krebs. Het is gebaseerd op de terminologie van "wet" en "licht" van die tijd, afkomstig uit de Katholiek-Apostolische Gemeente.



Een fotograaf maakt op 24 april 2023 foto's van de Aurora Australis, ook wel bekend als het zuiderlicht, terwijl het gloeit aan de horizon boven Lake Ellesmere, aan de rand van Christchurch, Nieuw-Zeeland (The Atlantic)


Na de splitsing was de Apostel de "rechter", de profeet gaf "licht" door zijn activiteit. Omdat Krebs verkondigde dat de profetische bediening ook aanwezig is in het apostolaat, aangezien alle ambten voortkomen uit de apostelambt en de profetische bediening duidelijk ondergeschikt is aan het apostelambt, werd de leer van de profetische gave in het apostelambt spottend aangeduid als de leer van de profetische gave in het apostelambt, het "Nieuw Licht."


Deze leer omvatte expliciet:


1. De afwijzing van het ambt van profeet en profetische roepingen. Volgens de leer van het Nieuwe Licht gaan deze op in het apostelambt.

2. De oprichting van een hoofdambt in de apostelkring, het ambt van Stamapostel.

3. De leer van de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in de 'eenheid' van de apostelen, die naast de parousia (wederkomst van Christus) komt.

4. De nadruk op de uniciteit van de apostelen gekoppeld aan eenheid, en daarmee impliciet de afwijzing van "autonome" apostelen zoals in de katholieke apostolische gemeenten.

5. Vaste beloften van redding door de doeltreffendheid van de apostelen.


Mijn conclusie luidt dat hier het fundament is gelegd van een sterk dominante kerkstructuur naar Pruisisch nationalistisch en conservatief model.[xii] Waar Goddelijke leiding wordt verward met pure menselijke dominantie, wellicht leidend tot dictatuur.


De toon en beleidslijn is daarmee gezet.

In Nederland hebben meerdere gemeenten deze ontwikkeling duidelijk afgekeurd. Zoals de Hersteld Apostolische Zendingsgemeente, stam Juda, onder Apostel van Bemmel.[xiii] In de eindnoot ga ik iets meer in op de achtergronden van deze ontwikkelingen.[xiv]


NAK Duitsland belandt onder leiding van Stamapostel Bischoff in een uiterst orthodox religieuze stroming waar alle realiteitszin verloren gaat en het ontstaan van de Boodschap onontkoombaar wordt.

De tragische erfenis mag door het nageslacht worden verdeeld schrijft Rudolf J Stiegelmeyr in zijn lezenswaardige boek met de gelijknamige titel.[xv]


Recent sprak ik een broeder die veel voor de kerk heeft betekend en altijd trouw de diensten bezoekt: “Ik moet niets meer hebben van het instituut kerk. Voor mij telt alleen de lokale gemeenschap, mijn broeders en zusters aan de basis. Daar haal ik mijn energie vandaan.” Oftewel daar vindt hij “De Ander, de Jezus van Nazareth uit Mattheus 11: 28-30.” Zijn idealisme voor de kerk als instituut is in deze cultuur totaal verdampt. Wat een tragiek.


In een bijna theocratisch gestructureerd systeem als de NAK is er nog steeds nauwelijks enige ruimte voor een echte open en vertrouwensvolle dialoog, waar een afwijkende (zelfs vermeend afwijkende) mening over de leer consequenties heeft. Hoe hoger in de kerkelijke hiërarchie des te meer consequenties. Hetzij dat je ambt in het geding is of dat je een “carrière” in de kerkelijke hiërarchie wel kunt vergeten. Zoals mij vrij recent uit een uitspraak van een bovenregionale leidinggevende maar weer eens bleek: “Jij mag jouw mening hebben, maar je moet doen wat wij zeggen’’. Is er dan bij uitoefening van macht in deze kerk geen ruimte voor tegenmacht? Is hier sprake van schending van de menselijke waardigheid?



HET TWEEDE BEDRIJF: GODSBEELD GENERIEK, NAK SPECIFIEK


Wat moet ik me bij God voorstellen?


GODSBEELD GENERIEK

Hoe moeilijk ook, mensen blijven op zoek gaan naar beelden en symbolen om het onvoorstelbare voor te stellen. Zo beschouwen sommigen God als een soort van machtige koning die vanuit de hemel over de wereld heerst. Voor anderen is God veeleer een levenskracht, een gids, positieve energie, een beste vriend of een wijze leermeester. Of zoals ik eens heb gelezen: Geen Objectieve Definitie.


Voor mij is Hij/Zij/Het eerder de Eeuwige, de Onnoembare, de Ongeschapene. Hiermee wordt meer het voor mij overstijgende karakter aangeduid. Ons godsbeeld evolueert vaak ook naarmate we ouder worden of bepaalde ervaringen opdoen.


Volgens theoloog Edward Schillebeeckx creëert de mensheid telkens opnieuw godsbeelden. Omdat alle godsbeelden inderdaad creaties zijn van mensen die we telkens opnieuw moeten stukslaan om hoe langer hoe meer tot het besef te komen van wat God als werkelijkheid en niet als ons godsbeeld is. Op die manier wijst Schillebeeckx op de voortdurende spanning tussen de onnoembare God en de voorstellingen die mensen van Hem gemaakt hebben. Voor leerlingen met een joodse of islamitische achtergrond kan dit heel herkenbaar zijn. In beide religies is er namelijk sprake van een beeldverbod. Het Tweede Gebod.


Deze foto toont moslims die nachtgebeden uitvoeren op straat tijdens de heilige maand Ramadan in Bogor, in de provincie West-Java in Indonesië. (The Atlantic, April 2023)



GODSBEELD SPECIFIEK


Voor alle duidelijkheid verwijs ik naar het begin van het ‘eerste bedrijf’, waar ik stil sta bij hetgeen men als gelovige van een instituut als de NAK mag verwachten. Sluiten deze aan bij de algemeen geaccepteerde Christelijke en maatschappelijke opvattingen en waarden?


De historie van het Apostolische Godsbeeld is heel oud. Het Godsbeeld was en is IN een dienende broeder, een Voorganger of Apostel geprojecteerd.

En dient daarmee ook tegelijkertijd in woord en daad en levensstijl als een voorbeeld?! Een onmogelijke vraag! En tegelijkertijd wordt het geheimenis van God ontmanteld. Wij kunnen God niet kennen. Wij weten daar - buiten Zijn verschijning op de berg Horeb – nauwelijks iets van. Daar werd Mozes de stenen tafelen met de Tien Woorden aangereikt.


Ik heb zelf meegemaakt dat je als Apostel op een voetstuk wordt geplaatst. Ik vond en vind dat nog steeds eng. En heb altijd geprobeerd zo snel mogelijk van dat voetstuk af te komen. Maar later ontdekte ik aan de hand van foto’s dat ik ook niet ongevoelig was voor eer en macht. Ik zag aan mijn non-verbale uitstraling dat ik te veel “de Apostel” uitstraalde. Dat heeft ertoe geleid dat ik me gedachten ging maken om mij in de toekomst te omringen met een aantal kritische broeders en zusters – ook zonder ambt - die mij konden aanspreken en mij feedback konden geven op mijn functioneren. In het opvolgingsjaar 1998 heb ik daar verdere voorbereidingen voor getroffen. Zoals de geschiedenis ons heeft geleerd is dit nooit gerealiseerd. Ik heb dat project “Red Cross” genoemd. Toen had ik nog niet het besef dat je ook externe vertrouwenspersonen nodig hebt als bestuurder.


Het Godsbeeld, in de mens, heeft ook hele eenvoudige praktische kanten. Je deelt bepaalde alledaagse vragen met je Diaken of Priester. Onzekere mensen maken gemakkelijker gebruik van een steunend contact. In een gemeenschap waar men intensief met elkaar omgaat ontwikkelen zich gebruiken en deze worden al snel tot een gewoonte. Je ziet vervolgens dat een gewoonte tot een maatstaf wordt verheven.

Je vraagt om de zegen van een hogere macht en dat doe je niet rechtstreeks tot God maar via de tussenpersoon van een dienende broeder, een intermediair.


Dat was en is de zogenaamde “zegenslijn”.


De negatieve kant daarvan:

Maar je maakt je zelf zo afhankelijk van een mens. Je eigen wil wordt eigenlijk onderdrukt, ja bijna letterlijk ontnomen. Jijzelf bent niets. Waarschijnlijk zeker als koorlid actief, in zwart/wit gekleed bij feestdiensten, een kleurloos individu, geüniformeerd, met een risico op dehumanisering… Je volgt trouw na… Deze kleding is dus niet zo onschuldig als het lijkt en is niet te vergelijken met een voetbal tenue. Dit kerkelijk systeem heeft daar ooit bewust voor gekozen. Datzelfde geldt ook voor de zwart / wit kleding van de dienende broeders en zusters in het algemeen. Dat word je bovenaf opgelegd. Hiermee creëer je binnen een kerkelijke organisatie een klassensysteem en is strijdig met punt 4 uit mijn statement: schending van de menselijke waardigheid.



Binnen de NAK heeft de gelovige geleerd grote waarde aan het godsbeeld in de dienende broeder toe te kennen (GJS: binnenkort in Nederland ook in de dienende zuster?). Deze kracht neemt exponentieel toe in het Apostelambt.

Oftewel God is in zijn almacht geheel in hem (Apostel) is geïncarneerd. In het kader van macht en tegenmacht kan een dergelijke opvatting tot fricties leiden.


Het ambt heeft meerdere functies zowel geestelijke als wel bestuurlijke. Voor beide categorieën geldt een bepaalde machtspositie. Stamapostel Urwyler heeft er in zijn tijd al sterk voor gepleit dat er een duidelijke scheiding moet plaatsvinden tussen het geestelijke ambt en de bestuurlijke functie verenigd in één persoon.


VERWEVENHEID GODSBEELD SPECIFIEK, AMBT, POLITIEK en RETHORIEK


Ook hier mag men van het instituut kerk verwachten dat er voldoende moreel ethische geletterdheid aanwezig is. Urwyler doelde in zijn tijd hoofdzakelijk op de Apostelen als geestelijken en kerkbestuurders. Hij was zijn tijd ver vooruit. Hij had namelijk vastgesteld dat binnen de NAK zijn deze beide functies sterk met elkaar verstrengeld waren.


Want niet onwillekeurig heeft het Godsbeeld van de Apostel Bestuurder een grote invloed op allerlei materiële beslissingen. Dat is een hele ongezonde situatie, die tot machtsmisbruik kan leiden.


Het ware veel beter dat ter zake deskundigen hierover beslissen en de Apostelen, zich beperken tot hun taak als geestelijke.

Daar hoort bij dat zij zichzelf ook meer scholen in theologie en pastoraat.

Verderop leg ik uit waar deze al lang bestaande bestuurscultuur vandaan komt.


Gekoppeld aan deze broodnodige scheiding der machten moet het ambtsgeheim meer inhoud gegeven moet worden. En daar hoort ook bij dat deskundige externe vertrouwenspersonen aangesteld worden, zodat gemeenteleden en dienende broeders meer veiligheid in de kerkelijke organisatie kunnen ervaren.


Dienende broeders die dergelijke machtsposities bekleden zijn naar mijn inschatting zich nauwelijks of niet bewust van het feit dat zij zoveel macht binnen dit kerkelijk systeem bezitten.

De toename van macht neemt bij een hoger ambt bijna haast kwadratische vormen aan als je tot Apostel wordt benoemd Sterker nog, die goddelijke macht wordt je toegedicht. Zoals een vaker aangehaalde uitspraak van een broeder op de Centrale Administratie:


“Rang is pas rang als er een Rang op staat…”


De menselijke macht van een bestuurder of verantwoordelijke wordt als Goddelijke macht gezien. Dat is een ernstige misvatting. Het is feitelijk niet waar, maar het wordt wel zo beleefd. Het is een dood ordinaire menselijke macht. In de kerk is er generiek haast geen ruimte voor een tegenmacht.


