top of page

Hoe heeft ’t ooit zover kunnen komen? – Hoofdstuk 10 – Mijn Arnhemse tijd (1)

Bijgewerkt op: 9 nov. 2021

WLGS 20-23 27 augustus 2020

Update: 09-11-2021


Na de inzetting als Oudste voor het District Arnhem in 1983 ben ik eerst het district gaan ‘verkennen’. In de meeste gemeentes trof ik er allemaal lieve broeders en zusters aan.

Er is wel een wat afwachtende houding. Hier en daar ook een wantrouwende blik. Maar dat is begrijpelijk. En zoals eerder al beschreven is er in deze contreie wel het een en ander gebeurd in vergelijking met andere gebieden van Nederland. Mijn voorganger in dit district heeft sinds 1954 onafgebroken daar de leiding gehad en is in de herfst 1980 in de rust gegaan.


Musis Sacrum Arnhem in vroegere tijden


Ik zal overigens deze dienst nooit meer vergeten. Wat een spektakel!

Dat klinkt oneerbiedig. Maar zo heb ik dat als jonge en onervaren brokje toen wel ervaren. De dienst is gehouden in “Musis Sacrum”. Een bekend theater in het centrum van Arnhem. Met een redelijk gevulde zaal. DAp. Schumacher gaat in deze dienst voor. De betreffende Oudste wordt nog eenmaal uitgenodigd mee te dienen. Tot mijn grote verbazing heeft hij een nieuw bijbelwoord opgeslagen en begint in eigen stijl een nieuwe dienst, memoreert niets van het gesprokene van de vorige spreker. En hij dient ruim 45 minuten lang, tot grote verbijstering van DAp. Schumacher en Ap. Pos. Conclusie: de scheiding der geesten is compleet.

Gezien alle voorgenomen handelingen zoals verzegeling en ambtsinzettingen een waar doemscenario met veel onverholen spanningen op het altaar. Deze dienst heeft, met afscheid meegerekend, ruim drie uur geduurd. Dan oogst je geen applaus als leidinggevende. Na de dienst hebben wij nog deelgenomen aan een maaltijd waarbij in kleine kring afscheid genomen werd van de Oudste en zijn vrouw. Ik heb nog nooit zo’n ijzige sfeer meegemaakt.

Apostel Pos heeft de zorg voor het district tot mijn komst op zich genomen. Maar de realiteit gebiedt te zeggen dat in de praktijk daar niet zoveel van terecht is gekomen. De factor tijd speelt enerzijds hierin een belangrijke factor. Anderzijds is in aanvang ook - vanuit de historie van de jaren ‘50 en ‘60 - enige aversie tegen Apostel Pos. Deze wordt ten dele goedgemaakt door zijn warme uitstraling in zijn diensten.

Dat is één deel van de verklaring voor mijn uitspraak dat ik een verweesd district ben tegengekomen. Het andere deel zit in het district en de geschiedenis van de NAK zelf. Door alle verwikkelingen in de loop van de tientallen jaren binnen de kerk, zijn gemeentes meer eilandjes geworden. Ik kan dit het beste vergelijken met een prachtige ervaring die ik later in de negentiger jaren van de vorige eeuw heb opgedaan op Curaçao. Aldaar heeft toen een broeder gewoond die oorspronkelijk uit Nederland afkomstig is en die al heel snel na het oprichten van een gemeente op Curaçao onze diensten heeft gevolgd. Ik heb hem en zijn familie regelmatig bezocht. Hij was elektromonteur en handelaar in tweede hands huishoudelijke apparaten en nog veel meer. Zijn tuin met een oppervlakte van 100 bij 30 m2 lag bezaaid met koopwaar. En tot groot verdriet van zijn vrouw lag hun grote huis ook van onder tot boven vol met materialen. Ergens in de woonkamer stonden verborgen ook een paar fauteuils. Zijn wens is daarom ook geweest minimaal 200 jaar te worden. Om alles te kunnen opruimen. Een hele karakteristieke man. Hij heeft mij verteld dat hij ooit in Nederland als kind is verzegeld in de Hersteld Apostolische Zendingskerk[i], een twijg aan de grote boom van de Apostolische beweging. Na veel zoeken vond hij een mooi document waarop vermeld stond wanneer deze heilige handeling had plaatsgevonden. Waarop hij zei: “Dus, ik ga gewoon naar het heilig avondmaal. Ik ben niet schuldig aan die problemen die daar boven in de top van de kerk zijn ontstaan. Ik heb daar part noch deel aan.” Ondanks opmerkingen van anderen, ook van leidinggevenden in de NAK, heeft hij altijd geweigerd zich te laten opnemen als gast om zich nadien opnieuw te laten verzegelen. Ik was het toen ook met hem eens. En dat ben ik nog. Mijn leidinggevende heeft zich nooit kunnen vinden in mijn standpunt. Maar heeft er verder ook niets meegedaan.

Terug naar het district Arnhem. In vele gevallen zijn er vergelijkbare situaties geweest in gemeenten en bij broeders en zusters in dit district. De meeste gemeenten hebben getracht het beste ervan te maken. Allemaal hebben zij zo hun eigen ervaringen gehad met leidinggevenden. Dus vele gemeenten hebben zich teruggetrokken in hun eigen veilige omgeving, om te overleven, om toch die Apostolische boodschap in welke vorm dan ook zo gooed mogelijk in hun eigen hart te bewaren. En schadelijke invloeden buiten de deur te houden. In een paar gemeenten echter heeft na het overlijden van Stap. JG Bischoff haast vergoddelijking van de opvolger, Stap. W. Schmidt, plaatsgevonden. Met daarnaast in de prediking grote tot overdreven nadruk op bekende teksten uit het boek Openbaring: de 144.000 eerstelingen, het knaapje, dag der Eerste Opstanding, enzovoort.