Een alles verzengende lavastroom uit de vulkaan Piton de la Fournaise op het Franse eiland La Réunion in de Indische Oceaan. (The Atlantic, 2015)



AMBTSGEHEIM


Ook hier verwijs ik naar mijn statement van het ‘eerste bedrijf’.


Het is mijn jarenlange persoonlijke ervaring dat het ambtsgeheim binnen de kerk slecht functioneert. Je ziet dat terug uit reacties van broeders en zusters die zich niet veilig voelen om zeer vertrouwelijke info te delen met een dienende broeder, want deze verstrekte informatie blijkt lang niet altijd in veilige handen te zijn.



Een voorbeeld. De Districtsapostel verwachtte van mij dat ik alles met hem moest delen. Dus ook hetgeen broeders en zusters mij als geestelijke in vertrouwen hadden verteld. Ik kon hem alleen toezeggen dat ik hiertoe bereid was als zij mij hiervoor toestemming hadden gegeven. Hetgeen lang niet altijd het geval was. Als er bijvoorbeeld iets was voorgevallen tussen hen beiden, waardoor die betrokkene(n) ernstig beschadigd was cq waren, voelde ik het wel als mijn plicht hen voor te stellen om dit probleem met de Districtsapostel te bespreken eventueel in aanwezigheid van mijn persoon. En als zij dat weigerden kon ik mijn ambtsgeheim niet verbreken. Hij kon daar heel moeilijk mee omgaan.


Aangezien de kerk geen externe vertrouwenspersonen kent, krijgen mensen niet altijd de hulp die zij nodig hebben en/of graag wensen.


Er zijn in NAK Nederland wel sinds kort twee interne vertrouwenspersonen voor grensoverschrijdend seksueel gedrag aangesteld. Dat is een hele grote stap voorwaarts.


Maar mijns inziens dient de leiding wel te beseffen dat het aantal leden in Nederland zo gering is dat onafhankelijkheid niet of nauwelijks is geborgd.

Ook al nemen betrokken vertrouwenspersonen hun taken heel serieus, blijft het de vraag of een slachtoffer zich voldoende veilig voelt bij twee niet onafhankelijke vertrouwenspersonen in zo’n kleine geloofsgemeenschap.

De kans is daarom aanzienlijk groot dat leden zich wel twee keer zullen bedenken voordat zij in contact treden met een van hen.

Vooral als je bedenkt dat er ook een klachtencommissie is ingesteld bestaande drie “onafhankelijke” leden met specifieke kennis op het gebied van onderzoek, hoor en wederhoor, strafrecht en/of kennis over seksueel ongewenst gedrag.

Mag je er van uit gaan dat verankering van deze kennis bij deze leden voor handen is?


Maar twee van de leden zijn lid van de NAK en één lid komt van buiten de NAK. Klinkt goed, maar twee leden van de commissie zijn wel NAK leden.

Kun je nog wel spreken van onafhankelijk zijn? In totaal zijn er al drie tot vier leden bij één casus niet onafhankelijk. Daar komt bij dat deze klachtencommissie niet beslissingsbevoegd is. Het uiteindelijke behandelingsbesluit ligt bij de beide Apostelen. Hoe onafhankelijk is een dergelijk besluit? Ik vind ’t een gemiste kans dat juist bij het gremium van de beide Apostelen geen externe deskundige is aangetrokken.


Uit de media hebben we allen kennis kunnen nemen van de dramatische situaties binnen de organisatie van de Jehova’s Getuigen. In de eindnoten kunt u veel nuttige informatie van de Rijksoverheid en het meldpunt “Verbreek de Stilte” lezen.[xvi] [xvii]

Neemt de NAK het advies van de Rijksoverheid ook over om voor dienende broeders en zusters een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) verplicht te stellen? Op de website van de NAK Nederland kan ik daar niets over terugvinden.


Uitvoerige bespreking van deze passage is zo belangrijk omdat je als externe vertrouwenspersoon zo nu en dan met tragische en voor het slachtoffer uiterst pijnlijke situaties betrokken kunt worden. Daarbij is van cruciale betekenis dat zelfreflectie aanwezig is m.b.t. de vraag of de vertrouwenspersoon voldoende onafhankelijk is. Als mens en beroepsmatig besef ik terdege hoe moeilijk het is om met beroepsgeheim om te gaan. Het lekken van uiterst vertrouwelijke informatie heeft vaak desastreuze consequenties.


En mijn volgende vraag is waarom worden wel de namen van de vertrouwenspersonen op de website geplaatst en niet die van de leden van de klachtencommissie? U zult mij kunnen tegenwerpen dat zulks lang niet altijd bij andere organisaties gebeurt. Dat is correct. Maar voor iemand met een klacht op het gebied van seksueel ongewenst gedrag binnen zo’n kleine geloofsgemeenschap als de NAK Nederland is transparantie en voorkennis van namen van commissieleden zeer gewenst.

Het (vermeende) slachtoffer kan tevoren inschatten of deze commissie voor hem of haar voldoende onafhankelijk kan zijn. En ik vermoed dat de pool van deskundigen op dit gebied in deze kerk niet erg groot zal zijn.


Voor andere problemen die ontstaan in een gemeenschap of district dient men naar de direct verantwoordelijke te gaan[xviii]. En als dat contact om welke reden dan ook niet goed verloopt, kun je wel naar een dienende broeder gaan die hoger op de hiërarchische ladder staat, maar de kans is niet gering dat betrokkene daar ook niet gehoord wordt of zelfs het onderspit delft. En dan is er voor hem geen ruimte meer op hulp of mogelijkheid op het inschakelen van een interne of externe vertrouwenspersoon.

Voor mij is dit gegeven dus wel heel opvallend. Kan het Apostolaat op dit terrein dus wel zonder vertrouwenspersoon? Voor beide bovengenoemde situaties (voor zowel seksueel ongewenst gedrag als machtsmisbruik leidinggevenden, intimidatie, pesten e.d.) is het mijns inziens zeer zeker gewenst voor een goed acterend bestuur naast een interne ook een externe vertrouwenspersoon aan te stellen. En aansluitend daarop welk waardeoordeel wordt gehecht aan een aanbeveling van de klachtencommissie?


Saraca Asoca in Georgetown[xix]


Daarom dient het Bestuur te voorkomen dat het louter een cosmetisch initiatief is. Want het suggereert één in lijn te zijn met het advies van de Raad van Kerken. Immers, overschrijdend gedrag meldingen zijn aan de orde van de dag. Dan kun je als NAK niet achterblijven. Ook al is het zelfs symbolisch.

Zijn er überhaupt professionele mediators of vertrouwenspersonen binnen de NAK?

Indien verbonden aan een instituut geldt absolute zwijgplicht. Die eed is afgelegd.

Dat begint bij de melding en intake.

Dan heb je ook nog het fenomeen ‘doofpot’ of ‘diplomatieke onschendbaarheid’ omdat een hogere ambtsdrager zich daarop beroept. Gezien de cultuur moet je die mogelijkheid helaas niet uitvlakken. Want vergeven zit toch in de NAK genen? Het slachtoffer wordt dan dubbel slachtoffer als je dergelijke voorwaarden tevoren niet goed inbouwt.


DE BOODSCHAP[xx][xxi] VAN JG BISCHOFF

EN GEVOLGEN EXCLUSIEF GECLAIMD GODSBEELD


Dit onderdeel borduurt voort op het eerder behandelde onderwerp over “De NAK cultuur en structuur onder de loep.” NAK Duitsland belandt dan onder leiding van Stamapostel Bischoff in een uiterst orthodox religieuze stroming waar alle realiteitszin verloren gaat en het ontstaan van de Boodschap onontkoombaar wordt.


Met als gevolg dat leidinggevenden zoals Stamapostel JG Bischoff en zijn inner circle tijdens de periode van de z.g. Boodschap, waar hij predikte dat tijdens zijn leven de Heer zou wederkomen, heeft verordineerd dat zielen alleen verzegeld konden worden als zij geloofden in de Boodschap en hetzelfde werd gevraagd aan broeders bij ambtsinzettingen.


Dat zulke verordeningen plaatsvinden bij fascistische en communistische regimes als Nazi Duitsland, Noord Korea en China, zal niemand verbazen. Maar een christelijke orthodox getinte geloofsgemeenschap wordt dan tot een ware sekte gedoopt. Hier is sprake van een virtueel concentratiekamp.

Dat een dergelijke geest ook na 1980 nog rondwaarde in een van onze buitenlandse districten waar de verzegeling van een broeder volgens twee leidinggevenden alleen kon plaatsvinden als hij in deze dienst ook als Diaken kon worden ingezet.


Dat is om private redenen voor betrokkene duizend stappen te ver. Helaas heeft zich dat ook bevestigd. Een schoolvoorbeeld van intimidatie en machtsmisbruik. En het gevolg van theologische uitglijders.


Daardoor zijn vele goedwillende kerkleden ernstig beschadigd.

Enerzijds als slachtoffer en/of anderzijds als een voorbeeld om in dezelfde sporen van machtsmisbruik te treden.

Vooral macho achtige persoonlijkheden zijn beïnvloedbaar en ervaren bewust of onbewust dat het onderdrukken een aanvaardbaar middel is om gelovigen naar het doel van hun geloof te brengen.


Tegelijkertijd zie je in dergelijke machtssystemen dat er ook persoonsverheerlijking[xxii] wordt gecultiveerd. Oftewel een mens op een sokkel zetten. Dat is van alle tijden en culturen, maar heeft een religieuze gevoelswaarde voor mensen die idolen zoeken van wie zij steun in het leven ervaren en mee willen identificeren.


Stamapostel Krebs bezigde de uitdrukking “Christus in de Apostel” heel frequent.


Zijn opvolger Stamapostel Niehaus beweerde dat hij zelf de ware Wijnstok was.

En later kwam JG Bischoff met zijn bizarre Boodschap. Daarom heen zijn allerlei persoonsculten ontstaan. Een gevleugeld woord uit die tijd was dat je de Apostel in de harten van de broeders en zusters moet bouwen. Hoe onchristelijk is dat als je deze niet bijbelse inzichten tot dogma’s verheft en persoonsverheerlijking van de geloofsgemeenschap voor bovengenoemd trio zeker niet tegengaat maar zeer zeker zelfs bevordert met geloofsdwang.


Welke gedachten krijgt u bij de onderstaande foto?

Foto gepubliceerd bij de publicatie in NAC – Today : “Kirche sagt “ja” zur Frau im Amt” [xxiii]


Wie is nu de ware wijnstok?


Zoals hier boven reeds aangegeven is deze bestuursstructuur ontstaan aan het einde van 19e eeuw – waarover straks meer - en uitgebouwd tot een zeer autoritair geloofssysteem dat onder JG Bischoff, in dezelfde tijd als de opkomst van de nazis in Duitsland; en die in de eindjaren ’50 van de vorige eeuw zijn hoogtepunt heeft bereikt. En tot op de dag van vandaag zijn daar nog steeds gevolgen en invloeden aanwezig. De NAK Internationaal heeft extreem dominante bestuurscultuur nooit veroordeeld, laat staan hiervan officieel afstand genomen. Getuige het feit dat Stamapostel Wilhelm Leber in 2010 nog een jubileums dienst in Frankfurt heeft gehouden ter gelegenheid van de 50e sterfdag van JG Bischoff. Zelfs bij de 60e sterfdag werd eer een artikel aan JG Bischoff gewijd.[xxiv][xxv][xxvi][xxvii][xxviii][xxix]


En in de brief van Stamapostel Wilhelm Leber uit 2013 waarin de kerk wel in enigermate afstand neemt van de Boodschap zelf, maar niet ronduit zegt dat er theologisch geen enkele grond is geweest voor openbaring hiervan, of ja zelfs uitermate schadelijk is geweest voor vele gelovigen en het Apostolische werk als geheel. Vele gelovigen hebben ernstige psychische schade opgelopen. Ook daar werd geen hulp voor aangeboden in 1960. De enige ‘hulp’ kwam van Stamapostel Schmidt met zijn uitspraak: “God heeft zijn plan veranderd”. Er is nooit aandacht geweest voor de psychische terreur die op de gelovigen is losgelaten. Deze gebeurtenis heeft hun leven ingrijpend en langdurig beïnvloed. Ook Stammapostel Leber had hiervoor geen aandacht en compassie. Of bestaat er de angst voor schadeclaims? Want er is toch dood ordinair sprake van bedrog op het hoogste niveau!. Ook is in die brief niets gezegd over de dictatoriale bestuurscultuur van JG Bischoff en over de inbedding van de Boodschap daarin. Daar is ook nooit officieel afstand genomen van die zwarte periode in de vijftiger jaren van de vorige eeuw. En dan praat ik nog niet eens over de onduidelijke en duistere relatie tussen NAK Duitsland en de nazi’s tussen 1933 en 1945.


In feite had deze Boodschap van JG Bischoff eenvoudig inhoudelijk ontkracht kunnen worden. In het boek van Rudolf Stiegelmeyr geeft de schrijver hiertoe al een kleine aanzet in hoofdstuk 1.2, die ik hier verder uitwerk: Als Jezus Christus werkelijk aan JG Bischoff was verschenen had hij in de geest van de aartsvader Abraham tegen Jezus moeten zeggen: “Waarom komt U nu pas? Als u in de dertiger jaren van de twintigste eeuw zou zijn gekomen, zou U het leven van tientallen miljoenen mensen hebben gespaard! Waaronder ruim 6 miljoen Joden. En vele rechtvaardige mensen. Een rechtvaardige God zou dat nog nooit bedenken om ten koste van zovele miljoenen slachtoffers nog geen 144.000 mensen uit te redden. Dat zij verre van de Eeuwige! Zoiets kan alleen een ijdeltuit, vergelijkbaar met het gedrag van een usurpator bedenken, die over zijn eigen graf heen wil regeren. En zoveel mensen meesleept in zijn waanvoorstellingen.

GODSBEELD IN DAGELIJKSE PRAKTIJK IN DE GEMEENSCHAP

Hoe was het gesteld met het Godsbeeld in de praktijk van alle dag in een gemeenschap? Uit Apostolische praktijk weten ouderen direct een aantal voorbeelden te noemen over het godsbeeld in een dienende broeder:


1. Je vraagt je voorganger, je zegenaar, om toestemming om een huis te kopen.

2. Of je vraagt hem of je verkering mag hebben met die en die uit gemeenschap.

3. Je vraagt hem om een voorbede voor je vakantie.

4. De voorganger, de oudste of zelfs de Apostel bemoeit zich actief met jouw studiekeuze: je wilt psychologie gaan studeren, maar hij vindt dat een gevaar voor jouw geloof.

Filosofie en ethiek komen helemaal nicht im Frage (GJS: ik vraag me af of het taboe op deze laatste studies anno 2023 in de NAK al is opgeheven…)

5. Je wilt naar het conservatorium om een opleiding te volgen tot violist.

Maar dan komt je dienstbezoek in gevaar omdat je concerten bezoekt.

Want concerten zijn wereldse geneugten. Die moeten wij mijden.

Want de Heer kan komen.

6. Ook op verpleegster (verpleger) rustte hetzelfde taboe: verminderde mogelijkheid tot bezoeken van diensten. Alsof medische zorg voor zieken wel naar de tweede plaats geschoven mag worden.

7. Zelf heb ik aan den lijve ervaren dat ik als jonge arts voor mijn nummer in militaire dienst voor drie maanden uitgezonden kon worden voor een hulpproject om

de honger in de Sahel mee helpen te bestrijden.

De Voorganger vond dit geen goed plan. Want ik kon als dienaar in de gemeente niet worden gemist… Al snel verviel dit verzoek omdat beroeps militaire artsen werden ingezet. Maar toch. It’s a shame!

8. Elke oudere lezer kan dit aanvullen met vele eigen ervaringen. Zo wijd verbreid is dit fenomeen geweest. Een duidelijke vorm van geloofsdwang.


Daarnaast waren er ongeschreven “wetten” die je niet eens aan je Voorganger voorlegde: Zoals bioscoop-, kermis-, concertbezoek en bezoek aan de dansvloer vielen ook onder het wereldse genot. Ook het bezit van een televisie was uit den boze. Dat waren ongeschreven wetten die iedereen kende. Je bevordert dan wel de ontwikkeling van angsten en gespleten persoonlijkheden. Het zelfvertrouwen wordt met dergelijke maatregelen niet bevorderd. Integendeel! Want meerdere gelovigen hadden een TV op zolder of achter gesloten deuren.

Tijdens weekdiensten wisselden zusters buiten bij de kerk in een hoekje stilletjes damesbladen met elkaar uit. Hiermee bevorder je een dubbele moraal.


Er is een zuster die leeft met nog een tragische ervaring uit haar schooltijd: op de middelbare school ging de klas op schoolreis naar een van de Waddeneilanden. Haar ouders hadden tegen de schoolleiding gezegd dat zij op woensdagavond terug moest komen om een kerkdienst in haar woonplaats te bezoeken. Een van de leraren moest haar begeleiden naar de boot. Haar ouders stonden haar aan de overkant op de kade op te wachten. Zij heeft deze gebeurtenis als een diep traumatische ervaring haar hele leven met zich meegedragen.


Zo werkt dus dit systeem: dwang en onderdrukking van mensen ten koste van externe sociale contacten die een hechting met de samenleving tot stand moeten brengen. Bevorderen van een dubbele moraal. Het gevolg is vervreemding en isolement. “Ons koninkrijk is niet van deze wereld”. Wij leven op deze aarde maar wij zijn geen medeburgers in onze samenleving.


Toch waren er forse regionale verschillen. Ook de Apostolische gemeenschappen kenden de rekkelijken en de preciezen. Oftewel afhankelijk van de persoonlijke interpretatie van het wereldbeeld van de Voorganger werden er strengere verboden of soepelere voorschriften verordineerd.


Zo was het binnen de NAK Holland en enkele meer orthodoxe gemeenten binnen de HAZEA een gewoonte dat ouders de koorrepetities op maandagavond bezochten en kleine kinderen alleen thuislieten. Sic! Want, zo werd beweerd, de Engelen Gods zullen waken over hen. Voor mij onvoorstelbaar! Dit was regelrechte kindermishandeling en het verzaken van je ouderplicht in de naam van God. Nu zou de Kinderbescherming kunnen ingrijpen…


Ook waren er gemeenten in die vijftiger jaren waar de verordening gold dat kinderen na schooltijd niet buiten mochten spelen omdat de Heer kon komen. En de kinderen zomin mogelijk met de wereld in aanraking mochten komen. Wat een angstcultuur. En wat maak je van God dan een boeman. En ontneem je het kind zijn vrijheid en bevordert alleen maar zijn angsten.


Dezelfde Hans Urwyler heeft in de tachtiger jaren van de vorige eeuw de eigen verantwoordelijkheid[xxx] geïntroduceerd. Zo langzamerhand heeft het fenomeen van het Godsbeeld in een dienende broeder een ander karakter gekregen en zijn bovengenoemde voorbeelden verleden tijd geworden. Dat is ook een goede ontwikkeling.


Mensen dragen een gigantische regenboogvlag tijdens de jaarlijkse Pride-parade in Bangkok, Thailand, op 4 juni 2023. (The Atlantic)


PASTORALE ZORG OP HOGER NIVEAU

Van de NAK mag dat verwacht worden dat zij een profielschets heeft opgesteld aan welke competenties een dienende broeder moet voldoen voordat hij voor een ambt of opdracht wordt uitgenodigd.

Zoals:

a) Zijn pastorale deskundigheid.

b) Beschikt de kandidaat over voldoende communicatieve eigenschappen.

c) Heeft hij voldoende empathisch vermogen.

d) Heeft hij een goed inlevingsvermogen als het gaat om grote maatschappelijke maar ook geestelijke zorgen van de ander.

e) Dient hij zonder waarde oordeel met iemand kunnen spreken.

f) Is toegerust voor actuele maatschappelijke discussies rond

· LHBTI

· Euthanasie

· Voltooid leven,

· En andere maatschappelijke issues.


Deze competenties gelden ook voor zusters in een ambt.


Van de NAK mag worden verwacht dat zij voor een goede zielzorg dienende broeders grondig laat scholen in pastorale zorg. Ook mag men van de leidinggevenden in de kerk verwachten dat zij ruime aandacht besteden aan het zoeken naar geschikte kandidaten. Eerder naar kandidaten met pastorale en geestelijke kwaliteiten dan naar mensen uit de manager wereld.

Dan zorgt men proactief voor een evenwichtige ontwikkelingstred van de dienende broeders die meer passend is bij het steeds toenemend kennisniveau van de broeders en zusters. Door de stormachtige ontwikkeling van de social media is de toegankelijkheid tot veel kennis in zeer korte tijd explosief toegenomen


Met een dergelijke aanpak bevordert de kerk de onderlinge verbondenheid binnen een gemeenschap. Zou er dan ook een toename van de activiteiten kunnen leiden tot meer vrijwilligers binnen en buiten de kerk? Zo ja, dan wordt voor het oude ideaal van “Allen in Beweging”[xxxi] uit het district Arnhem weer nieuw leven ingeblazen. Ook wordt men voor andere kerkgemeenschappen een interessantere sparring- en gesprekspartner. En last but not least schep je als kerk voorwaarden om je plaats in de samenleving te verstevigen.



DEELNEMEN AAN HEILIG AVONDMAAL, ONTVANGEN ZEGEN:

VOOR IEDEREEN

Hier citeer ik nog een keer Hans Urwyler. Namelijk een circulaire uit 1986 m.b.t. het begrip eigen verantwoordelijkheid: "Gedachten over het onderwijzen van broeders en zusters over samenwonen, homoseksualiteit en de uitsluiting van het Heilig Avondmaal die er tot nu toe mee geassocieerd is", luidde de titel. In wezen ging het om de vraag of gelovigen die samenwonen zonder huwelijkse staat of homoseksuele relaties blijvend moeten worden ontzegd om deel te nemen aan het Heilig Avondmaal of dat deze ban moet worden opgeheven. Het antwoord is: “De verantwoordelijkheid voor de deelname van de broeders en zusters aan het Heilig Avondmaal kan niet worden overgedragen aan de Stamapostel, de apostelen en ambtsdragers; wij kunnen niet beslissen over de waardigheid en onwaardigheid van broeders en zusters. Integendeel, elk individu is verantwoordelijk voor zichzelf.” Hiermee is voor de nieuw-apostolische christenen het principe van de ‘persoonlijke verantwoordelijkheid’ geboren.” Een ware ommekeer in de goede richting.


Zoals u uit eerdere posts hebt kunnen lezen ben ik opgevoed binnen een gematigd denkend Apostolisch milieu. Dat paste ook bij de toenmalige structuur van de Hersteld Apostolische Zendingsgemeente in eenheid der Apostelen. Maar bepaalde verordeningen zoals in voorgaande alinea’s beschreven golden bij ons thuis ook. maar niet zo extreem. Het heeft bij mij toch ook lang geduurd voordat ik zulke zaken van mij kon afschudden door persoonlijke ontwikkeling en verruiming van mijn blik.


In tegenstelling tot de sfeer binnen de Nieuw-Apostolische Kerk (NAK – Holland) vóór de samenvoeging in 1961. Daar heerste een waar liefdeloos “law and order” atmosfeer, geheel in lijn met het gedachtengoed van Stamapostel J.G. Bischoff en zijn leer inzake “De Boodschap”: “De Heer Jezus verschijnt tijdens mijn leven”. Zijn opvolger Stamapostel Walter Schmidt en Districtsapostel Herman Schumacher hebben deze militaristische lijn van besturen verder voortgezet. Er kwamen in Nederland mensen in het ambt en op posities die deze vorm van besturen als een Goddelijke lijn beschouwden. Ik ben daar eerst ook in meegezogen. Gelukkig werden mijn waarden, meegekregen uit mijn opvoeding, steeds sterker in mij. Ik kon me steeds meer ontworstelen aan deze wurgende greep.