U zult begrijpen dat deze jarenlange invloeden hun prijs hebben gehad in dit district.

Vandaar dat mijn vrouw en ik bij onze entree het gevoel hebben gehad: “zit ik wel in de juiste kerk?” Nu zult u waarschijnlijk tegen mij zeggen dat zulke verschillen ook in andere gebieden voorkomen. Ja, dat is ten dele waar. Elke gemeente heeft zijn eigen kleur, zijn ‘couleur locale’. Zeker. Maar hier waren de verschillen toen wel in extreme mate aanwezig. Ik heb ervaren dat er geen leven in de brouwerij zat. Het diepe probleem zat ‘m in wantrouwen naar de leiding. Hoe buig je dat nou om? Hoe dicht je nu het gat tussen de basis en de top? Al snel kwamen mij vele zaken ter ore. Belangrijk voor mij was het emotionele midden te houden? En wat is waarheid?

Geduld is een schone zaak. Dat is lastiger voor mij. Misschien ben ik hier en daar toch wel eens te voortvarend geweest. Al doende heb ik veel geleerd in die tijd.


Wat voor mij in die beginperiode heeft geteld, was het vertrouwen te winnen van de broeders en zusters en dienaren.

Een van mijn eerste activiteiten is geweest huisbezoeken afleggen bij dienaren. Voor mij is huisbezoek altijd een vorm van dialoog geweest. Met heel veel luisteren. Je kwetsbaar opstellen. Je altijd afvragen waarom komt die persoon met die vraag nu naar me toe?

Dat zijn grondbeginselen van het huisartsenvak. Dat heb ik met vallen en opstaan in enigermate geleerd.


Toch kon ik onder bepaalde omstandigheden mijn mond niet houden.

Dat besprak ik dan op een vergadering Voorgangers. Dat was pas na de zomer 1983. Ik stelde hen twee vragen: “ 1. Waarom wordt er in elke dienst minimaal 10-20 keer het woord Stamapostel gebezigd? Willen we hiermee dat “rotsambt” in de harten van broeders en zusters bouwen? Stamapostel Schmidt wordt bijna verafgood. Is dat wel een goede manier? Het gaat er toch om dat wij zijn boodschap, de boodschap van Jezus leven? 2. Hetzelfde geldt voor het spreken over de Dag der eerste Opstanding! En dan vooral over “Het knaapje” en over de “144.000.” Waar blijft de aandacht voor de Evangeliën? Alsof er niet meer is in ons geloof. En er niet meer is in dit leven. Het lijkt op indoctrineren!?” Er brak letterlijk tumult uit onder een aantal van hen. Het waren natuurlijk in die tijd ook een provocerende stellingen.

En eerlijkheidshalve moet ik ook zeggen dat zij ook volgers waren. Net zoals ik. Maar dan wel ernstig geïndoctrineerd. Had ik recht van spreken? Mijns inziens wel. Deze vorm van geloven stond wel erg ver af van de realiteit. En liet weinig ruimte open voor mijn naaste. Voor mij is toen wel duidelijk geworden waar de pijnpunten zaten. En deze stellingen hebben mij geholpen om stap voor stap met hen individueel in gesprek te komen. Dat is natuurlijk niet van de ene op de andere dag gebeurd. En deze stap heeft bij mij ook geleid tot meer zelfreflectie.


Kerk van Arnhem na en voor de oorlog '40 - '45[ii] De nieuwe kerk heeft toen altijd een districtsfunctie gehad. Ook vergaderingen met Voorgangers vonden daar plaats.

Graag wil ik hier ook kwijt dat er ook trouwe dienaren die ondanks alle problemen zich het hoofd niet gek lieten maken en heel trouw en op bescheiden wijze, op de achtergrond hun taken hebben vervuld. Zij hebben nooit de Apostolische Nobelprijs voor DIENEN ontvangenn en hebben ook nauwelijks bekendheid gekregen. Ik wil hier geen namen noemen. Op het gevaar dat ik iemand zou vergeten! Deze personen zijn een belangrijke steun voor ons geweest. Ook dient gezegd te worden dat er in de gemeente Ede een aantal zusters zijn geweest die zich met raad en daad mijn vrouw en dochtertje hebben bijgestaan. Ware tweede moeders!


In dat eerste jaar heb ik soms grote machteloosheid in mij zelf gevoeld. In de vele gesprekken met DAp. Pos vond ik zeker steun. Voor hem waren meerdere situaties totaal nieuw en onbekend. Oplossingen waren niet direct voor handen. Het district bleek jarenlang een "Fremdkörper" in NAK Nederland te zijn geweest.

In mijn volgend blog beschrijf ik de diepere oorzaken van de complete scheiding der geesten en het ontstane wantrouwen.

[i] Onze bekende minister van financiën, Gerrit Zalm, stamt uit dezelfde kerk. https://www.rd.nl/vandaag/binnenland/altijd-vrolijk-en-goedlachs-1.94271 [ii] In de oorlog is deze kerk verwoest en later weer in dezelfde stijl opgebouwd. Hierbij ook een foto na een bombardement:

534 weergaven3 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
Post: Blog2_Post
bottom of page