Recent las ik in “Vatican News”[xxxii] onderstaand bericht. Je kunt van alles zeggen over de RK Kerk, de oudste en mogelijk grootste multinational ter wereld. Maar de huidige paus Franciscus ziet het als zijn taak om midden in de wereld te staan en aan misstanden binnen die kerk te werken waarbij zijn aandacht uitgaat naar menswaardigheid: Aldus Franciscus: “Een levend geloof is geen artefact in een museum” Maar de schoonheid van het geloof moet niet alleen “herontdekt” worden, het moet verder versterkt worden, want het behoort niet tot het verleden, zoals een soort artefact in een museum, “maar leeft altijd in de vreugde van het evangelie, in de gemeenschap van mensen, in de samenkomst van hen die barmhartigheid ervaren en elkaar door genade erkennen als door God beminde broeders en zusters”.

Paus Franciscus wordt onder stromende regen door de menigte gedreven als hij aankomt voor zijn wekelijkse algemene audiëntie op het Sint-Pietersplein in het Vaticaan (The Atlantic)


Steeds meer ontdekte ik dat ik in mijn idealisme voor de Apostolische zaak veel heb opgeofferd. Maar in feite was ik een slachtoffer van een monsterlijke vergissing: je denkt te goeder trouw dat je je inzet voor een nobele zaak. Maar in feite bleek ik alleen de belangen van een beperkt klein fundamentalistisch systeem te dienen, dat alleen haar eigen heil op het oog had. En men leeft in een cocon losgeweekt van deze wereld waarin wij allen leven en ook onze verantwoordelijkheid voor hebben.


Voor mij was persoonlijke pastorale zorg van veel grotere waarde dan de technisch bestuurlijke kant van mijn opdracht, oftewel de bijkomende dagelijkse bestuurscultuur op de CA. Ik ervoer dat als een noodzakelijk kwaad.


Maar voor hetgeen jij als mens in de afgelopen jaren hebt opgeofferd voor het goede doel, voor alles wat je hebt gegeven, blijkt de opperste leiding van de kerk in geheel niet geïnteresseerd te zijn. Dat alles staat haaks op hetgeen Jezus van Nazareth predikte. Dat zal u duidelijk worden in het volgende bedrijf.



HET DERDE BEDRIJF: IN PARAMARIBO IS HET ZO VER GEKOMEN


Job 8: 14-15 (NBV)


Herfstdraad – daarop verlaat hij zich

Een huis van een spinrag is zijn toevlucht.

Als hij er schuilt, houdt het geen stand,

Grijpt hij het vast, dan stort het in.



Bezoek Districtsapostel aan Ballingsula Zo. 12-07-1998 nm


Ik weet nog als de dag van gisteren hoe bij mij de diagnose werd vastgesteld dat ik een kwaadaardig proces in mijn dikke darm had. Van het ene op andere moment werd ik geconfronteerd met waarlijke overmacht. Alsof je wegzinkt in het niets. De nabijheid van dierbaren die je dragen is onmisbaar. En de kans is heel reëel dat je zelf een actieve rol speelt in je eigen ondergang, als je bijvoorbeeld, behandelingen of medicatie weigert (euthanasie was toen nog niet gelegaliseerd). Je bent er op zijn minst bij betrokken. Hoe kun je dan nog structuur aanbrengen in die overrompelende chaos van onontkoombare realiteit. Allemaal zaken die door je hoofd spoken. Is het willekeur wat mij is overkomen? Of is er toch ergens een oorzakelijk verband ook al ken ik dat nog niet. In dat stadium was ik er nog zeker niet aan toe om van een eventuele dood nog iets zinvols te maken. Ik vond dat toen en nog steeds een onverdraaglijke zinloze ziekte. Het voelt heel oneerlijk en willekeurig. Is daarmee leven ook zinloos en onrechtvaardig? Volgens mij niet. Het is niet mijn schuld dat ik in een rijk land ben geboren. Maar ik voel het wel als mijn morele plicht er ook voor de Ander te zijn. Heb ondanks eigen leed toch van huis meegekregen aan de Ander te denken. Ik heb toch ook de vermogens gekregen om zin te geven aan mijn bestaan?! Het is was een warboel in mijn hoofd. Tijdens die ziekteperiode hebben mij dergelijke afwegingen ook een enorme positieve energie gegeven, ook al lijkt dat voor een buitenstaander allemaal erg verwarrend.

Ik wilde vechten voor mijn leven.


Ter afsluiting: het is God Zij dank toch goed gekomen. Dan kan niet iedereen zeggen. Met de operatie is het kwaadaardig proces in zijn geheel verwijderd. En mentaal heb ik mij goed door deze moeilijke periode heen geslagen.


Als ik aan Job denk moet hij gelijkaardige (Vlaams J) gevoelens hebben gekend. Want in de verzen 14 en 15 verwoordt hij op een prachtige poëtische wijze wat ik ook heb gevoeld kort na die fatale diagnose in 1988 en ruim tien jaar later in Paramaribo na het gesprek met Districtsapostel Pos.


“Dit is niet het einde. Het is niet eens het begin van het einde. Maar het is misschien het einde van het begin.” [xxxiii] Winston Churchill (1874-1965) Engels staatsman en Nobelprijswinnaar literatuur 1953


Nu het verhaal en de betekenis ervan:


In de nazomer van 1997 heeft de Districtsapostel aangekondigd, voor zijn pensionering, in het volgende jaar alle gemeenschappen in de gebiedskerk Nederland nog eenmaal te bezoeken. Zo werd onder andere de reis naar Suriname en de Nederlandse Antillen gepland. We vertrokken donderdag 9 juli 1998 met een KLM lijnvlucht naar Paramaribo. De echtgenote van de Districtsapostel reisde ook mee. Op vliegveld Zanderij werden we opgewacht door de aanwezige vrijwilligers van het Adoptie Plan Suriname, kortweg APS’ers genoemd. We verbleven in het huis van de Stichting APS aan de Prins Hendriklaan naast Ons Erf [xxxiv], een begrip voor vele Surinamers. Ons verblijf was volgepland met bijeenkomsten, gesprekken en diensten in Allianz, Paramaribo, Ballingsula, Asigron, Tapuripa en Bronsweg. Business as usual. Niets bijzonders gemerkt aan de verhouding met de Districtsapostel.



De volle supermaan rijst op boven de vuurtoren van St. Mary in Whitley Bay aan de noordoostkust van Engeland (Associated Press)


Op de laatste dag van ons verblijf in Suriname wilde hij met mij over de toekomst praten. In het voorjaar was de hij bij de Stamapostel in Zurich geweest. Een onderdeel van een normale procedure bij opvolging van een Districtsapostel. Uit dat toenmalige bezoek had ik niets terug gehoord. Dat vond ik ook niet zo vreemd. Want bij ambtsinzettingen was hij wel vaker geheimzinnig. Dat was ik gewend.

Hiervoor had ik een kamer bij de Nederlandse ambassade gereserveerd op donderdag 16 juli om 11:00 uur lokale tijd. Het was onze gewoonte om belangrijke besprekingen op neutraal terrein te voeren, weg van de invloeden van de Centrale Administratie en dus ook weg van het gehorige APS huis. De ambassade ligt op loopafstand van het APS huis. Daar aangekomen stak de Districtsapostel direct van wal. Hij vertelde dat dit gesprek het moeilijkste zou worden uit heel zijn leven.


Daar vertelde hij mij dat ik niet zijn opvolger zou worden in tegenstelling tot eerdere uitspraken en toezeggingen aan mijn adres. Als oorzaak noemde hij het inmiddels gewraakte interview in het Jeugdmagazine van december 1997 (GJS: volgens mij was dat mij alleen maar een aanleiding).


Naar zijn mening stond ik niet in de leer van de Nieuw-Apostolische Kerk.


Richard Fehr heeft hem naar zijn zeggen gewaarschuwd: “Bert, jij moet wel weten wat je doet. Jij kent de situatie in Nederland.” Na rijp bereid was hij uitgekomen bij Opziener Theo de Bruin.

Ik was perplex en totaal overdonderd. Dit kon niet waar zijn. Waarom had ik dat niet eerder opgemerkt? Wat was er gebeurd dat er plotsklaps zoiets kon gebeuren.

Gelukkig kon ik uiterlijk vrij onbewogen reageren met: “Ik heb er niet om gevraagd u op te volgen. Het is ook nooit mijn intentie geweest om daar naar te streven. Want daar ga ik niet over.” Een echt Apostolisch antwoord. Hij vertelde mij ook als hard verwijt, dat ik hem als Districtsapostel niet in de harten van de broeders en zusters had gebouwd (GJS: lees afnemende populariteit). Waarop ik repliceerde dat we toch Jezus en Zijn levenswijze zullen navolgen? En Zijn voorbeeld zullen prediken? Mensenverering zij toch verre van ons? Dat viel helemaal verkeerd.


Ook werd mij verweten dat ik onvoldoende leiderskwaliteiten (GJS: lees conservatief, orthodox) had om een dergelijke ambtsopdracht naar behoren te kunnen vervullen. Terwijl hij anderhalf jaar eerder nog bij ons thuis in aanwezigheid van mijn vrouw het tegenovergestelde had beweerd.


Toen werd nog een andere haas uit de hoge hoed getoverd.


Aangezien de NAK Nederland eigenlijk geen salaris voor twee Apostelen kon betalen, kwam de Districtsapostel terug op mijn brief uit 1993, die ik gelukkig in mijn archief heb bewaard. In die periode kwam hij definitief terug uit Hamburg/Bremen, omdat daar Wilhelm Leber als de nieuwe Districtsapostel was ingezet.


Destijds had hij al door laten schemeren dat twee Apostelen een te zware wissel trokken op de financiën van de kerk van Nederland.

In mijn empatisch benaderde onschuld heb ik toen geschreven dat ik bereid was om in deeltijd weer mijn vak als huisarts te willen uitoefenen. Bijvoorbeeld 50% voor de kerk en 50% als huisarts.

Destijds gaf hij aan dat zulks nog niet nodig was. Nu vijf jaar later kwam die bewuste brief weer op tafel en werd nu tegen mij gebruikt.

Mijn eerdere bereidheid werd uitgespeeld in een opvolgingskwestie en kwam nu als eis op tafel te liggen.


Maar als klap op vuurpijl werd me nog wel een worst voorgehouden dat mogelijkerwijs mijn oude wens in vervulling kon gaan om als tropenarts in Guyana of Suriname te gaan werken. Mijn hele gezin zou dan ook moeten verhuizen naar Zuid – Amerika. Het liefst zou onze standplaats Georgetown of Paramaribo moeten zijn.


Want de Stamapostel zocht nog een Districtsapostel voor het noordelijke deel van Zuid – Amerika. En die nieuw in te vullen functie zou ik dan als Districtsapostel worden ingezet. Maar ik zou dus niet meer in dienst zijn van de kerk. Overdag een artsenpraktijk. En daarnaast nog een fulltime onbezoldigde job voor de kerk in een immens groot gebied. Beide landen onderhouden geen goede vliegverbindingen met omringende landen. Dus ingewikkelde reizen, veel op reis en dus weinig thuis, hoe kan ik dan nog daarnaast mijn brood verdienen?


Als bijkomend voordeel zou ik dan ook regelmatig de Districtsapostel vergaderingen bijwonen. Mijn vrouw mocht dan meegaan, en zo konden wij voldoende feeling houden met onze familie in Nederland.


CONTRADICTIO IN TERMINIS[xxxv] Omdat ik niet in de leer stond van de NAK werd ik als een valse Apostel gezien maar tegelijkertijd kon ik wel Districtsapostel in Zuid – Amerika worden. WEG PROMOVEREN OFTEWEL: ZOALS BIJ PIETER OMZIGT: FUNCTIE ELDERS[xxxvi]

De vrije val! Zo voelde het ook… : Kaieteur Falls in Guyana[xxxvii]


Verrassenderwijs was ik nog zo loyaal om over die laatste voorstellen te zullen nadenken. Er rustte een embargo op ons gesprek. Ik mocht voorlopig ook met mijn vrouw over deze plannen niet spreken. Dat was ik zeker niet van plan omdat wij die volgende week als gezin op St Maarten voor een vakantie herenigd zouden worden.

Wij hadden vakantie privé geregeld n.a.v. het behalen van het einddiploma middelbare school van onze dochter. Mijn vrouw en kinderen zouden op onze eigen kosten daar naar toe vliegen. Ik wilde hun vakantie zeker niet bederven.

Na afloop liepen we samen weer terug naar het APS huis en wisselden geen woord. Ik was totaal verdoofd. De volgende morgen zouden we al heel vroeg vertrekken voor een vlucht naar de Aruba. Ik heb me die middag op mijn werkkamer ‘opgesloten’, en ’s avonds tot diep in de nacht alleen door Paramaribo gewandeld. Wat mij nog nooit is overkomen, ik heb die nacht letterlijk geen oog dicht gedaan.

Ik was totaal in de war. Allerlei gedachten spookten door mijn hoofd. Maar vooral boosheid over zoiets onrechtvaardigs. Je hebt alles gegeven, van heel veel zaken afstand gedaan en opgeofferd. Vele malen hete kolen voor hem uit het vuur gehaald. En nu ineens dit. Ik voelde me ernstig beschadigd en vertrapt. Nog net niet halfdood. De daarop volgende diensten op Aruba, Bonaire en Curaçao zijn ware kwellingen geweest. Wat moet je in Godsnaam zeggen als je ‘mag’ meedienen? Vreselijk. Ik was erg blij dat ik naar St Maarten kon vertrekken. En mijn dierbaren mocht ontmoeten.

Aan het einde van zijn vakantie op Aruba en de onze op St Maarten zou de Districtsapostel nog een dienst houden op St Maarten en zouden we samen naar Nederland vliegen. En ik maar zwijgen. Wat een toneelspel.


GEBRANDMERKT DOOR DE DISTRICTSAPOSTEL –

VERRADEN DOOR HET SYSTEEM

Zo voelde ik mij op 16 juli 1998 in Paramaribo en werd keihard wakker. Als de reiziger op reis van Jeruzalem naar Jericho (Lukas 10:22-37), mishandeld en uitgeschud. Nog net niet halfdood, maar wel miskend. Als een gevaar voor de Kerk in Nederland, want ik stond niet in de navolging. Het etiket van valse Apostel was op mij geplakt. Ik was vogelvrij verklaard. Dat alles op basis van het interview in het Jeugdmagazine (zie Hoofdstuk 21). In dat beslissende moment in mijn leven begreep ik dat hetgeen anderen in mij afkeurden en verderfelijk vonden, juist het beste, het meest authentieke in mijzelf was. Zo stond en sta ik er nog steeds in!

Die gebeurtenis op 16 juli 1998 in Paramaribo is beslissend geworden voor mij en mijn vrouw. Het is niet het einde geweest.


Na onze terugkomst in Nederland hebben mijn vrouw en ik samen uitvoerig over de nieuwe ontwikkelingen gesproken. En zijn we eerst nog meegegaan in het voorstel om onze koffers te pakken en naar Zuid – Amerika te vertrekken.

Bij nader inzien hebben wij om ons moverende redenen hiervan afgezien. En dat ook met de Districtsapostel gecommuniceerd. Voor mij persoonlijk was eigenlijk de maat vol. Hoe kun je in een dwangpositie zoiets van je naaste medewerker vragen. Weer een offer van hem en zijn gezin vragen. Er werd met ons gesold. Een valse Apostel die in Zuid – Amerika ineens in het ambt van Districtsapostel geen valse Apostel meer is. Functie elders maakt Europa smetvrij voor zijn invloed?


Vanaf dag één vond ik het feit dat je iemand met wie je zo lang hebt samengewerkt en een slecht nieuws gesprek wil voeren hem dan in zo’n grote afzondering en eenzaamheid brengt ronduit misdadig en onmenselijk en een Apostel des Heren onwaardig. Ik heb dat als een ernstige marteling en mensenrechtenschending ervaren. Toen na 6 december 1998 de installatie van de nieuwe Districtsapostel voorbij was, heb ik mijn ervaringen uit Paramaribo aan Districtsapostel Pos geschreven. Nooit enige reactie van hem hierop ontvangen.

Nu zou ik spreken van grensoverschrijdend gedrag. Dat is natuurlijke een ernstige aantijging. Maar tevoren is er in Nederland niet met mij over deze nieuwe plannen gesproken. Het ware rechtvaardig gewezen als dat wel was gebeurd. En ik het recht op wederhoor had gekregen voordat er überhaupt beslissingen waren genomen.

Ik kan het niet anders zien dat hier puur sektarische methoden zijn toegepast om iemand te elimineren. Deze methoden zijn in onze kerk meerdere malen gebruikt. Ook nu nog. En ik ben heus niet de enige geweest.


Een man houdt een gewonde baby in zijn armen na een Russische aanval op een woongebouw. Mensen verzamelden zich voor de begrafenis van een gevallen soldaat. Aan het begin van de ceremonie raakte een raket de parkeerplaats naast de hoogbouw, 31 mensen raakten gewond, onder wie 10 kinderen ( Pervomaiskyi, Ukraine; 04-07-2023 The Guardian)


In het laatste kwartaal van 1998 heb ik mij vooral beziggehouden met mijn eigen toekomst en dat van mijn gezin. Met de Districtsapostel Pos is op 4 december 1998 een document getekend dat ik op kosten van de NAK Nederland zou gaan studeren, zodat ik na een aantal jaren weer mijn vak als huisarts zou kunnen uitoefenen. Aangezien ik in Nederland ruim een jaar zou moeten wachten om te kunnen starten met een herintredingscursus, die minimaal drie jaar duurt, ben ik uitgeweken naar Antwerpen. Waar ik in februari 1999 direct kon starten. Het enige grote nadeel was dat ik door de week in Antwerpen vertoefde en mijn gezin in Amersfoort bleef. Op de zondagen diensten hield en voor mijn gezin alleen de zaterdag overbleef. Toch hebben we thuis daarvoor gekozen. In ons gezin ervoeren wij de kracht om alles ten goede te keren.


Een saillant maar betekenisvol detail is geweest dat de Districtsapostel onze drie Opzieners in Nederland, Hans Kamstra, Wilfried Hoffman en Peter Klene pas op zaterdagavond 5 december laat op officieel op de hoogte heeft gesteld van de inzetting van de nieuwe Districtsapostel.


Toen die hobbel van 6 december 1998 was genomen en iedereen op de hoogte werd gesteld van deze ingrijpende veranderingen, konden wij thuis toch anders tegen de toekomst aan kijken. Ook al was dat in het begin geen makkelijke periode.


Vanaf het nieuwe jaar moest de nieuwe Districtsapostel aan zijn nieuwe taak beginnen. Wie moest hem inwerken? Hij werkte direct al vanuit zijn woonplaats Heiloo. Ook op de Centrale Administratie was alom verbazing, verwarring en onrust. Ik heb me daar verder nauwelijks mee kunnen bemoeien. Dat was ook niet gewenst. Ik was besmet. Ik ervoer dat ook als de taak van de nieuwe man zelf en van zijn voorganger. Datzelfde ondervond ik ook bij een aantal districtsdienaren. Maar voor de meesten in de gemeenten gold hetzelfde: verbazing en verwarring.



WAS IK VOOR DE DISTRICTSAPOSTEL POS WEL DE BEOOGDE

KROONPRINS?

Ik zal proberen u daar wat meer over te vertellen. Ondanks het feit dat de Districtsapostel tegen mijn vrouw en mij bijna 1,5 jaar vóór de fatale datum van 6 december 1998 dat kenbaar heeft gemaakt, zijn er voor hem kennelijk toch andere punten geweest die hem van gedachten heeft doen veranderen. Ik zal er een aantal noemen die mogelijk daarbij een rol hebben gespeeld.

a. In 1987 werd Districtsapostel Günther Knobloch uit Hamburg/Bremen ernstig ziek. Onze Districtsapostel werd gevraagd daar in te springen. Om de continuïteit van de verzorging van het Nederlandse district goed te borgen heeft Stamapostelhelper Richard Fehr mogelijk geïntervenieerd om Hans Kamstra en mijn persoon in respectievelijk het Opzieners- en Apostelambt in te zetten.

b. Een jaar later werd de grote jeugd manifestatie in de Doelen gehouden. Zoals iedereen kan weten was deze gebeurtenis een doorslaand succes. Echter op de maandag daarna riep de Districtsapostel mij in zijn werkkamer en vertelde dat het een mooie dag was geweest. Maar dat wij op deze weg niet meer verder moesten gaan, anders zou hij onze samenwerking beëindigen. Ondanks mijn vraag wat er dan voor leerpunten zijn, kreeg ik alleen als antwoord dat deze dagen traditioneler ingevuld moesten worden. Ik heb er voor gepleit dat we elk jaar samen opnieuw kunnen bekijken wat mogelijk kon zijn. Hiermee werd het gesprek afgesloten. Maar voor mij was duidelijk dat de orthodoxie nummer één is en zo ook moet blijven.

c. Ooit zijn er nadien ontwikkelingen geweest met betrekking tot een broeder die om moverende redenen niet gerealiseerd konden worden. De Districtsapostel heeft daar lange tijd heel veel moeite gehad. Hij heeft daar ook nooit meer met mij daarover gesproken. Daar ligt mogelijk een deel van de oplossing van deze vraag.

d. Het loslaten van de macht was voor hem m.i. ook erg moeilijk geweest. Hij heeft mogelijk beseft dat ik veel autonomer te werk zou gaan. Uiteraard onder paraplu van NAK Internationaal.

e. De leden van de Projectgroep “Gegenwartsfragen”[xxxviii] binnen de kring van Districtsapostelen lagen sowieso al lange tijd onder verdenking. Ik was al ruim 10 jaar lid van deze club. Zij vonden ons veel te progressief. We hebben vaker gehoord dat de PG opgeheven zou worden als wij dit of dat niet zouden bijstellen. Zeker één Districtsapostel, die hele grote invloed had bij Stamapostel Fehr, namelijk Klaus Saur, was geen vriend van onze PG. Ik sluit niet uit dat hij zijn invloed hiertoe heeft aangewend bij deze en een andere opvolgingskwestie.

f. Hetzelfde kan gezegd worden van invloeden op onze eigen vaderlandse bodem die uit de orthodoxe hoek kwamen.

g. Vaak gebruikte de Districtsapostel de uitdrukking in mijn richting: “te veel verstand en te weinig geest”. Dat klonk dan ook altijd als een schoolmeester die zijn leerling corrigeert. Ik was er zo aan gewend dat ik daar verder geen aandacht aan schonk. Was ik voor hem dan te academisch?

h. Of is de Districtsapostel alleen heel berekenend geweest in deze opvolgingskwestie en wilde hij onbewust over zijn graf heen regeren of heeft ook diffuse angst bij hem toegeslagen? We zullen het nooit helemaal zeker weten. Duidelijk is dat de doorlopen procedure wel heel erg berekenend is geweest. Met alle schadelijke gevolgen van dien omdat hij nolens volens een spoor van ellende in de gebiedskerk Nederland heeft achtergelaten.


Toegewijden vieren het feest van Johannes de Doper terwijl ze bedekt zijn met bananenbladeren en modder in Aliaga, Filipijnen (The Guardian)


Daarom voor mij de prangende vragen?:

- Wat was nu in het naschouwen het waarheid- en houdbaarheidsgehalte van de doctrine van Districtsapostel Pos en zijn opvolgers anno 1998?

- Dubieuze adviseurs, rechtszaken, twijfelachtige geldtransacties, speculaties?

- Heeft het Evangelie van Jezus van Nazareth plaats moeten maken voor economie?

- Maar het ging wel ten koste van het penningske van de weduwe…


Tegelijkertijd moet ook gezegd worden dat de nieuwe Districtsapostel in een ongelooflijk groot vacuüm terecht kwam en überhaupt geen enkele bestuurservaring had in onze kerk. Eigenlijk een onmogelijke opgave. Hij zal wel vaak met Districtsapostel Pos hebben overlegd. Aangezien ik amper of niet meer beschikbaar was gezien mijn studie in Antwerpen en ik tot een besmet persoon was verklaard, vertrouwde de nieuwe Districtsapostel mij in geen enkel opzicht. Samenwerken lukte van geen kanten. Tragiek alom.

Ook Opziener Kamstra was besmet. Al vrij snel werd zijn taak van de jeugdverzorging overgenomen door Opziener Klene. Alles wat wij geprobeerd hebben tot stand te brengen werd, was verdacht.

Het gevolg was dat de rijdende trein in het Nederlandse district tot volledige stilstand is gekomen.


BEZOEK AAN STAMAPOSTEL RICHARD FEHR

Aan het einde van de maand januari 1999 zijn mijn vrouw en ondergetekende nog uitgenodigd bij de Stamapostel Richard Fehr in Zürich. Daar verzocht Richard Fehr mij om toch in dienst van de kerk te blijven. NAK International zou mijn salaris betalen. Ik was uitermate verbaasd. Kon het nu wel? Was hij tevoren wel op de hoogte van hetgeen Districtsapostel Pos mij verteld had?

Aan alles voelde ik dat hij erg ongelukkig was met deze situatie. Tegelijkertijd was het ook een middel om mij in het gareel te houden.

Ik heb hem beleefd bedankt voor het aanbod en gezegd:

“Maar nu is het te laat. Ik heb mijn plan nu getrokken en ga weer studeren en over een paar jaar mij als huisarts in Amersfoort vestigen. Ik ben altijd zeer loyaal geweest. Nu is het mijn beurt.”

De Stamapostel begreep de boodschap heel erg goed.


DE GORDIAANSE KNOOP – APOSTELAMBT ONTNOMEN – BEGIN VRIJHEID

De volgende jaren binnen de kerk zijn uiterst moeizaam verlopen. De Stamapostel heeft nog een commissie van twee wijze mannen aangesteld: de Districtsapostelen Armin Studer en Hagen Wend. Zij hebben er alles aan gedaan om bruggen te slaan.


Bestuurlijk gingen er vele zaken mis. Zoals bij het beheer van de kerkgebouwen in Nederland. Er was iemand aangetrokken die mijn keuze zeker niet zou zijn. Betrokkene viel erg in de smaak bij de overige leden van het bestuur. Om mijn moverende redenen sprak ik mijn ernstige zorgen hierover uit. Als lid van het bestuur was ik te lastig. Om mij heen gebeurde van alles. Ik heb vele brieven aan de nieuwe Districtsapostel hierover geschreven. Zelfs heb ik mij gewend tot de Stamapostel Richard Fehr. Maar niets hielp. Na mijn vertrek uit de kerk in 2004 ben ik helaas alleen bevestigd in mijn zorgen. De NAK Nederland heeft in de jaren daarna ernstige imagoschade opgelopen. Ook de financiële schade voor kerk is enorm geweest…


Maar in de herfst van 2004 werd duidelijk dat de situatie onhoudbaar was. De kerk stond op het standpunt dat de Heilige Geest alleen door Apostelen van de NAK kon worden afgedragen. Voor mij was dat inmiddels al een gepasseerd station.

In de Nederlandse parochie was tijdens de beginfase van de nieuwe Districtsapostel aan de jeugd al wel duidelijk gemaakt dat ook buiten de NAK de Heilige Geest werkzaam zou kunnen zijn.[xxxix].

Natuurlijk!

Want “de Wind waait waarheen Hij wil” ( Joh. 3:8).

Maar daar was de kerk in die tijd nog niet aan toe! Toch werd mijn opvatting dat wij als kerk niet kunnen beweren dat in andere Christelijke kerken de Heilige Geest niet werkzaam zou zijn en niet door betreffende geestelijken afgedragen zou kunnen worden, niet geaccepteerd. Daar gaan wij natuurlijk niet over. Wij mogen onze leer niet een dergelijk universeel karakter meegeven. Onze leerstellige uitleg heeft alleen voor onze kerk betekenis.

Dit valt onder het hoofdstuk imperialistische machtsuitoefening, die geen enkele bijbelse grond heeft.


Misschien herinnert u zich nog de dienst van Stamapostel Richard Fehr in Tilburg op 14 januari 2001, de z.g. ‘Koekoeksprediking’ Daar is Opziener Kamstra voor ter verantwoording geroepen omdat hij die bovenstaande tekst uit Joh. 3:8 in zijn meedienen aanhaalde… [xl]


Teamleden van het Zwitserse Federale Instituut voor Technologie arriveren bij de gedeeltelijk overdekte Rhônegletsjer bij Goms, Zwitserland ( Associated Press)


DE TIJD GAAT SNEL - DWANG – GEEN ECHTE KEUZE

Op 12 oktober 2004 vond een bespreking plaats met beide bovengenoemde Districtsapostelen Studer en Wend in Hotel Holland in Hoofddorp. De situatie binnen Aposteldistrict Nederland was volledig vastgelopen. Crisisberaad. Dat gesprek vond eerst alleen met mij plaats. Districtsapostel en de Opzieners hebben uren in de wachtkamer gezeten. Daar kreeg ik drie mogelijkheden voorgeschoteld.


A. Als ik weigerde om mijn ambt terug te geven, zou de Stamapostel mij uit

het ambt zetten.

B. Ik kon in de rust gaan.

C. Ik kon mijn ambt teruggeven.


Ik heb hun geantwoord: moreel – ethisch zou ik voor A. willen kiezen. Maar dat geeft te veel onrust. En dat wil ik niet. Voor de optie B. voel ik me veel te jong.

Daarom kies ik voor optie C.


Tot slot vroegen zij mij of ik een nieuwe kerk zou gaan stichten. Ik was uitermate verbaasd over deze vraag. En stelde hen de wedervraag of zij daar enige aanwijzingen voor hadden gekregen. Zij antwoordden dat de Apostelen in Nederland zich hierover zorgen maakten. Ik ben in lachen uitgebarsten. En heb hun geantwoord dat zoiets zinloos is. Ik heb naar eer en geweten dit ambt gedragen. Ik voel geen enkele behoefte om mij zelf daarin te manifesteren en een splitsing teweeg te brengen. Deze vraag stelde de Stamapostel op 29 november 2004 in Zurich mij nogmaals en ik kon naar eer en geweten hem mededelen dat ik mij niet daarvoor zal lenen[xli]. Hij heeft op een koninklijke wijze afscheid van mij genomen. Districtsapostel Studer heeft de volgende dag 30 november 2004 ’s avonds in een dienende broeder vergadering in onze historisch beroemde kerk aan de Johan Gerardsweg te Hilversum op een hele wijze en warme manier afscheid van mij genomen. Ook hier waren de Districtsdienaren niet van tevoren ingelicht. Pas in de consistorie hoorden zij wat er ging gebeuren. Nadien heb ik zeer veel steunbetuigingen van broeders en zusters en dienende broeders ontvangen. Dat was hartverwarmend. Want na 30 november 2004 stonden wij letterlijk op straat en op eigen benen.


Ook mag opgemerkt worden dat wij, Armin Studer en wij, tot op de dag van vandaag vrienden van elkaar zijn. Hij is enige (Districts)Apostel geweest die zich vanaf de eerste jaren na 1998 tot op de dag van vandaag om ons heeft bekommerd. Heel recent hebben wij deze geschiedenis in Zwitserland nog eens samen met hem de revue laten passeren. De ware achtergehouden reden waarom ik het veld moest ruimen is een andere dan uit de gepubliceerde tekst blijkt. De nieuwe Districtsapostel, en de toenmalige Opziener Klene (middels een brief aan de Stamapostel), wilden niet meer met mij samenwerken. Terwijl ik altijd de samenwerking had gezocht. De Stamapostel had geen andere keus meer. Welk een tragiek voor deze kerk.


Mijn studie en werkzaamheden verliepen geheel volgens plan. In april 2002 kon ik starten als huisarts aan de Stadsring 145 te Amersfoort. Ik heb daar gouden jaren beleefd die ik nooit had willen missen.


TOT SLOT

Misschien begrijpt u nu waarom ik dit verhaal na vele jaren moet publiceren. De broeders en zusters hebben in 1998 en 2004 een andere waarheid te horen gekregen van de leidinggevenden van weleer. Terwijl de NAK de lat heel erg hoog legt m.b.t. het begrip GODDELIJKE WAARHEID kunt u voor uzelf nu vaststellen dat dit begrip in de handen van een bestuurder of bestuurders van deze kerk ineens een hele andere benadering krijgt om hun eigen positie veilig te stellen en hun slachtoffer met die waarheid te kunnen elimineren. Niets Goddelijke macht alleen maar misbruik van menselijke macht.


Misbruik van macht van een dergelijke orde binnen een kerk mag mijns inziens niet in de doofpot worden gestopt.


In feite is mijn terugtreding de bevrijding geweest van een ongewenst juk, opgelegd door systeem fanatiekelingen en fantasten!


De laatste jaren is echter in mij steeds meer de drang opgekomen om hierover toch te gaan publiceren. Omdat ook anderen hetzij vroeger hetzij nu dergelijke dingen zijn overkomen en nog steeds zullen overkomen. Het is mijn vaste overtuiging dat velen dan in diepe eenzaamheid lijden en zwijgen. En de trein dendert maar voort. Als in deze bestuurscultuur geen verandering komt, blijven er slachtoffers te betreuren. Dit instituut heeft een ziekmakende machtsstructuur onder een vals christelijke dekmantel. Ik heb in drie bedrijven getracht de oorzaken en de gevolgen hiervan bloot te leggen.


If there is a book that you want to read, but hasn’t been written yet, then you must write it ( Toni Morrison)[xlii]


De lezer kan mij nu tegenwerpen waarom ik niet eerder, tijdens het leven van de Districtsapostel Pos, deze vreselijke geschiedenis in de openbaarheid heb gebracht. Vanaf die dag 16 juli 1998 was onze relatie naar mijn gevoel onherstelbaar beschadigd. Ik kan hierbij aantekenen dat ik ook tijd nodig heb gehad om deze godgeklaagde geschiedenis in mijzelf een plek te geven. Ik durf te zeggen dat ik met hulp van velen’, waaronder professionele hulp, boven het slachtofferschap ben uitgegroeid. Wij zeggen thuis vaak tegen elkaar dat we het samen en met de Eeuwige hebben gered en dankbaar zijn voor onze vrijheid.


Ik ben zeker gebrandmerkt door de Districtsapostel en verraden door het systeem. In de beide voorgaande bedrijven heb ik uitvoerig stilgestaan hoe macht binnen dit kerkelijke systeem misbruikt kan worden. Maar de uitvoerder van machtsmisbruik is zelf ook een gevangene van dit systeem is. Het kerkelijk leven van de Districtsapostel is grotendeels bepaald door de Boodschap van JG Bischoff, door zijn manier van denken. Mijns inziens heeft hij nooit goed kunnen verwerken dat deze Belofte niet werd vervuld. Voor hem was ook het niet doorgaan van die Boodschap nauwelijks of niet bespreekbaar. In de hoogste gremia van de kerk heeft hij zich altijd verzet tegen het feit dat de Boodschap gecreëerd zou zijn. Stamapostel Richard Fehr wilde namelijk al in de negentiger jaren aan de gelovigen meer duidelijkheid verschaffen. Sowieso was Districtsapostel Pos in geloofszaken zeer rechtlijnig. Over nuances kon eigenlijk alleen in bijzondere situaties met hem van gedachten gewisseld worden. Bij wijze van spreken alleen als de zon scheen. Als het sneeuwde moest je er niet over beginnen. Voor velen met mij was dat soms heel erg moeilijk.


Er zullen ook andere lezers mij tegenwerpen dat zij zich niet in een dergelijk verhaal herkennen. Dat begrijp ik ook. De Districtsapostel had ook hele andere kanten.

In de dagelijkse omgang kon hij hartelijk, gastvrij en humoristisch zijn. Hij bekommerde zich ook om zieken en mensen in nood. Zeker, dat klopt.


Spreekt voor zich… Een detail van een trui gedragen door Diana, prinses van Wales, die naar verwachting in september op een veiling zal worden verkocht bij Sotheby's in New York (The Guardian)


Zoals gezegd de mentale verwerkingskracht vond ik in de loop der tijd terug. Meer en meer leefde in mij de overtuiging mijn talenten vooral in te zetten voor mijn directe medemens.

Die weg heb ik bewust ingezet.

Blijken van respect en waardering werden onderdeel van mijn dagelijkse werk als huisarts.


Wist u dat mijn naam is gewist, met uitzondering van Studer, Wend en een aantal intimi. U zult mijn naam niet terugvinden op de website van de NAK Nederland. Alsof ik nooit heb bestaan en nooit iets voor deze kerk heb betekend.


In 2021 heb ik Districtsapostel Storck een brief geschreven inzake de “De Verklaring”[xliii] op de website van NAK Nederland. Wij hebben samen hierover uitvoerig van gedachten gewisseld. Hij heeft ook ons vereerd met een bezoek aan huis, hetgeen wij zeer op prijs hebben gesteld. Hij vroeg mij namelijk of de Nederlandse Apostelen zich wel eens om mijn vrouw hadden bekommerd? Helaas moest ik het antwoord schuldig blijven. Wel heeft hij als “Kirchenpresident” mij zijn excuses aangeboden voor de hele gang van zaken uit periode 1998 tot en met 2004. Dat had nooit mogen gebeuren waren zijn woorden. Daar was ik heel erg blij mee. Andere verzoeken heeft hij kennelijk niet waar kunnen maken. Zoals mijn verzoek tot algehele openbare rehabilitatie. Zijn antwoord heeft enige tijd op zich laten wachten. Maar zijn antwoord bij zijn tweede bezoek was klip en klaar: “dat zijn vele bruggen te ver. Daar was de kerk anno 2022 nog niet aan toe, omdat ik zowel in die vroegere periode als nu veel te progressief zou zijn voor de Nieuw Apostolische Kerk Internationaal… Waarvan akte.


Wel excuses maar geen rehabilitatie (voor mij persoonlijk een vorm van herstelbetaling) of eerherstel. Het voelt als bestolen zijn. En blijft als een litteken zichtbaar. Omdat we in vrijheid onze weg zijn gegaan heeft ieder van ons een manier gevonden om met deze pijn om te gaan. Wij hebben gelukkig geleerd op eigen benen te staan. Wij gaan in vrijheid onze weg.


Ondanks het feit dat Districtsapostel Pos mij en ons gezin zo veel leed heeft aangedaan, hebben wij een modus gevonden om hiermee om te gaan. Hetzelfde geldt ook voor de beide Nederlandse Apostelen. Ook dient vermeld te worden dat in mijn optiek Districtsapostel Storck, ondanks al zijn inspanningen, weinig draagvlak in Nederland heeft kunnen creëren.


Wij hebben in den beginne nooit kunnen bevroeden dat het ooit zover heeft kunnen komen.


Een lachend gezicht is te zien in een Napa Valley Aloft-ballon, in Yountville, Californië, maandag 19 juni 2023. (AP Photo/Eric Risberg)



EPILOOG:


WIJ ZIJN VRIJ – HERREZEN ALS EEN PHOENIX UIT DE AS!

We schuilen bij elkaar, bij onze kinderen, en bij onze dierbare vrienden.

Ook vinden wij een schuilplaats in de Dominicus te Amsterdam[xliv]

Onderstaand lied heeft ons veel troost gegeven vanaf de eerste dag dat wij in december 2004 de diensten bezochten.



“ZOMAAR EEN DAK”[xlv]

tekst: Huub Oosterhuis


Zomaar een dak boven wat hoofden, deur die naar stilte openstaat. Muren van huid, ramen als ogen, speurend naar hoop en dageraad. Huis dat een levend lichaam wordt als wij er binnengaan om recht voor God te staan.


Woorden van ver, vallende sterren, vonken verleden, hier gezaaid. Namen voor Hem, dromen, signalen diep uit de wereld aangewaaid. Monden van aarde horen en zien, onthouden, spreken voort Gods vrij en lichtend woord.


Tafel van Een, brood om te weten

dat wij elkaar gegeven zijn.

Wonder van God, mensen in vrede,

oud en vergeten, nieuw geheim.

Breken en delen, zijn wat niet kan,

doen wat ondenkbaar is,

dood en verrijzenis.


Je bent pas vrij als je brein dat is[xlvi] - Roline Redmond

_________________________________________________________________________

[i] https://www.kis.nl/artikel/radicalisering-een-analyse-termen-van-sekten#:~:text=De%20sekte%20beschouwt%20zich%20als,dan%20dat%20van%20een%20kerkgenootschap Een interessant artikel met belangrijke opmerkingen waar sektarisch denken en handelen toe kan leiden! [ii] Code of conduct - Wikipedia Gedragscode - Wikipedia [iii] https://coc.nl/over-coc/ [iv] https://nac.today/de/158033/1154715 [v] Lukas 19:41-45 Toen hij Jeruzalem voor zich zag liggen, begon hij te huilen over het lot van de stad. 42Hij zei: ‘Had ook jij op deze dag maar geweten wat vrede kan brengen! Maar dat blijft voor je verborgen, ook nu. 43Want er zal een tijd komen dat je vijanden belegeringswerken tegen je oprichten, je omsingelen en je van alle kanten insluiten. 44Ze zullen je met de grond gelijkmaken en je kinderen verdelgen, en ze zullen geen steen op de andere laten, omdat je de tijd van Gods ontferming niet hebt herkend.’ [vi] The Books of Jacob by Olga Tokarczuk review – a magical mystic tour | Fiction in translation | The Guardian https://dereactor.org/teksten/de-jacobsboeken-olga-tokarczuk https://www.dereactor.org/teksten/de-jacobsboeken-olga-tokarczuk [vii] https://historianet.nl/misdaad/criminelen/jim-jones-zette-volgelingen-aan-tot-zelfmoord https://en.wikipedia.org/wiki/Peoples_Temple [viii] Freude über Begegnung mit Gott Die Gottesdienste im Juli thematisieren Orte der Freude und des Heils. Ob sich die Seelen im Jenseits oder Diesseits befinden –Gott schafft Orte der Zuflucht und Freude. Das Thema „Orte des Heiligen“ bildet die Grundlage für die beiden Gottesdienste nach dem Gottesdienst für Entschlafene am 2. Juli. Inhalt des Evangeliums ist die Nähe des Reiches Gottes und das Heil in Jesus Christus. Diese gute Nachricht ist Grund großer Freude und wird in am vierten und fünften Sonntag zum Thema. Gottvertrauen führt zum ewigen Leben Der erste Sonntag im Juli ist traditionell den Entschlafenen gewidmet. Das diesem Gottesdienst zugrundeliegende Wort aus Nahum 1,7 macht deutlich: Gott ist eine Feste, also sicherer Ort, all jenen die in ihrer Not Gott vertrauen. Für Entschlafene wie Lebende gelten hierbei die gleichen Grundsätze. Hier ist Gottes Haus Jakob befand sich auf der Flucht, nachdem er seinen Bruder betrogen hatte. An einem entfernten Ort, weit weg von Familie und Heimat, hatte begegnete er Gott. Durch die intensive Begegnung mit Gott wurde diese Stelle für Jakob zur heiligen Stätte. Dieser Ort wurde für ihn eine Stätte der Anbetung Gottes, der Gegenwart Gottes und ein Ort an welchem Jakob Gott Treue gelobte und ihm Opfer brachte. Gott hat auch heute eine Stätte zur Begegnung bereitet. Wie heilig ist diese Stätte den Gläubigen? Und wie kann diese auch für manch Heimatlosen zu einem Ort des Heils werden? Hier wollen wir bleiben „Meister, hier ist es für uns gut sein! Lasst uns drei Hütten bauen“, schlägt Petrus am Berg der Verklärung Jesus vor (aus Lukas 9,33). Bei der Verklärung Jesu wird den Anwesenden für einen kurzen Augenblick seine Göttlichkeit sichtbar. Ähnlich wie bei seiner Taufe bezeichnet eine Stimme Jesus als Sohn Gottes. Begeistert von diesem Ereignis würde Petrus diesen Ort der Verklärung am liebsten nicht mehr verlassen. Dieses Geschehen ist Inhalt des dritten Sonntagsgottesdienstes. Überall dort, wo Gott sichtbar und erlebbar wird, ist ein Ort des Wohlfühlens und Friedens. Christus will sich in dem Wesen des Gläubigen verklären und hierdurch auch für den Nächsten erlebbar und erfahrbar werden. Freudenboten überwinden Berge Der Bibeltext, welcher am vierten Sonntag zum Thema wird, verweist darauf, dass „die Füße der Freudenboten“ Berge überwinden müssen (aus Jesaja 52,7). Sie verkündigen Frieden und Heil und predigen Gutes. Doch nicht nur Geistliche müssen manche persönliche Berge überwinden, sondern jedem Gläubigen kann manche Situation wie ein unüberwindbarer Berg erscheinen. Ob dies nun Berge von Terminen und Verpflichtungen sind, oder unüberwindbare Berge des Unverständnisses oder Unterschiede – eins ist gewiss: Die Botschaft, welche über diese Berge hinweg weitergetragen werden soll, ist die, dass alle Menschen Gemeinschaft mit Gott haben können. Jeder, der diese Botschaft weiterträgt, wird zum Freudenboten. Freude erleben und teilen „Geteilte Freude ist doppelte Freude“ heißt es in einem Sprichwort. Mit dem Gleichnis des verlorenen Groschens wird am letzten Sonntag im Juli deutlich gemacht, dass Verlorenes wiedergefunden werden kann und große Freude auslöst. Wie oft hat mancher etwas Verlorengegangenes aufgegeben und sich mit dem Verlust abgefunden. Jesus wurde gesandt, das Verlorene zu suchen und so geht er auch denen nach, welche bereits abgeschrieben wurden. Gott lässt sich auch von jedem Menschen finden, der nach ihm sucht. Wer Gott in seinem Leben findet, erlebt große Freude und soll selbst zum Freudenboten werden und andere an dieser Freude teilhaben lassen. [ix] https://nl.wikipedia.org/wiki/Pinchas_Lapide [x] Bij twee-goden-leer – a. Oude Testament: Jona 4:11; Hosea 6:6; Psalm 30:6; Deuteronomium 10:17 vv; Lev. 19:33 b. Nieuwe Testament: Mattheus 22:13; Mattheus 21,41; Lukas 19: 27; Mattheus 10:34; Openbaring van Johannes 6:10. [xi] https://www.apostolische-geschichte.de/wiki/index.php?title=Friedrich_Krebs [xii] https://duitslandinstituut.nl/naslagwerk/23/staatsinrichting-en-politieke-verhoudingen [xiii] https://nl.wikipedia.org/wiki/Hersteld_Apostolische_Zendinggemeente [xiv] Historisch gezien verschilt de politieke en maatschappelijke sfeer in die tijd en ook later in Duitsland met die van in Nederland. Antisemitische invloeden zijn ook al te bespeuren in het Duitsland van de eerste decennia van 20e eeuw. Binnen de NAK Duitsland is de invloed van JG Bischoff ook al vroeg zichtbaar. Hij moet ook medeverantwoordelijk gehouden worden voor de excommunicatie in 1921 van Apostel Carl August Brückner uit Leipzig. De laatste kreeg omstreeks 1920 steeds meer problemen met Niehaus' opvattingen over het stamapostelschap. De sinds 1906 werkzame Hermann Niehaus beschouwde zichzelf steeds meer als de 'ware wijnstok' waaruit de overige apostelen hun levenskracht ontvingen. Hij achtte zich dus ook bevoegd om medeapostelen af te zetten. Brückner werd beschuldigd van ketterij. Vanuit theologisch standpunt de omgang met teksten uit Heilige Schrift. Dus de positie en betekenis van de Bijbel, de Apostolische geloofsbelijdenis, de wijsheidsleer en last but not least de keuze van de JG Bischoff als Stamapostelhelper. Waarschijnlijk ligt bij dat laatste de punctus cnactus. Met Brückner ontstond de “Reformiert-Apostolische Gemeindebund” Gelukkig kon in 2017 weer vrede gesloten worden met de NAK. Vanaf de jaren ’20 van de vorige eeuw werd de invloed van JG Bischoff binnen de NAK Duitsland steeds groter. Apostel van Oosbree kon goed over weg met Niehaus. Maar dat lag anders met Bischoff. Dat werd duidelijk nadat Niehaus in de rust ging en Bischoff Stamapostel werd. De theologische inzichten van van Oosbree verschilden sterk met die van Bischoff. In 1939 ging Bischoff maatregelen nemen om de invloed van van Oosbree in Nederland te beperken; o.a. zou hem ‘op verzoek’ een hulp apostel als plaatsvervanger ter zijde gesteld worden; dit werd opziener Jochems, die tot apostel werd geroepen. De relatie tussen JG Bischoff en van Oosbree lijkt onoverbrugbaar beschadigd. [xv] https://www.amazon.de/Das-tragische-Erbe-J-G-Bischoff/dp/3844809996 An Weihnachten 2011 jährt sich die Veröffentlichung einer göttlichen Offenbarung, nach der der Stammapostel - Kirchenoberhaupt der Neuapostolischen Kirche - nicht mehr sterben würde, zum 60. Mal. Was hat es auf sich mit dieser Botschaft, was waren ihre Hintergründe, was die Zusammenhänge ihrer Entstehung? Diese und viele Fragen mehr beantwortet dieses Buch. Es zeigt auf, warum es zu dieser persönlichen Prophezeiung kommen musste und warum ihre Instrumentalisierung von langer Hand geplant war. In dieser detaillierten Auseinandersetzung mit der neuapostolischen Geschichte der Nachkriegszeit wird eine nunmehr 60-jährige Lücke gefüllt, welche die fernere Zukunft der Neuapostolischen Kirche nicht unberührt lassen wird. Auf über 200 Seiten analysiert und entschlüsselt der Autor die Hintergründe und Urheber der Botschaft und ihrer Dogmatisierung zum neuapostolischen Glaubensbekenntnis. Er zeigt auf, wie und warum sie geplant, initiiert und schließlich als Glaubenszwangsjacke umgesetzt wurde. Mehr als 200 Zitate machen das Werk zu einer religionswissenschaftlichen Ursachenanalyse in Fragen von Endzeitkulten und ihren Heilsversprechen. Die eigentliche Leistung des Autors aber besteht wohl darin, dass er einerseits die Vielzahl der bestehenden zeitgeschichtlichen Dokumente im Sinne eines Indizienprozesses so zusammengefügt hat, dass daraus ersichtlich wird, was die eigentliche Funktion der Botschaft war und weswegen es zu jener unseligen Kirchenspaltung von 1955 kommen musste, und andererseits jenen wichtigen und von vielen geleugneten Gegenwartsbezug der Botschaft aufzeigt, der ihre bleibende Relevanz in Bezug auf religiöse Denkmuster und pastoralen Machtmissbrauch für den Leser plausibel macht. [xvi] https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2020/08/27/meldpunt-voor-slachtoffers-seksueel-misbruik-jehovas-getuigen [xvii] https://www.verbreekdestilte.nl/ [xviii] https://www.nak-nl.org/vertrouwenspersoon Andere klachten (bijvoorbeeld meningsverschillen of onheuse bejegening) kunnen niet door de vertrouwenspersoon in behandeling worden genomen. Deze kunnen zoals gebruikelijk bij de voorganger of districtsvoorganger worden gemeld. [xix] https://en.wikipedia.org/wiki/Saraca_asoca [xx] Hoe onzinnig deze Boodschap eigenlijk is geweest blijkt al direct vanaf het begin: - Ieder kind op Godsdienstonderwijs en Confirmantenonderricht weet toch dat Jezus van Nazareth zijn jongeren verboden had om ook maar iets te speculeren over de termijn van zijn wederkomst. - Tijd en uur van Zijn wederkomst zou alleen aan Zijn Vader voorbehouden zijn. ( Mt. 24, 36 en 42 – 44; Mk 13:32; verg Hd 1, 6-7 en 1 Thessalonicenzen 5, 1-5 - Hoe kan JG Bischoff beweren dat Jezus Christus hem persoonlijk hem was verschenen om hem juist deze boodschap mee te delen, terwijl volgens de Heilige Schrift ZELF niet op de hoogte kon zijn. Bizar! - Jezus van Nazareth heeft nooit mensen verdoemd die Hem niet hebben aangenomen. Hij heeft juist onvoorwaardelijke liefde gepredikt (Mattheus 11:28-30: 'Komt allen tot mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken. Neemt mijn juk op uw schouders en leert van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.‘) [xxi] https://www.nak-zentralarchiv.de/db/8002374/Personen/Johann-Gottfried-Bischoff-Stammapostel [xxii] https://nl.wikipedia.org/wiki/Persoonsverheerlijking [xxiii] https://nac.today/de/158036/1105821 - Kirche sagt „Ja“ zur Frau im Amt [xxiv] https://www.nak-info.de/Initiatoren-autoren-website.html [xxv] https://nac.today/de/a/845074 [xxvi] https://www.nak-west.de/db/7817919/Berichte/60.-Todestag-von-Stammapostel-Bischoff [xxvii] Vom „neuen Licht“ zur „Botschaft“ - nac.today [xxviii] Von einem, der 30 Jahre lang Stammapostel war - nac.today [xxix] https://nac.today/en/a/894119 [xxx] https://nac.today/de/a/225264 [xxxi] Zie in een eerder hoofdstuk op deze website: Hoe heeft ’t ooit zover kunnen komen _ Hoofdstuk 13 _ Mijn Arnhemse tijd (4) _ ALLEN in Beweging [xxxii] https://www.vaticannews.va/en/pope/news/2023-05/pope-faith-is-not-an-artifact-in-a-museum.html [xxxiii] https://citaten.net/quotes/winston_churchill/59201/citaat-dit-is-niet-het-einde-het-is-niet-eens-het-begin-van-het-einde.html [xxxiv] https://nl.wikipedia.org/wiki/Ons_Erf [xxxv] https://nl.wikipedia.org/wiki/Contradictio_in_terminis [xxxvi] Zaak Pieter Omzigt - een Nederlands Parlementslid: https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/politiek/artikel/5389661/pieter-omtzigt-formatie-functie-elders-mark-rutte-ollongren [xxxvii] https://en.wikipedia.org/wiki/Kaieteur_Falls [xxxviii] https://nak.org/de/db/15404/Bekanntmachungen/Die-PG-Gegenwartsfragen-Antworten-auf-Zeitfragen-sind-eine-kirchliche-Verpflichtung [xxxix] Zie “Wijs-heden”, antwoorden voor de jeugd; Landelijke Jeugddag 2002; vraag 48 [xl] Kuckuckspredigt am 14.01.2001 in Tilburg/Holland: "Liebe Geschwister, und wer den Heiligen Geist will, der kann wegen mir nach Rom reisen, oder zum Dalai Lama in den Himalaja oder weiß der Kuckuck wohin, er wird diesen Geist nicht empfangen, es sei denn durch die gesandten Apostel Jesu Christi." "Lieve broeders en zusters, en wie de Heilige Geest wil, kan om mij naar Rome reizen, of naar de Dalai Lama in de Himalaya of hemel mag weten waar, hij zal deze geest niet ontvangen behalve door de gezonden apostelen van Jezus Christus." [xli] Kort daarna heb ik wel een uitnodiging ontvangen om in andere Apostolische richting als Apostel verder te gaan. Deze heb ik categorisch afgewezen. [xlii] https://eu.usatoday.com/story/entertainment/books/2019/08/07/toni-morrison-nobel-prize-winning-writer-most-notable-quotes/1941628001/#:~:text=%E2%80%9CIf%20there's%20a%20book%20that,to%20the%20Ohio%20Arts%20Council. [xliii] https://www.nak-nl.org/db/7883895/Eerdere-berichten/Verklaring-van-het-bestuur-van-de-Nieuw-Apostolische-Kerk-in-Nederland [xliv] https://dominicusamsterdam.nl/ [xlv] Dit prachtige lied onder de loep genomen door Gerard Swüste Zomaar een dak is al bijna een halve eeuw de absolute ‘topper’ onder de liturgische openingsgezangen. Dat is geen wonder. Want het lied is in feite een ‘orde van dienst op muziek’. En hoe kun je een viering beter openen? Hoezo: orde van dienst? Kijk maar naar de coupletten: het eerste gaat over de ruimte waar we vieren; het tweede over de woorddienst, lezen uit de Schrift; het derde over de dienst van de tafel, de viering van Eucharistie. De ruimte: het klinkt nogal willekeurig met ‘zomaar’ en ‘wat’ in de eerste regel. Zo is het ook. Kijk maar om je heen bij een viering. Waar komen al die bekende en onbekende gezichten vandaan, hoe zijn die (in godsnaam) hier terecht gekomen? Misschien wel omdat de deur open stond en uitnodigde om binnen te gaan in de stilte. Want zo is die ruimte. Je wordt er stil van. Als de ruimte met mensen gevuld is, is het niet meer een gebouw van steen, maar dan zijn de muren van huid geworden, er zit een levende gemeente; dan hebben de ramen ogen, die niet alleen naar binnen kijken, maar ook naar buiten: kijken of er hoop is, kijken of de dageraad komt (‘Hoever is de nacht?’). Zo is dat huis een ‘levend lichaam’, zoals Paulus dat beschrijft in 1 Korintiërs 12. Wij staan daar samen recht voor God. Wat doen we in die ruimte? We horen woorden van ver, uit een verleden; het zijn vonkjes, om ons aan te vuren en ook om ons aan te warmen; ze worden hier gezaaid in de hoop dat ze vrucht dragen, dat ze gedaan worden. Wat zijn het voor woorden? Namen voor Hem, proberen Hem te benoemen, te benaderen, te omcirkelen met woorden. Dromen, visioenen; van vrede, van gerechtigheid. Signalen, profetieën, tekens aan de wand die uit de diepte van de wereld en de werkelijkheid komen aangewaaid. Het gaat om horen en zien, soms zelfs zo dat horen en zien vergaan. Oog en oor hebben voor wat gebeurt en voor wat de Schrift daarover te vertellen heeft. Want het oude verhaal herhaalt zich keer op keer, blijft actueel. En we geven het door, spreken het voort, want het is bevrijdend, het geeft licht. In die ruimte staat een tafel. Het is een tafel van Een. Is dat de tafel van de Ene? Of is dat de tafel waaraan we vieren dat we samen gemeente, gemeenschap zijn? Of allebei? Er is brood dat wordt gegeven, als teken dat we elkaar gegeven zijn. Ja, zo’n viering mag een ‘wonder’ heten, mensen in vrede bij elkaar, die zeggen: hier ben ik, samen met jou en met jullie wil ik gaan in het spoor van de Tora en van Jezus van Nazareth. Het is een oud verhaal, het lijkt vaak een vergeten verhaal; maar als je het weer vertelt dan is het steeds weer nieuw. We breken en delen, we doen en vieren wat niet kan: het geheim, mysterie van dood en verrijzenis. Opstaan, samen. Met name die allerlaatste zin kan je typerend noemen voor zingen in de liturgie: dat ‘dood en verrijzenis’ dat krijgen we echt niet gemakkelijk over de lippen, je zou het zo in een gesprek nooit zeggen. Maar als je zingt, dan gaat het wel. Dan is het mogelijk om even uit te stijgen boven wat je logisch kunt verklaren. Als je zingt mag het ook gaan over je visioen, over je geloof. Je kunt dit lied dan ook eigenlijk alleen maar staande zingen. Als een soort geloofsbelijdenis. Je weet meteen wat je het komende uur te doen staat. [xlvi] https://www.trouw.nl/cultuur-media/schrijfster-roline-redmond-waarom-moet-ik-weer-uitleggen-waarom-nederland-zo-worstelt-met-het-slavernijverleden~b6992b12b/

4.231 weergaven44 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
Post: Blog2_Post
bottom of page